De balans: afspiegelingscoalities zijn economische noodzaak

MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez bekijkt de toespraak van Bart De Wever (N-VA) tijdens de post-verkiezingsbijeenkomst van de Franstalige liberale partij MR in Brussel op zondag 9 juni 2024. | Foto: Belga
Alain Mouton

Dat de federale regering en de regionale regeringen straks wellicht dezelfde samenstelling hebben, is een goede zaak. Een sanering van de overheidsfinanciën zal in samenwerking met de deelstaten gebeuren. En voor het stimuleren van de economische groei met meer banen en een ondernemingsvriendelijk klimaat moeten zowel de federale als de deelregeringen een tandje bijsteken.

De Waalse erfenisrechten worden verlaagd. De opleidingstaken van de Waalse arbeidsbemiddelingsdiensten worden deels geprivatiseerd. Het beperken van het aantal ministers en de aanstelling van één minister-president voor Wallonië en de Franse Gemeenschap moeten per jaar een paar miljoenen euro’s besparen. Dat zijn maar enkele van de voorstellen die een grote kans maken om in het volgende Waalse regeerakkoord terecht te komen. De liberale MR en de centristen van Les Engagés zouden er nu al bijna een akkoord over hebben bereikt. Het gaat snel bezuiden de taalgrens. Een hervormingsbeleid gericht op een stijgende werkzaamheidsgraad staat ook hoog op de agenda. MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez redeneert dat meer Walen aan de slag tot meer fiscale inkomsten leidt, ook voor de deelstaten, en de regionale begrotingsinspanning minder zwaar zal maken.

Het is bekend: de budgettaire situatie van Wallonië is dramatisch. Het deficit in verhouding tot de regionale inkomsten bedraagt 20 procent. Het zal de komende jaren wel wat dalen, maar met 13 procent in 2027 te hoog blijven. Met als gevolg dat de Waalse schuld tegen het einde van het decennium stijgt naar een onhoudbare 320 procent van de beschikbare inkomsten. Vooral Georges-Louis Bouchez, de gedoodverfde volgende Waalse minister-president, wil haast maken. Hij ziet de Waalse sanering als een onderdeel van een bredere gezondmaking van de Belgische overheidsfinanciën.

Volgende week brengt informateur Bart De Wever (N-VA) bij koning Filip verslag uit. Tegen dan zal duidelijk zijn wat de exacte budgettaire uitdagingen van het land zijn. De sanering zal de komende jaren tussen 27 en 30 miljard euro bedragen. Een gigantische opdracht die enkel tot een goede kan worden gebracht als alle neuzen in dezelfde richting staan. Dat er gewerkt wordt naar een federale afspiegelingscoalitie vanuit de regionale regeringen is dan ook een goede zaak. In Wallonië hebben MR en Les Engagés zich vastgeklikt en ook federaal geldt voor hen ‘samen uit, samen thuis’. De Vlaamse regering in wording van N-VA, cd&v en Vooruit zou ook de basis vormen voor de federale ploeg aan Vlaamse kant, al staan de socialisten nog wat op de rem.

Mee betalen voor pensioenen, efficiëntere gezondheidszorg

Het is bijna onmogelijk dat de federale regering de gezondmaking van de overheidsfinanciën op haar eentje kan realiseren, ook al is ze bevoegd voor de grootste aanjager van de tekorten: de sociale zekerheid. De deelregeringen moeten daar ook bij betrokken worden. Met de zesde staatshervorming van 2011 werden al bijkomende inspanningen gevraagd van de gemeenschappen en de gewesten, zoals de recurrente bijdrage voor de sanering van de federale financiën, een verhoogde bijdrage voor de pensioenen van de eigen ambtenaren en een bijdrage in de vergrijzingskosten. Het staat in de sterren geschreven dat de bijdrage van de regio’s hier nog zal toenemen.

Ook in het efficiënter maken van de gezondheidszorg moeten de deelregeringen hun rol spelen. In Franstalig België is het preventieve beleid (een gemeenschapsbevoegdheid) nog ondermaats. Slechts 49 procent van de Walen heeft een globaal medisch dossier, tegenover 74 procent in Vlaanderen. De vaccinatiegraad (niet enkel voor covid) ligt er lager. Een efficiëntere gezondheidszorg bezuiden de taalgrens moet op termijn meehelpen de globale kosten onder controle te krijgen.

Ondernemingsvriendelijk klimaat is regionale taak

Na de ontsporing van de overheidsfinanciën en de beleidslethargie onder Vivaldi is het tijd voor regeringen die echt hervormen. De Europese Commissie zal België trouwens wat meer tijd geven voor die sanering als die er ook echt komen. Hier hebben zowel de federale overheid als de regio’s een rol te vervullen. Beide moeten werken aan een gezondere arbeidsmarkt. Een fiscaliteit die de groei minder verstoort, is een taak van de federale regering. Maar een taxshift met lagere lasten op arbeid heeft via de personenbelasting ook gevolgen voor de begroting van de deelstaten, dus moeten zij mee in het bad. Voorafgaand overleg tussen de regeringen kan een mogelijke ergernis daarover vermijden. Als ze uit dezelfde partijen bestaan, leidt dat sowieso tot minder fricties.

Het creëren van een ondernemingsvriendelijk klimaat is dan weer een opdracht voor de regio’s. Wallonië heeft nog altijd meer dan 3.000 hectare oude industriegronden die moeten worden gesaneerd. Die terreinen bieden een oplossing voor vaak Vlaamse bedrijven die in eigen regio niet kunnen uitbreiden. In Vlaanderen lijkt men eindelijk te beseffen dat het vergunningsbeleid nog altijd een probleem is. En aan beide kanten van de taalgrens wil men het subsidiebeleid tegen het licht houden. Ten slotte zijn er de investeringen in onderzoek en ontwikkeling. De Vlaamse en Waalse O&O-uitgaven, respectievelijk 3,7 en 3,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp) lopen opvallend gelijk, maar er moet werk gemaakt worden van een betere vermarkting van de innovaties die die investeringen voortbrengen. Het helpt als zowel de federale als de Vlaamse en de Waalse regering die thema’s tussen nu en 2029 bovenaan op de agenda plaatsen. En die kans is groot.

Zie eerder:

Partner Content