De balans: te zachte heelmeesters voor de staatsfinanciën

Les Engagés-voorzitter Maxime Prévot. © https://trends.knack.be/opinie/de-balans-vlaams-begrotingsevenwicht-komt-er-bijna-vanzelf/
Alain Mouton

De Franstalige regeringen willen pas in 2034 een begrotingsevenwicht voorleggen. De besparingen zitten vooral in efficiëntiewinsten en minder snel stijgende uitgaven. Dat is ook de teneur bij de federale onderhandelaars. Men kijkt vooral naar het laaghangend fruit. Maar die voorzichtige aanpak is onvoldoende om de overheidsfinanciën structureel gezond te maken.

200 miljoen euro. Dat zijn de besparingen die de nieuwe Waalse regering het komende jaar wil doorvoeren. De regering van de Franse Gemeenschap, bevoegd voor onder andere onderwijs en welzijn, heeft het over een besparing van 81,6 miljoen euro in 2025. Dat is bitter weinig met een Waals begrotingstekort van 2,2 miljard euro. Dat van de Franse Gemeenschap bedraagt 1,2 miljard euro. Leggen we het saneringstraject van de twee regeringen bij elkaar, dan is er pas in 2034 sprake van een begrotingsevenwicht bij de Franstalige deelregeringen. Niemand lijkt daar gehaast om de overheidsfinanciën te saneren.

De Franse Gemeenschap verschuilt zich achter het argument dat onderwijs 55 procent van het budget bedraagt, waarvan 85 procent de lonen van het onderwijzend personeel zijn. “Wij willen niet raken aan de salarissen of aan het aantal leerkrachten”, zegt Franstalig minister van Onderwijs Valéry Glatigny (MR). De enige sanering die naam waardig gebeurt door de Waalse regering, al kiest ze voor de voorzichtige aanpak. Slechts hier en daar worden uitgaven verlaagd, zoals een afbouw van bedrijfssubsidies. Ambtenaren die met pensioen gaan, worden niet vervangen. De focus ligt op het minder snel doen stijgen van de uitgaven. In België kan dat blijkbaar al verkocht worden als een grote hervorming.

Geen zware uitgavennorm

Eenzelfde verhaal is te horen over de formatiegesprekken voor een federale regering, die een versnelling hoger schakelen. De miljardenbesparingen zullen daar vooral gebeuren door de stijging van de uitgaven minder snel te laten verlopen. Door op bepaalde budgetten een gedeeltelijke indexering door te voeren, bijvoorbeeld. Door op zoek te gaan naar kleine efficiëntiewinsten. De uitgavennorm die de federale regering moet naleven op vraag van de Europese Commissie, gaat niet over het verminderen van de uitgaven. De overheidsuitgaven mogen met 2 procentpunten per jaar toenemen. Momenteel is dat 3,2 procent. Men kan dat verkopen als een ‘besparing’ van 16 miljard euro tijdens de komende legislatuur, maar dat is gewoon extra geld dat niet zal worden uitgegeven zoals aanvankelijk gepland.

Economen benadrukken het al jaren en vaak tot vervelens toe: een sanering van de Belgische overheidsfinanciën kan pas echt gebeuren wanneer ook de regio’s geresponsabiliseerd worden.

Ondertussen zouden enkele partijen om de tafel ook extra belastingen in rekening willen nemen voor het halen van de uitgavennorm. Of anders gezegd: de inkomsten stijgen ook waardoor een iets sterkere toename van de uitgaven minder problematisch zou zijn. Het blijft momenteel gissen en de echte evaluatie zal er pas komen als een nieuwe federale regering de begrotingstabellen op tafel legt. Maar het ziet ernaar uit dat hier te zachte heelmeesters aan het werk zijn. De vraag is of dat voldoende is om op termijn naar een begrotingstekort van 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) te evolueren. Formateur Bart De Wever (N-VA) rekent daarbij natuurlijk op terugverdieneffecten van hervormingen op de arbeidsmarkt en in het pensioenstelsel, maar economen hebben al gewaarschuwd: de volgende regering mag daar niet te optimistisch over zijn.

Nood aan een echte responsabilisering

Als men de overheidsfinanciën structureel gezond wil maken, zijn andere inspanningen nodig. En dan gaat het over het effectief en nominaal bevriezen van een reeks overheidsuitgaven, en niet hier en daar een indexering slechts gedeeltelijk doorvoeren. Bovendien moet een traject worden uitgetekend waarbij alle overheden betrokken zijn, en hun verantwoordelijkheid nemen.

De grondwetspecialist Quinten Jacobs vertolkte het zo op X: “De begrotingstabel van het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschap zijn ook slecht nieuws voor België én Vlaanderen. De Europese Commissie beoordeelt de optelsom van alle begrotingen. Euro’s die de ene overheid blijft uitgeven, moet door een andere worden bespaard.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het is natuurlijk zo dat de federale regering het gros van de sanering moet dragen, omdat ze de sociale zekerheid beheert. Daar blijven de uitgaven sterk stijgen door de vergrijzing. Maar het is onvermijdelijk dat er een systeem komt waarbij de regio’s ook een deel van de sanering doorvoeren. Het huidige fiscale federalisme met de financieringswet zet hen niet aan om een verantwoordelijk budgettair beleid te voeren. De geldstromen naar de regio’s via die financieringswet gebeuren op basis van een aantal verdeelsleutels (onder andere de evolutie van het aantal kinderen), waarbij de middelen sowieso stijgen en de regionale tekorten vanzelf dalen. Economen benadrukken het al jaren en vaak tot vervelens toe: een sanering van de Belgische overheidsfinanciën kan pas echt gebeuren wanneer ook de regio’s geresponsabiliseerd worden en de vruchten kunnen plukken van hun eigen beleid. Daarvoor moeten we weg van het huidige systeem van dotatiefederalisme, en moet de fiscale autonomie van de regio’s – nu amper 34 procent – veel groter zijn. Maar dat is een politieke wensdroom, zelfs met straks een Vlaams-nationalist in de Wetstraat 16.

Partner Content