De balans: de stilstand regeert

Minister van Werk en Economie Dermagne en premier De Croo © belga
Alain Mouton

Een loonnorm aangevuld met een consumptiecheque en straks een mogelijke afruil tussen een hoger minimumloon, aangepaste arbeidsregels en lastenverlagingen. Het eerste echte sociaal-economische akkoord van de regering-De Croo is de zoveelste belegen en typisch Belgische deal. Verder dan wat gerommel in de marge komen we niet.

De federale regering onderhandelde tot 3 uur ‘s nachts over een loonakkoord en toch waren er een halve dag later nog onduidelijkheden. Tijdens het vragenuurtje in de Kamer op donderdag bleken de socialisten en de liberalen een verschillende lezing te hebben over het nachtelijke loonakkoord voor 2021-2022. Over de verwachte indexering van 2,8 procent en de reële loonstijging van 0,4 procent zoals vooropgesteld door de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) was er geen discussie. Wel over de coronapremie tot 500 euro extra. Moest dat nu op bedrijfsniveau of door de sectoren worden afgeklopt? De liberalen zegden het eerste, de socialisten het tweede.

Het is symptomatisch voor de manier waarop dit eerste echt moeilijke sociaal-economische dossier van de regering-De Croo is afgehandeld. Het is een typisch ingewikkeld en oubollig Belgisch compromis geworden. Er wordt teruggrepen naar recepten die in het verleden conflicten moesten ontmijnen, maar niet echt een bijdrage leverden aan een goed werkende economie. Dat de wet op de loonnorm wordt gerespecteerd en op die manier een nieuwe zware loonkostenontsporing wordt tegengegaan, is zowat het enige positieve aspect aan het akkoord.

Voor de rest is het oude wijn in nieuwe zakken. De consumptiecheque, die slechts beperkt wordt belast (16,5% werkgeversbijdrage), komt boven op een waslijst van tachtig extralegale voordelen die de voorbije decennia werden ingevoerd om de zware lasten op arbeid te ontwijken. Het is bekend dat het fiscaal stelsel een koterij is. Dat geldt evenzeer voor de parafiscaliteit of het stelsel van de sociale bijdragen. Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert pleit al jaren voor de vervanging van al die voordelen als ecocheques en maaltijdcheques door gewoon extra nettoloon. Blijkbaar mogen die voorstellen nu in de vuilbak.

Averechts werkende lastenverlaging

Een fundamenteel debat over de Belgische loonvorming en de nog altijd zware lasten op arbeid wordt niet gevoerd in de schoot van de regering. Wanneer wordt iets gedaan aan de minstens 51 procent fiscale aanslag op het inkomen van een alleenstaande? Wanneer wordt het systeem van de anciënniteitsverloning aangepakt? Wellicht komt de Vivaldi-regering daarover deze legislatuur niet verder dan wat studiewerk. De stilstand regeert.

Enkele sociaal-economische dossiers worden naar de sociale partners doorgeschoven. Alsof die nog knopen kunnen of willen doorhakken. De regering heeft zichzelf klemgereden door in het regeerakkoord uitgebreid de sociale partners op te geven als hulplijn voor sociaal-economische dossiers.

De Croo en co. hopen de vakbonden te paaien met hogere minimumlonen en soepeler regels rond brugpensioen (SWT) en landingsbanen aan het einde van de loopbaan. Als compensatie krijgen de werkgevers extra lastenverlagingen.

Zijn dat de sociaal-economische prioriteiten? Het valt te betwijfelen. Zuiver macro-economisch bekeken is een verhoging van de minimumlonen niet het urgentste probleem. Niet alleen zijn die in België al de vierde hoogste van de Europese Unie. Econoom Ive Marx (Universiteit Antwerpen) wijst er terecht op dat slechts een zeer beperkt aantal Belgische werknemers tegen dat minimumloon werkt. Volgens Marx is de discussie over de minimumlonen dan ook grotendeels een symbooldiscussie, want de sectorale minima liggen een stuk hoger. België is één van de landen met het minste aantal laagbetaalde jobs. Maar kent tegelijk wel een zeer lage tewerkstelling bij kortgeschoolde mensen en mensen met een migratie-achtergrond. De sociale partners en de regering zouden beter daarop focussen.

Ook de lastenverlaging op de lagere lonen als compensatie voor het hogere minimumloon doet vragen rijzen. De lasten op arbeid zijn in België door de band genomen zeer hoog, maar voor de laagste inkomens (onder 2000 euro bruto) zijn er al heel wat RSZ-kortingen. Het probleem is dat iemand die na verloop van tijd zijn loon ziet stijgen die voordelen verliest, in hogere belastingschalen terechtkomt en plots per 100 euro extra daar tot meer dan 80 euro belastingen op moet betalen. Dat heet de promotieval. Die averechts werkende lastenverlaging is een oud zeer in België.

Komt ze op tafel bij de grote fiscale hervorming die de regering voorbereidt? Dat wellicht wel, maar of er iets aan gedaan wordt, is een ander paar mouwen. Hetzelfde geldt voor de pensioenhervorming, de update van het arbeidsmarktbeleid, de klimaattransitie en de begroting. Wellicht doet de regering-De Croo amper meer dan pappen en nathouden.

Men ziet de ernst van de uitdagingen niet in. Getuige daarvan de passage van Vooruit-voorzitter Conner Rousseau in Terzake donderdag: “Waar in Europa worden pensioenen verhoogd, uitkeringen verhoogd, historisch geïnvesteerd in de zorg, lonen verhoogd boven op de index, een premie daarbovenop en de minimumlonen verhoogd?” Inderdaad, enkel in België. Alleen spreekt niemand over de factuur die straks volgt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content