De balans: eerst 1 miljard euro extra voor munitie, dan pas de rest


Vandaag legt minister van Defensie Theo Francken (N-VA) zijn plan op tafel om op korte termijn 4 miljard euro extra te vinden voor het defensiebudget. Wel zijn er nog veel vragen over hoe de financiering moet gebeuren en waaraan die middelen zullen worden besteed. Wellicht is de aankoop van munitie prioritair vooraleer er ruimte is voor langetermijninvesteringen, zoals gevechtsvliegtuigen en drones. Politiek gevoelige discussies zijn niet uit te sluiten.
Het gaat snel. De federale regering wil nog voor de zomer de uitgaven voor defensie optrekken van 8 naar 12 miljard euro. Zo haalt België de NAVO-norm van 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Minister van Defensie Theo Francken (N-VA) heeft daarvoor een plan klaar en wil zelfs verder gaan: 2,5 procent van het bbp moet op termijn naar het leger gaan. Zijn collega op Begroting, Vincent Van Peteghem (cd&v), pleit voor een “door de begroting verzekerd investeringspakket van 17,2 miljard euro dat gedurende de periode 2025-2029 besteed kan worden aan defensie”. “Zo kan de 2 procentnorm gehaald worden tegen de zomer, en investeren we niet enkel sneller, maar op lange termijn ook meer in defensie.”
De vraagt rijst hoe dat alles gefinancierd moet worden met enkel en alleen al het federale begrotingstekort dat dit jaar 23 miljard euro bedraagt of 3,6 procent van het bbp.
Terughoudende banken
De voorbije weken werden allerlei voorstellen gelanceerd om de financiering te realiseren. De ene keer ging het over een defensiebon naar analogie van de staatsbon, waarop particulieren zouden kunnen intekenen. Daarnaast was er sprake van het buiten de begroting houden van een deel van de defensie-uitgaven.
En dan is er het Defensiefonds, dat gebruikt zou worden voor militaire investeringen en beheerd wordt door de Federale Participatiemaatschappij (FPIM). Het fonds moet worden gespijsd met de verkoop van overheidsparticipaties en de inkomsten uit dividenden. FPIM neemt dan participaties in bedrijven die zowel zuiver militair actief zijn als in dual use (militaire en burgerlijke producten). Het Defensiefonds zou niet alleen welkom zijn omdat de federale overheid om geld verlegen zit. Het is ook deels een oplossing voor de defensiesector die in de zoektocht naar investeringsmiddelen nog altijd op een njet botst bij de banken. Tot nu toe beschouwen die het verlenen van kredieten aan defensiebedrijven moreel laakbaar, net als de begeleiding van fusies en overnames in de sector.
Vorig jaar nam het Waalse John Cockerill Defense, een belangrijke leverancier van pantsertorens voor lichte tanks en van geschuts- en simulatiesystemen, het Franse Arquus over voor meer dan 200 miljoen euro. Arquus is een Franse leverancier van militaire voertuigen. Een rendabel mandaat, maar geen enkele Belgische bank wou die overname steunen. Men moest zich wenden tot Franse banken. De financiële sector blijft zeer terughoudend. Activiteiten als factoring en korte kredietlijnen voor bedrijven die zeer winstgevend zijn voor banken: ook daar doet men niet aan mee als er militaire bedrijven bij betrokken zijn. FPIM kan voor de middelen zorgen die de banken maar ook private-equityspelers voorlopig niet ter beschikking stellen.
Niet meer ‘met stenen gooien’
Verder is het uitkijken naar de manier waarop die middelen in eerste instantie moeten worden gebruikt. Al sinds de uitbraak van de oorlog in Oekraïne staat het aanvullen van de munitievoorraden bovenaan op de agenda. De uitspraak van ex-generaal Marc Thys dat het Belgisch leger na een paar dagen oorlog “met stenen moet beginnen gooien” is een eigen leven gaan leiden, maar het is geweten dat de voorraden gewoon onvoldoende zijn. Of het nu gaat over lichte munitie voor geweren, munitie voor pantservoertuigen, mijnen of raketten op straaljagers en fregatten. In dat verband doet het cijfer van 1 miljard euro de ronde. Het voordeel is dat er geen aparte contracten moeten worden afgesloten voor de aanvulling van de munitievoorraden, de bestaande kunnen worden uitgebreid. De levering kan ook tamelijk snel gebeuren.
De andere aankopen maken deel uit van langetermijnplan: het gaat dan over luchtafweer, extra straaljagers en legerhelikopters, drones, een derde fregat. Dat neemt meer tijd in beslag, omdat het over nieuwe contracten gaat. Zolang die niet zijn afgesloten, staat men nergens. Er wordt gesproken over terugverdieneffecten, wanneer bijvoorbeeld het onderhoud in Belgische fabrieken gebeurt, maar dan moeten er ook assemblagelijnen worden uitgerold. Dat gebeurt niet in een handomdraai.
België opereert bovendien niet op een eiland. Door de sterke integratie met de Nederlandse marine hebben beslissingen van onze noorderburen ook een impact. In Nederland moeten de huidige luchtverdedigingsraketten Standard Missile 2 worden op de fregatten vervangen worden. De aanbestedingsprocedure daarvoor loopt. Franse, Amerikaanse en Israëlische bedrijven zijn in de running. Als België een derde fregat wil bouwen, moet men de Nederlandse beslissing volgen.
Geen extra F-35?
Enkele nieuwe aankopen liggen bovendien politiek zeer gevoelig. Minister van Defensie Theo Francken wil de F-35-vloot uitbreiden. Maar aan Franstalige kant staan steeds meer partijen op de rem. Zij pleiten voor ‘koop Europees’ en dan denkt men aan de Franse Rafale. Men voelt zich daar bovendien gesterkt door de verhalen dat de Verenigde Staten zouden kunnen beslissen de software van geleverde F-35’s niet meer te upgraden, waardoor het risico bestaat dat ze op termijn niet of slechts gedeeltelijk inzetbaar zijn. Volgens Theo Francken is die “kill switch” van de VS een indianenverhaal. Maar niet iedereen is overtuigd. Hier dreigt een discussie zoals bijna vijftig jaar geleden bij de aankoop van F-16-straalvliegtuigen.
Eén van de regeringspartijen toen, het regionalistische Rassemblement Wallon, pleitte voor Franse vliegtuigen. Maar leden van RW in de regering, onder wie Jean Gol, wilden Amerikaanse F-16’s, gezien het belang van de compensaties die de Amerikaanse firma toekende aan de Luikse regio. Het leidde tot een breuk in de partij, waarna Gol PRLW oprichtte, de voorganger van de huidige Franstalige liberale MR.
De balans van de week door Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier