De balans: Friedrich Merz start een race tegen de tijd

De Duitse bondskanselier Friendrich Merz © Getty Images
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De Duitse bondskanselier Friedrich Merz wil Europa’s grootste economie opnieuw op het spoor krijgen. Daarvoor heeft hij officieel vier jaar tijd, maar er moet eigenlijk snel worden geschakeld. Gezien de internationale politieke en economische instabiliteit en zijn wankele regeringsmeerderheid handelt hij het best zeer snel.

Twintig berichten op X op 7 mei, twaalf op 8 mei en al vier posts op 9 mei om 9 uur. De beheerders van het X-account van Friedrich Merz kloppen overuren. Alsof de nieuwe Duitse bondskanselier aan iedereen duidelijk wil maken dat hij geen tijd te verliezen heeft. Hij meldt elk internationaal bezoek en elke maatregel die de nieuwe coalitie van christendemocraten en sociaaldemocraten moet nemen. Er is altijd een verschil tussen perceptie en realiteit, maar het is inderdaad nodig dat Merz snel handelt.

De grootste economie van Europa ligt al een hele tijd op apegapen. 2023 en 2024 waren recessiejaren. In 2025 wordt amper groei verwacht, onder andere omdat de Duitse economie zeer gevoelig is voor de Amerikaanse invoerheffingen. Pas in 2026 zou er sprake zijn van een groei van 1 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Het Duitse inkomen per hoofd, 36.130 euro, is teruggevallen tot het cijfer van 2017. Dat is een unicum sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Duitse economie moet zich heruitvinden

Te lang hebben onze oosterburen geteerd op goedkope Russische energie, de Chinese exportmarkt en een (auto)industrie die dankzij loonmatiging kon overleven zonder te veel aandacht te besteden aan nieuwe technologische evoluties, zoals de elektrische auto. Dat tijdperk is voorbij. De Duitse economie moet zich zo snel mogelijk heruitvinden. Dat de nieuwe regering de begrotingsrem loslaat en honderden miljarden euro’s vrijmaakt voor investeringen in infrastructuur en defensie is nodig. Op die manier kunnen onze oosterburen opnieuw de motor van de Europese economie worden. Dat is ook goed nieuws voor de buurlanden die economisch sterk afhankelijk zijn van Duitsland. Maar Merz’ plannen moet echt wel al in 2025 worden uitgerold.

Want hoe sneller dat gebeurt, hoe sneller de hele economie geniet van de investerings- en uitgavenmultiplicator. Die stelt dat het bbp na enige tijd stijgt dankzij die toename van de uitgaven. Studies tonen aan dat investeringen in infrastructuur, onderwijs, en onderzoek en ontwikkeling de productiviteit optrekken met als een gevolg een multiplicator die hoger ligt dan één. Kortom, de geplande investeringen van de Duitse regering moeten voor extra groei zorgen.

Al is de grootste opdracht van Merz niet om het geld vrij te maken. Dat staat al vast en zal gemakkelijk gebeuren. De middelen moeten ook efficiënt worden aangewend. Regulitis, lange vergunningsprocedures en gebrek aan geschoolde arbeidskrachten waren in het verleden vaak een rem op het welslagen van projecten. Voor deze Duitse trein der traagheid is nu geen tijd en ruimte meer.

Merz legt het best snel goede resultaten voor met een positief effect op de groei. Als de Duitse economie dit jaar niet stagneert maar groeit en het bbp in 2026 met meer dan 1 procent stijgt, zou dat al een goed signaal zijn.

Er zijn geen wittebroodsweken voor Friedrich Merz. Dat de man uit het Sauerland twee stemrondes nodig had om tot kanselier te worden verkozen, was een blamage.

Niet meer dan een verstandshuwelijk

Want rekenen op de hele legislatuur van vier jaar om de Duitse tanker te keren en een versnelling hoger te doen schakelen is te risicovol. Niet alleen wegens de internationale politieke en economische onzekerheid. Ook omdat de CDU/CSU-SPD-regering op binnenlands vlak relatief zwak staat. Er zijn geen wittebroodsweken voor Friedrich Merz. Dat de man uit het Sauerland dinsdag twee stemrondes nodig had om tot kanselier te worden verkozen, was een blamage. Blijkbaar waren enkele sociaaldemocraten ontevreden omdat ze een ministerpost misliepen en ergeren ze zich aan het strengere migratiebeleid. Bij CDU/CSU is niet iedereen gelukkig met het expansieve budgettaire beleid. Bovendien zien enkele oudgedienden uit de entourage van ex-bondskanselier Angela Merkel kanselier Merz niet zitten wegens te rechts en te conservatief. Kortom, deze coalitie is niet meer dan een verstandshuwelijk en het is twijfelachtig of ze vier jaar standhoudt.

Ook bij de bevolking heerst wantrouwen over de overlevingskansen. Volgens een recente peiling van de publieke omroep ZDF is slechts 38 procent van de Duitsers tevreden met het feit dat Friedrich Merz bondskanselier werd. 56 procent is het daar niet mee eens. Om het in pauselijke termen te zeggen: Merz is niet bepaald in staat van genade.

 

Partner Content