De balans: Franstalige paniek om de centen

© BELGA PHOTO KURT DESPLENTER
Alain Mouton

Vlaanderen zit nog een aantal jaren met een begrotingstekort opgescheept. Maar in Wallonië en de Franse Gemeenschapsregering is de toestand een stuk dramatischer, met schulden die straks oplopen tot 280 procent van de inkomsten. De Franstalige partijen denken te besparen door bevoegdheden tussen deelregeringen te verschuiven. Liever dat dan een nieuwe bedeltocht naar Vlaanderen.

Vlaanderen verwacht volgend jaar een begrotingstekort van 2,7 miljard euro, de kosten voor de Oosterweel-investering (1 miljard euro) niet meegerekend. Wallonië boekt dit jaar een begrotingstekort van 2,9 miljard euro. Volgend jaar zal het deficit 2,5 tot 3 miljard euro bedragen. Dat is dus dezelfde omvang als Vlaanderen. Maar daar houdt de vergelijking tussen de twee gewesten op. Het Vlaamse deficit moet worden afgezet tegen een budget van 65 miljard euro, terwijl dat van Wallonië 18 miljard euro bedraagt.

Cerpe, een onderzoekinstituut aan de Universiteit Namen, luidt de alarmbel over de Franstalige financiën. Het berekende dat de Waalse schuld stijgt van 124,4 procent van de inkomsten dit jaar naar 172,8 procent in 2028. In Brussel wordt een stijging van 194 naar 286 procent verwacht. De Franse Gemeenschap, onder andere bevoegd voor onderwijs, ziet de schuld stijgen van 83 naar 119 procent van de inkomsten. In Vlaanderen stijgt de schuldgraad van 65 naar ‘slechts’ 86 procent van de inkomsten in 2028.

Een Vlaams begrotingsevenwicht in 2027 moet de groei van die schuld afremmen of doen stoppen. In Wallonië is geen sprake van een traject naar een evenwicht. Minister-president Elio Di Rupo (PS) belooft af en toe wel dat er volgend jaar een begrotingsevenwicht kan worden bereikt, maar dan gebeurt dat op basis van een boekhoudkundige truc. De kosten voor de covid- en de energiecrisis en de steunmaatregelen voor de slachtoffers van de overstromingen van 2021 zijn uitzonderlijke uitgaven, is zijn redenering, en die moeten dus buiten de begroting worden gehouden. Die stelling overtuigt Waalse economen en de oppositiepartijen in het Waals Parlement niet. Zij berekenden dat de stijging van de Waalse schuld tussen 2019 en 2024 (van 23 naar 40 miljard euro) slechts voor een kwart te verklaren is door covid en de overstromingen. Kortom, de structurele uitgaven van de Waalse regering liggen te hoog. Volgens Waals minister van Begroting Adrien Dolimont (MR) is er geen reden tot bezorgdheid: door jaarlijks tussen 150 en 170 miljard euro te saneren, blijven de Waalse overheidsfinanciën onder controle. Hij zegt het niet met zoveel woorden, maar desnoods kan de Waalse regering putten vullen met hogere belastingen.

De grootste hap: lonen van onderwijzend personeel

Die optie bestaat niet voor de Franse Gemeenschap. Die leeft zo goed als volledig van dotaties en heeft niet de fiscale autonomie om een eigen begrotingsbeleid te voeren. Daarom luidde minister-president Pierre-Yves Jeholet (MR) op 27 september, het feest van de Franse Gemeenschap, de alarmbel. In een groot interview met Le Soir overheerste de paniek om de centen. De Franse Gemeenschap kijkt aan tegen een structureel deficit van 1,2 tot 1,3 miljard euro. “De financiële situatie is catastrofaal.” Het probleem voor de Franse Gemeenschap is dat er op het budget van meer dan 12 miljard euro weinig ruimte is om te besparen. Dat zit zo: 75 procent van de begroting gaat naar onderwijs, waarvan 85 procent lonen zijn. Die kostenpost is de voorbije twee jaar sterk gestegen door investeringen. Bovendien staat het Franstalig onderwijs bekend als weinig efficiënt. Je hebt er klassen van 27 leerlingen en een gang verder een klas met 5 scholieren. Bovendien worden masters die bijvoorbeeld lesgeven in een lagere school betaald als masters.

Jeholet is duidelijk: als niet wordt bespaard, dan zijn er twee andere opties. De eerste is een nieuwe bedeltocht richting Vlaanderen. Dat was zo met vroegere staatshervormingen: geld in ruil voor meer Vlaamse bevoegdheden. Daar rekent de N-VA op na de verkiezingen van 2024.

Toch de Vlamingen nodig?

Maar dat draagt duidelijk niet de voorkeur weg van de Franstalige politici. Vorige donderdag raakte bekend dat de PS, de MR en Ecolo een basisakkoord hadden bereikt om, ten eerste, te besparen op het aantal ministers en parlementsleden van de Franse Gemeenschap en, ten tweede, bevoegdheden weg te sluizen van de armlastige Franse Gemeenschap naar Wallonië en Brussel. Bevoegdheden als jeugdzorg, kinderopvang, volksgezondheid en opleiding zouden worden weggehaald uit de Franse Gemeenschap, die enkel nog bevoegd zou zijn voor onderwijs, cultuur en radio en tv. Zo’n verschuiving tussen deelentiteiten bezuiden de taalgrens is niet nieuw. Het Waals Gewest heeft in het verleden een aantal bevoegdheden (onder meer toerisme en ruimtelijke ordening) overgedragen aan de Oostkantons (de Duitstalige Gemeenschap).

De Franstalige redenering is: enkele bevoegdheden die naar de gewesten worden verkast, kunnen met belastingen worden gefinancierd. Maar er stelt zich wel een institutioneel probleem: om bijvoorbeeld van de gezondheidszorg in Brussel een gewestbevoegdheid te maken, is de toestemming van de Vlaamse partijen nodig. Meer nog: ook Vlaanderen zou die bevoegdheden aan Brussel moeten overdragen. Dat is politieke sciencefiction.

Partner Content