De balans: terwijl Nederland een tandje bijschakelt, blijft België het NAVO-kneusje

Mark Rutte
Mark Rutte
Alain Mouton

Uittredend Nederlands minister-president Mark Rutte is goed op weg om de nieuwe secretaris-generaal van de NAVO te worden. Net op een moment dat onze noorderburen meer dan 2 procent van het bruto binnenlands product uitgeven en zo de vereiste NAVO-norm halen. België bengelt, ondanks meer defensie-investeringen, aan de staart van het peloton. Er rijzen ook vragen over de kwaliteit van een paar recente legeraankopen.

Mark Rutte wordt de vierde Nederlandse secretaris-generaal van de NAVO. Dirk Stikker, Joseph Luns en Jaap de Hoop Scheffer gingen hem voor. Dat verbaast niet. Nederland staat bekend als een trouwe Atlantische bondgenoot en staat van de West-Europese lidstaten van de Europese Unie wellicht het dichtst bij de Verenigde Staten. De uittredende minister-president was vanaf het begin de favoriete kandidaat van Washington. Dat onze noorderburen sinds dit jaar meer dan 2 procent van hun bruto binnenlands product (bbp) aan defensie uitgeven, hielp ook om zijn kandidatuur te ondersteunen. Van de 32 NAVO-landen zijn er naast Nederland 22 die waarschijnlijk aan 2 procent komen.

Het is voor het eerst dat zoveel landen de NAVO-norm halen. Nederland komt van ver. Tien jaar geleden bedroeg het defensiebudget er 1,15 procent van het bbp (toen 8 miljard euro), in 2024 is dat 2,05 procent of bijna 22 miljard euro. Bijna de helft (47%) van de begroting van het ministerie van Defensie gaat naar aan salarissen, pensioenen en medische zorg. Dat aandeel zal niet direct dalen, want het leger heeft extra mankracht nodig. De rest van het budget gaat naar de uitbreiding van de vloot F-35-gevechtsvliegtuigen, de aankoop van Patriot-luchtafweersystemen en vier nieuwe fregatten. Die krijgen gloednieuwe luchtdoelraketten.

Vooral Belgische beloftes

Terwijl Nederland een tandje bijschakelt, blijft België achteroplopen. Tien jaar geleden bedroegen de Belgische defensie-uitgaven 0,97 procent van het bbp, vandaag zitten we aan 1,3 procent, of wat minder dan 6 miljard euro. Daarmee blijft België zowat het NAVO-kneusje. Enkel Luxemburg, Slovenië en Spanje doen nog slechter. België besliste vorig jaar wel zijn defensiebudget tegen 2030 op te trekken tot 1,57 procent van het bbp, om tegen 2035 uit te komen op 2 procent. Maar het gaat hier vooral om beloftes en intenties.

Akkoord, de Vivaldi-regering heeft het STAR-plan goedgekeurd, waar een aantal interessante investeringen instaan, in totaal voor 11 miljard euro. Het personeelsbestand wordt opgetrokken naar 29.000. Er komt een cybercomponent en de internationale samenwerking wordt versterkt. Voor de luchtmacht en de marine is dat vooral met Nederland, voor de landcomponent met Frankrijk.

Maar het zou fout zijn te denken dat België hier een versnelling hoger schakelt zoals Nederland doet. De Vivaldi-regering klopte zich op de borst, maar eigenlijk was al eerder afgesproken om de uitgaven op te trekken tot 1,54 procent tegen 2030. Het groeipad richting 2 procent blijft onduidelijk. Dat is werk voor de volgende regering. Eenvoudig wordt dat niet. De belofte om het defensiebudget naar 2 procent van het bbp te tillen, betekent 5 miljard euro extra op jaarbasis vinden.

De grap van de drones zonder munitie

Het ondermaatse defensiebudget is één zaak. Daarnaast rijzen meer en meer vragen over de relevantie en de kwaliteit van een aantal legeraankopen. De F-35-gevechtsvliegtuigen van Amerikaanse makelij krijgen, ondanks een aantal technische mankementen, geen kritiek. De eerste van 34 stuks worden in 2026 geleverd. Het contract moet ook voor een return van 2 miljard euro zorgen voor de Belgische defensie-industrie. Wisselstukken en nieuwe onderdelen van de F-35’s zullen in België worden geassembleerd.

Een ander verhaal is dat van de legerdrones. De oorlog in Oekraïne toont aan dat die een cruciaal onderdeel zijn geworden van moderne oorlogvoering. De regering-Michel besloot in 2018 om SkyGuardian-drones aan te schaffen, met de optie om ze te bewapenen. Maar in de Vivaldi-regering hebben de groenen zich daartegen verzet. In militaire kringen is te horen dat onbewapende militaire drones anno 2024 slechts een beperkte toegevoegde waarde hebben. Het is een grap om militaire drones te bouwen of te kopen zonder ze te bewapenen.

Ander pijnlijk dossier is dat van de aankoop van luchtafweersystemen. Af en toe werd daarover binnen de regering gediscussieerd. Ten tijde van de centrumrechtse regering-Michel (2014-2018) zag men daar het nut niet van in. De regering-De Croo zag dat anders: in het STAR-plan staat voor 500 miljoen euro ingeschreven voor de aankoop van luchtafweergeschut. Maar dat militair materieel komt er niet voor 2030. Rijkelijk laat. Het probleem is dat het STAR-plan geschreven is voor de Russische inval in Oekraïne en sindsdien niet is aangepast.

Niet aangepast aan moderne oorlogsvoering

Deze week kwam er nog slecht nieuws in de marge van de defensiebeurs Eurosatory in Parijs. De Franse defensie-expert Marc Chassillan uitte er kritiek op de licht gepantserde gevechtsvoertuigen van het type Griffon. Die zijn volgens hem “ongeschikt voor high intensity combat-operaties zoals in Oekraïne. Ze zijn eerder ontworpen voor vredesmissies in pakweg Afghanistan en Afrika. Die Griffons van Franse makelij zijn te zwaar en bieden onvoldoende bescherming tegen zware oorlogsmunitie. De focus lag op bescherming tegen geïmproviseerde explosieven.” Pech voor België, dat bijna 300 van die Griffons heeft besteld. De eerste worden in 2025 geleverd.

Conclusie van de defensie-expert: de investeringen moeten verschuiven richting zwaardere pantservoertuigen. Zulke tanks heeft België al sinds 2014 net meer en er staan geen nieuwe aankopen gepland.

Partner Content