Communicatiespecialist Fons Van Dyck over corona: ‘Een war room is nodig’
Crisissen zijn een barometer voor de schokbestendigheid van een organisatie of land. Marketeer Fons Van Dyck, hoofd van Think BBDO en hoogleraar strategische communicatie aan de VUB, wijst op mogelijke pijnpunten in België.
U waarschuwt op Twitter voor de eerste barstjes in de crisiscommunicatie over corona. Waar dreigt het fout te lopen?
FONS VAN DYCK. “Tot nog toe is er in België niet echt iets misgelopen, maar de echte crisis moet nog komen. De overheid volgt netjes de draaiboeken en rampenplannen die de afgelopen twintig jaar zijn voorbereid. De eerste Belgische patiënten waren bovendien vrij voorspelbaar.
“De meeste maatregelen zitten bovendien in het preventieve bereik. De regering krijgt nu terecht positieve reacties, maar dat kan wijzigen zodra er een dode valt of het aantal besmettingen fors toeneemt. Dan worden meer draconische maatregelen naar Chinees of Italiaans voorbeeld misschien noodzakelijk. In zo’n situatie is een eenheid van commando in de aanpak van de crisis wenselijk.
“Na de terroristische aanslagen enkele jaren geleden was het OCAD zo’n centraal aanspreekpunt. Dat is vlekkeloos toen verlopen, maar het is eenvoudiger om federaal die eenheid van commando te hanteren rond binnenlandse veiligheid dan in het versnipperde bevoegdheidsdomein van de gezondheidszorg. Daar krijg je al snel een communautair samenspel van de gewesten, gemeenschappen en steden. Je zag vorig weekend al het begin van fricties. Zo heeft de burgemeester van Sint-Lambrechts-Woluwe op eigen houtje maatregelen genomen en krijg je discussies waarbij experts van mening verschillen. Dat was bijvoorbeeld bij de de uitspraak van dokter Herman Goossens die iedereen met griepsymptomen wilde testen op corona. Zijn visie stond haaks op het beleid om enkel mensen te testen die met griepsymptomen terugkeren uit risicogebied.
“Om het Belgische model in deze omstandigheden te laten werken, is er een soort war room nodig om ingrijpende beslissingen zoals een lock down te nemen. Anders riskeer je een veelheid aan beslissingen en een chaotische communicatie.”
Is dat wat in Europa gebeurt? Italië speelt drastisch paniekvoetbal, terwijl in Tenerife een struisvogelstrategie gangbaar is.
VAN DYCK. “Een eensgezind Europees beleid ontbreekt inderdaad. De situatie doet denken aan de chaos over de migratiestromen uit Syrië. Het bleef tot begin deze week onduidelijk waar Europa staat. Rijkelijk laat als je weet dat de eerste patiënt eind januari al in Parijs werd gemeld.”
Hebben we een centrale crisismanager nodig? Een rol die Piet Vanthemsche bijvoorbeeld tijdens de dioxinecrisis op zich nam.
VAN DYCK. “Om te vermijden dat vijf tegenstrijdige maatregelen en boodschappen de media overspoelen, kan een crisismanager de boodschappen stroomlijnen. Het voorbeeld van de dioxinecrisis toont daar het nut van.
“Als de crisis verergert zal ze impact hebben op het publieke leven. Je moet beslissen wat je doet met cultuur, toerisme en sport. Italië ging daarin behoorlijk ver door musea te sluiten en de voetbalcompetitie stil te leggen. Het zou dus kunnen dat we de komende weken moeten beslissen over het schrappen van de play-offs en het opschorten van de Ronde van Vlaanderen. Een keuze tussen gezondheid en economie ook. Dat kan je niet aan dokters overlaten.
“In elk geval moeten de gemeenschappen en gewesten overleggen om de crisispiek die er nog zit aan te komen het hoofd te bieden; Een crisismanager lijkt mij voor een complex land als België een goed idee.”
Kunnen we iets opsteken van de aanpak in China?
VAN DYCK. “China is een centralistisch geleide dictatuur waar geen dissidentie wordt geduld. Het Chinese model kopiëren is daarom niet wenselijk, maar het is zeker nodig om de violen van mensen met verantwoordelijkheden gelijk te stemmen. Anders riskeren we een Mexicaans leger dat voor verwarring zorgt in een crisis die de dioxinecrisis toch overstijgt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier