De balans: N-VA en Vlaams Belang zijn elkaars beste vijanden

NV-A-voorzitter Bart De Wever en Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken tijdens de verkiezingsdag op 26 mei 2019. © belga
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De voorbije week vlogen de verwijten heen en weer tussen de Vlaams-nationalistische partijen N-VA en Vlaams Belang. Of het nu over de racistisch getinte tweets van Dries Van Langenhove ging of over het zich distantiëren door de N-VA van de deelname samen met het Belang aan een conservatieve zomeruniversiteit in Polen. Dat geruzie komt beide met het oog op de verkiezingen van 2024 goed uit.

Het begon allemaal met het ondertussen afgevoerde festival Frontnacht dat eind deze maand aan de vooravond van de IJzerwake in Ieper gepland stond. Toen bleek dat daar enkele bands zouden optreden die verdacht worden van neonazi-sympathieën, besloot het stadsbestuur het concert te verbieden. Onder andere op basis van de uitspraken van een Duitse muziekwetenschapper die zei dat “mensen van kleur” tijdens dat festival het best niet naar Ieper zouden afzakken.

Dries Van Langehove, Kamerlid via het Vlaams Belang, tweette dat zo’n “etnisch homogeen” Ieper “eigenlijk niet zo’n gek idee is”. Het leidde tot verontwaardigde reacties. Van Langenhove verwijderde de tweet, maar een openlijke veroordeling van de VB-top bleef uit.

De N-VA zag haar kans schoon om een aanval in te zetten. Onder andere via ex-staatssecretaris Theo Francken en Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir stelden de Vlaams-nationalisten dat er, wat hen betreft, na 2024 niet met het Vlaams Belang kan worden bestuurd. Waarop Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken repliceerde dat de N-VA “blijkbaar liever met de PS wil besturen dan met andere Vlaams-nationalisten”.

De ruzie ging daarna nog verder toen bleek dat de jongerenafdelingen van het Vlaams Belang en de N-VA samen hadden deelgenomen aan de zomercampus van een conservatieve denktank in Polen. Die is in handen is van voorzitter Tomasz Poreba, Europarlementslid voor de Poolse conservatief-nationalistische regeringspartij Recht en Rechtvaardigheid (PiS), die weleens homofobe standpunten inneemt. Vlaams Belang Jongeren sprak van een “verbroedering” met de N-VA. De jeugdafdeling van de partij van Bart De Wever distantieerde zich daarna van de hele zaak. Onder meer via sociale media ging het welles-nietesspelletje tussen beide partijen verder.

N-VA kijkt meer naar het centrum

Dat geruzie kan puberaal lijken, maar komt beide partijen met het oog op de verkiezingen van 2024 goed uit. De N-VA hoopt dan nog altijd de grootste Vlaamse partij te zijn en dat is enkel mogelijk door een centrumrechtse koers te varen, het verschil met het Vlaams Belang te benadrukken en te verklaren dat een coalitie met Van Grieken uitgesloten is. De redenering van de N-VA is dat de meest radicale kiezers het Vlaams Belang sowieso trouw zullen blijven. In het centrum zijn daarentegen nog kiezers te halen. Het Vlaams Belang maakt van de situatie gebruik om erop te wijzen dat het de enige consequente rechtse en nationalistische partij is en de N-VA te soft is geworden.

Al zit de rechts-radicale partij dezer dagen in een moeilijk parket. Van Grieken wil het Vlaams Belang salonfähiger maken, maar de extreme uitspraken van Dries Van Langenhove zijn daarbij een hinderpaal geworden. Het geeft de indruk dat het Vlaams Belang een wolf is schaapsvacht blijft. Het is opvallend dat de gematigde VB-kaders, zoals Kamerlid Barbara Pas en Vlaams Parlementslid Chris Janssens, zich in de hele discussie op de vlakte houden.

Ook een sociaal-economische kloof

Men zou kunnen denken dat het geruzie tussen de N-VA en het Vlaams Belang een louter tactisch-electorale keuze is en dat beide partijen in 2024 misschien gewoon een nieuwe Vlaamse regering vormen als ze een meerderheid hebben. Maar wie zijn oor te luisteren legt bij de N-VA, hoort toch andere signalen. Ten eerste wil voorzitter Bart De Wever niet de geschiedenis ingaan als de politicus die het cordon doorbrak. Het is bekend dat hij nu vooral richting Vooruit van Conner Rousseau lonkt.

Ten tweede is er de vrees dat een aantal radicale Vlaams Belang-kopstukken, genre Filip Dewinter, na het sluiten van het akkoord tussen de N-VA en het Vlaams Belang als pure provocatie racistisch getinte interviews geven.

Ten slotte is er nog die andere, vaak vergeten kloof tussen het Vlaams Belang en de N-VA: hun sociaal-economische programma’s liggen mijlenver uit elkaar. De N-VA profileert zich op economisch vlak nog altijd als rechts-liberale partij. Het Vlaams Belang heeft in navolging van Marine Le Pen en het Rassemblement National in Frankrijk een socialistisch programma: geen verhoging van de pensioenleeftijd, geen flexibele arbeidsmarkt,… Samen een regeerakkoord schrijven is voor beide partijen in de praktijk zeer moeilijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content