De balans: Belgisch fiscaal federalisme is een farce

Melissa Depraetere, viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Wonen, Energie en Klimaat, Toerisme en Jeugd © BELGA PHOTO TOM GOYVAERTS
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Een federale belastinghervorming die Vlaanderen tot 600 miljoen euro kan kosten. Gekkigheden als een Vlaamse ‘koelkastpremie’ worden uitgedeeld zonder verantwoording af te moeten leggen. Het toont hoe kaduuk het Belgische fiscale federalisme is. De regio’s hebben dringend nood aan meer fiscale autonomie. Dat is op termijn ook nodig om de overheidsfinanciën te saneren.

De federale belastingplannen zijn slecht nieuws voor de Vlaamse begroting. De federale belastinghervorming die de regering-De Wever klaar heeft, zou Vlaanderen tegen het einde van de legislatuur meer dan 600 miljoen euro kosten. Daarmee herhaalt de geschiedenis zich. Toen de regering-Michel tien jaar geleden een taxshift doorvoerde, waarbij de personenbelasting werd verlaagd, kostte dat de regio’s eveneens een pak geld. Want sinds de zesde staatshervorming heffen de gewesten opcentiemen op de federale personenbelasting. Maar wanneer die laatste verlaagd wordt, dan heffen de gewesten opcentiemen op de gereduceerde belasting, wat minder opbrengt. Het onderzoeksinstituut Vives (KU Leuven) publiceerde deze maand een studie waaruit blijkt dat de Vlaamse overheid zonder die taxshift gecumuleerd 1,05 miljard euro meer ontvangen zou hebben.

Daar kon en kan de Vlaamse regering weinig aan doen. De federale overheid is exclusief bevoegd voor de grondslag van de personenbelasting. De gewesten kunnen bij een unilaterale federale wijziging in de personenbelasting, waar zij mee de gevolgen van ondervinden, geen belangenconflict inroepen.

Federale overheid als derde betaler

Regio’s als Vlaanderen heffen weliswaar eigen belastingen (verkeersbelasting, schenkings- en registratierechten, successierechten enzovoort) maar de eigen belastingbevoegdheid of fiscale autonomie is beperkt. Van de 62,3 miljard euro aan ontvangsten van de Vlaamse overheid komt 31 miljard euro van dotaties van de federale overheid. De eigen fiscale inkomsten (16,5 miljard euro) zijn goed voor amper 25 procent van de totale ontvangsten, leert de Vives-studie van de hand van de Vlaamse topambtenaar Koen Algoed en Annelies Hoebeeck van het Departement Financiën en Begroting van de Vlaamse overheid. In Wallonië is de fiscale autonomie hoger (39%), maar dat komt door de opsplitsing tussen het Waals Gewest en de Franse Gemeenschap. Die laatste overheid (bevoegd voor onder andere onderwijs en cultuur) ontvangt jaarlijks 22 miljard euro, maar dat zijn voor maar liefst 98,2 procent federale dotaties.  Dat maakt van het Belgische fiscale federalisme een farce. Zoals de Vives-studie stelt: “De federale overheid verwordt steeds meer tot een derde betaler. Dat creëert problemen van rekenschap en verantwoordelijkheid.”

Regio’s worden inderdaad niet geresponsabiliseerd tot het voeren van een efficiënt overheidsbeleid. Dat leidt tot toestanden zoals de ‘koelkastpremie’ van Vlaams minister van Energie Melissa Depraetere (Vooruit). Een kortingsbon van 250 euro voor energiezuinige huishoudtoestellen kan gemakkelijk worden uitgedeeld, want het geld komt via de federale dotaties toch binnen. Een sinterklaaspolitiek waartoe alle partijen verleid worden, want de premie werd door de vorige Vlaamse regering al ingevoerd door Zuhal Demir (N-VA).

Factuurfederalisme

Experts als de Leuvense grondwetspecialist Quinten Jacobs zien daarin perverse effecten van wat ze ‘dotatiefederalisme’ of ‘factuurfederalisme’ noemen. In het vakjargon wordt ook wel gesproken over het ‘soft budget-effect’. Dat laatste blaast tekorten op. Want door de lagere overheden te financieren met dotaties, geeft de hogere overheid – in dit geval de federale – het signaal dat de regio’s altijd kunnen proberen een verhoging van de dotaties uit te lokken. Het is een van de verklaringen waarom de schulden van de gemeenschappen en de gewesten de voorbije jaren zo sterk gestegen zijn. Uit de Vives-studie blijkt dat de schuld van het Vlaams Gewest in de periode 2020-2023 met 2 procentpunt van het bruto binnenlands product (bbp) is gestegen. In Wallonië en Brussel is dat respectievelijk 130 en 80 basispunten van het bbp.

Dat doet de druk op de federale overheid toenemen om die regio’s een reddingsboei toe te gooien. Als de deelstaten echter een substantiële belastingautonomie hebben, dan zou de federale overheid bij een oplopend begrotingstekort en en toenemende schuld kunnen zeggen: los uw problemen zelf op. Zo doen de Zwitserse kantons het.

Personenbelasting splitsen?

Vandaar het pleidooi van Koen Algoed en Annelies Hoebeeck in de Vives-studie: “De gemeenschappen en gewesten moeten een prikkel krijgen om te investeren in belastbare basissen. Meer fiscale autonomie is een noodzakelijke, weliswaar geen voldoende, voorwaarde om dat te bewerkstelligen. Gegeven de perverse fiscale autonomie voor de gewesten is het een stap vooruit om de gewesten toegang te geven tot een gemeenschappelijk bepaalde belastbare personenbelasting. Een basis waarop ze dan hun eigen tariefstructuur en eventuele verminderingen of vrijstellingen kunnen implementeren. (…)”

“Een verregaander maar aan te bevelen piste is van de personenbelasting een exclusieve gewestelijke bevoegdheid te maken in het kader van een bevoegdheidsoverdracht naar de gewesten en/of gemeenschappen.”

Dat kan via een split rate in de personenbelasting, waarbij de federale overheid en de gewesten een eigen beleid voeren en hun eigen tarieven verhogen of verlagen. Het leidt tot responsabilisering, wat ervoor kan zorgen dat de deelstaten op lange termijn mee bijdragen aan de sanering van de overheidsfinanciën. Maar daarvoor is wel een staatshervorming nodig en dus een tweederdemeerderheid.

Partner Content