De balans: plots vrezen de Franstaligen een Vlaams complot

Ben Weyts en Jean-Luc Crucke tijdens een persconferentie van Brussels Airport over de toekomstige ontwikkeling van de luchthaven, op vrijdag 18 april 2025 in Zaventem | Foto: Getty
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Vlaanderen wordt de grootste aandeelhouder van Brussels Airport. De nieuwe CEO van Proximus is een Vlaming. De Senaat, die een reflectiekamer tussen de gemeenschappen is, wordt afgeschaft. Volgens Franstalige politici en sommige media is dat geen toeval: daar zit een Vlaams-nationalistische agenda achter, gestuurd door N-VA. Dat is kort door de bocht.

De Luikse luchthaven van Bierset is voor 75 procent in handen van de Waalse overheid. Die is via Sowaer en Sambrinvest ook de referentieaandeelhouder van de luchthaven van Charleroi. Niemand stelt daar vragen bij. Maar toen deze week bekend raakte dat de Vlaamse overheid haar aandeel in Brussels Airport optrekt van 1 tot 39 procent, kwam er in Franstalig België veel kritiek.  Zowel van politici, de oppositiepartij PS voorop, als in een aantal media, waaronder Le Soir. De Vlaamse regering versterkt haar greep op een nationale luchthaven, en dat is blijkbaar problematisch. Het gaat om een Belgisch symbool bij uitstek dat door Vlaanderen zou worden “ingelijfd”. Dat Brussels Airport zich op het grondgebied van Zaventem en dus Vlaanderen bevindt, bleek geen argument.

Evenmin het feit dat regionale overheden ook in het buitenland aandeelhouder zijn van luchthavens. Zoals de Duitse deelstaten Beieren en Hessen van respectievelijk de luchthaven van München en van Frankfurt. Volgens politici van PS is er echter iets anders aan de hand: de Vlaamse regering, gedomineerd door N-VA, probeert met de hulp van een Vlaams-nationalistische premier haar greep op België te versterken en dat zal enkel ten nadele van de Franstaligen zijn. De krant Le Soir ziet daar een klassieke truc in om niet alleen het Vlaamse soortelijk gewicht in het land te verhogen, maar tegelijk dat van het federale België te verzwakken.

‘Het fort veroveren’

Bezuiden de taalgrens vindt men daarvoor argumenten in het net verschenen boek van de Wetstraat-journalist Wouter Verschelden, De verovering van België. Daarin beschrijft hij hoe Bart De Wever tijdens het toetredingscongres van zijn partij over de deelname aan de regering zijn achterban gemakkelijk over de streep kreeg: door te zeggen dat “wij het fort gaan veroveren”. Het fort, dat is België.

Toch zien sommigen hier spoken. Dat Vlaanderen de greep op de luchthaven van Zaventem vergroot, is deels een gevolg van een treuzelende federale regering. Daar kon men maar niet beslissen om het aandeel van 25 procent van de federale overheid in Brussels Airport op te trekken. Verschillende bronnen bij de federale participatiemaatschappij SFPIM bevestigen dat. De plotse bezorgdheid van de Franstalige politici over de Brusselse luchthaven heeft ook iets hypocriet. De processen die ze de voorbije jaren tegen de nachtvluchten voerden, waren niet bij te houden.

Verder hebben ze nooit veel moeite gedaan om onder andere de vele werklozen in Brussel aan een baan te helpen op de naburige luchthaven. Het gevolg: van de 64.000 banen die Brussels Airport direct en indirect genereert, wordt 70 procent ingevuld door Vlamingen, 20 procent door Brusselaars en 10 procent door Walen.

Taalverhoudingen niet meer van deze tijd

Volgens het edito van Le Soir van vorige woensdag moeten de Franstaligen ook de kritisch zijn voor de benoeming van de nieuwe CEO van het telecombedrijf Proximus. Dat de Limburger Stijn Bijnens een kenner van de ICT-wereld is, is blijkbaar van secundair belang. Het is een Vlaming, daar waar dat de voorbije dertig jaar een Franstalige was: Guillaume Boutin, Domique Leroy, Didier Bellens en John Goossens.

Wat er niet bij gezegd wordt, is dat de huidige voorzitter van de raad van bestuur, Stefaan De Clerck, zal worden vervangen door een Franstalige. Want dat is de regel in Belgische overheidsbedrijven. De CEO en de voorzitter moeten tot een verschillende taalrol behoren. Eerder dan daar een Vlaamse complot in te zien, zouden opiniemakers zich beter afvragen of die regel nog van deze tijd is. Het past niet bij bedrijven als Proximus, bpost of Belfius, die allen in een concurrentiële internationale omgeving moeten werken. Maar Franstalige politici blijven die oude taalrekenkunde hanteren en doen er nog een schep bovenop: zo ligt het moeilijk dat zowel de CEO van bpost als die van Proximus een Vlaming is.

Geen nood aan een ‘uitbol-parlement’

Dan was er nog het federale akkoord over de afschaffing van de Senaat. Daar bestaat allang een consensus over, maar ook hier vermoeden sommigen een Vlaams-nationalistische agenda. Want is de Senaat niet de reflectiekamer en de ontmoetingsplaats om de gemeenschappen samen te brengen?  Kortom, de afschaffing zou een verdere uitholling van België betekenen.

Dat is een vreemde stelling, want de Senaat heeft zijn rol van reflectiekamer amper vervuld. Die fungeerde eerder als “uitbol-parlement” voor politici die elders niet langer verkozen waren. In het federale België geldt het Overlegcomité tussen de federale regering en de deelstaatregering als ontmoetingsplaats. Wie hier een Vlaams complot vermoedt, ziet spoken.

De Franstalige vrees voor Vlaamse dominantie is niet nieuw. Ze dateert al van halverwege de jaren zestig, toen Vlaanderen Wallonië volgens inkomen per inwoner voorbijstak. Bezuiden de taalgrens sprak men vanaf dan over ‘l’état belgo-flamand’, gedomineerd door CVP. Nu zou N-VA die rol opnemen. Het wantrouwen ging soms zeer ver. Dat de autosnelweg E42 tussen Doornik en Luik (‘l’autoroute de Wallonie’) er in de jaren zeventig pas kwam na de Vlaamse snelwegen E5 (nu de E40 naar de kust) en E3 (nu de E17 Antwerpen-Kortrijk), werd zelfs als een “Vlaamse pesterij” bestempeld.

Partner Content