De balans: een ongewone economische alliantie in Frankrijk
Marine Le Pen haalde de tweede ronde van de Franse presidentsverkiezingen dankzij een campagne rond koopkracht, lagere btw, hogere vermogenstaksen en de blokkering van de pensioenleeftijd. Voor de tweede ronde hoopt ze een deel van kiezers van de radicaal-linkse Jean-Luc Mélenchon achter zich te krijgen. Nochtans heeft Frankrijk de economische recepten van die radicalen echt niet nodig.
Een paar dagen geleden gaf de radicaal-rechtse presidentskandidate Marine Le Pen (Rassemblement National) een internationale persconferentie. Toen één van de aanwezigen een foto bovenhaalde van Le Pen die de hand schudde van de Russische president Vladimir Poetin, werd die persoon hardhandig uit de zaal verwijderd.
Op hetzelfde moment bezetten aanhangers van de radicaal-linkse kandidaat Jean-Luc Mélenchon (La France Insoumise) de gebouwen van de Parijse Sorbonne-universiteit. Mélenchon haalde vorige zondag tijdens de eerste ronde 21 procent van de stemmen, maar dat was niet genoeg om door te stoten naar de tweede ronde. De militanten van Mélenchon spoten graffitiberichten op de muren als ‘Noch Le Pen, noch Macron’ en ‘Neen aan verkiezingen’.
Les extrêmes se touchent, zeggen ze in het Frans. Of om een vergelijking van politicologen te hanteren: Le Pen en Mélenchon zijn een schoolvoorbeeld van de ideologische hoefijzertheorie. Zoals de uiteinden van een hoefijzer liggen extreemlinks en extreemrechts dichter bij elkaar dan we denken. Niet enkel wegens de autoritaire trekjes van kandidaten en hun aanhangers, zoals deze week bleek in de Franse presidentscampagne. Ook omdat de economische programma’s van beide kandidaten dicht bij elkaar liggen. Marine Le Pen hoopt dat ze uittredend president Emmanuel Macron in de tweede ronde op 24 april kan verslaan als ze voldoende aanhangers van Mélenchon kan overtuigen. Volgens opiniepeilingen zou een derde van de extreemlinkse kiezers naar extreemrechts overhellen, net wegens het zeer sociale, om niet te zeggen donkerrode, economische programma van Marine Le Pen.
Veertig jaar terug in de tijd
Le Pen was tijdens de verkiezingscampagne een tijdlang op achtervolgen aangewezen. De conservatieve publicist Eric Zemmour haalde haar op rechts in en even zag het ernaar uit dat ze de tweede ronde niet zou halen. Maar de stijgende energieprijzen en oplopende inflatie waren haar redding. Le Pen besteedde enorm veel aandacht aan het koopkrachtprobleem en kwam met gewaagde voorstellen. Zo wil ze de btw voor honderd voedingsproducten en cosmetica verlagen naar 0 procent. De btw op energie en brandstoffen (gas, benzine, diesel en elektriciteit) zou dalen van 25 naar 5,5 procent. Dat zou leiden tot een gat van meer dan 10 miljard euro in de Franse staatskas.
Dat tekort kan volgens Le Pen worden opgevangen door de oude vermogensbelasting opnieuw in te voeren. Emmanuel Macron had de impôt sur la fortune (ISF) hervormd waarbij tegoeden als aandelen en andere financiële activa uit de belastbare korf werd gehaald. Met de nieuwe IFI of impôt sur la fortune immobilière wordt enkel nog vastgoed belast.
Daarnaast wil ze dat de rente op negatieve saldo’s op zichtrekeningen wordt gehalveerd, de arbeidstijd niet wordt verlengd en de pensioenleeftijd van 62 jaar zeker niet verhoogd wordt. Dat laatste is één van de pijlers van het economisch programma van Emmanuel Macron. Ten slotte is Le Pen een voorstander van hogere uitkeringen. Een onderzoek van de prestigieuze grande école Sciences Po leert dat het programma van Le Pen voor 66 procent de nadruk legt op economische herverdeling. In 2002, toen haar vader Jean-Marie Le Pen de tweede ronde van de presidentsverkiezingen haalde kreeg 25 procent van het economisch programma van toen nog het Front National het etiket ‘herverdelend’.
Le Pen kiest voor volle kracht links en haar programma doet wat terugdenken aan dat waarmee François Mitterrand in 1981 de verkiezingen won en de eerste socialistische president van de Vijfde Republiek werd.
Niet verwonderlijk dus dat de voorstellen van de uitdaagster van Macron als muziek in de oren klinken bij een aantal radicaal-linkse kiezers. Ook al heeft een deel van de Mélenchon-aanhang een afkeer voor Le Pen wegens haar anti-immigratiestandpunten. Maar de aversie voor de zittende president haalt bij een niet verwaarloosbare groep radicaal-linkse kiezers de bovenhand. De bewoner van het Elysée is in hun ogen een platte kapitalist. Zijn verleden als zakenbankier bij Rotschild helpt hem daar niet bij. Om nog maar te zwijgen van het feit dat zijn regering miljoenen euro’s betaalde aan McKinsey voor consultancy-opdrachten. Net als het discours dat hij tegenover werklozen en stakers hield: “De beste manier om een kostuum als het mijne te kopen is te gaan werken.” Of: “U hoeft maar de straat over te steken en u vindt werk.”
Franse economie heeft andere recepten nodig
In de peilingen staat Emmanuel Macron momenteel nog aan de leiding. Maar een verhouding van 54 tegenover 46 procent doet de entourage van de president beseffen dat niets gespeeld is, zeker als de ongewone economische alliantie tussen aanhangers van Le Pen en Mélenchon zich vertaalt in een anti-Macron-stem op 24 april.
In elk geval kan Frankrijk die radicale economische recepten missen als de pest. Ondanks een aantal efficiënte maatregelen onder Macron zoals een beperkte versoepeling van het arbeidsmarktbeleid, een verlaging van de vermogenstaks en de vennootschapsbelasting en het korten van een aantal sociale bijdragen blijft de fiscale druk in Frankrijk tot de hoogste van Europa. De concurrentiekracht van de bedrijven staat nog altijd onder druk en de de-industrialisering is niet gestopt.
De Franse onderzoekster Agnès Verdier-Molinié berekende dat Frankrijk bijna 200 soorten belastingen heeft. Dat is meer dan het dubbele van Duitsland. Als de fiscale druk op bedrijven en gezinnen bij de zuiderburen even hoog zou liggen als het gemiddelde van de Europese Unie, dan moet die met 155 miljard euro dalen. De overheidsuitgaven (55% van het bruto binnenlands product) liggen in Frankrijk 262 miljard euro hoger dan het Europese gemiddelde, schrijft ze in haar boek Le vrai état de la France. In de aanloop naar de eerste ronde beloofde Macron dat overheidsbeslag verder af te bouwen, wat hem veel kiezers van het ondertussen verschrompelde centrumrechtse Les Républicains opleverde. Maar met de hete adem van Le Pen in de nek schuift hij nu opnieuw naar links op. Onder andere zijn voorstel om de pensioenleeftijd te verhogen naar 65 jaar zou volgens Macron nu “te bespreken” zijn. Die lijn doortrekken na een herverkiezing is niet wat Frankrijk, nog altijd Europa’s tweede grootste economie, echt nodig heeft.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier