Bart Somers (Open VLD): ‘Vlaanderen zal dezelfde weg als Mechelen moeten volgen’
De economische en sociale recepten die Mechelen uit het slop hebben gehaald, worden de komende jaren het best ook Vlaams en federaal opgediend, zegt burgemeester Bart Somers. Werk is volgens het Vlaamse Open VLD-kopstuk de beste manier om uit de armoede te geraken.
Bart Somers kwam de voorbije jaren meestal in het nieuws als burgemeester van Mechelen, maar de Open VLD’er is ook de fractieleider van zijn partij in het Vlaams Parlement en dus een bevoorrechte waarnemer van het beleid van de Vlaamse regering. Als Vlaamse lijsttrekker voor Open VLD in Antwerpen verdedigt hij de regering-Bourgeois, ook al was het geleverde werk niet altijd zichtbaar. “Vlaanderen voerde nochtans een dynamisch beleid”, oordeelt Somers. “De rekeningen zijn op orde en er is een begrotingsevenwicht. Deze regering was een investeringsregering, getuige de miljoeneninjecties in scholen, welzijn en wegen. Het budget voor onderzoek en ontwikkeling was nog nooit zo groot. En dat allemaal zonder de belastingen te verhogen. Meer nog, de federale taxshift is doorgetrokken op Vlaams niveau, wat goed was voor 600 miljoen euro. De Vlaamse regering heeft de belastingen op erfenissen verlaagd. Het tarief van 65 procent was een onteigening. De schenkingsrechten daalden, net als de registratierechten, wat wonen goedkoper maakt. Vlaanderen heeft zijn fiscale instrumentarium eindelijk gebruikt.”
Het kan niet dat werkenden met een bescheiden inkomen aan het einde van de maand in de problemen komen
Een punt van kritiek is dat de Vlaamse regering te weinig gebruikmaakt van haar fiscale autonomie, bijvoorbeeld in de personenbelasting. De Vlaamse jobkorting van goed tien jaar geleden is nooit teruggekomen.
BART SOMERS. “Dat was een goede maatregel. Mensen met een baan kregen per jaar 300 tot 350 euro extra. Dat maakte de kloof tussen werken en niet werken groter en versterkte de koopkracht. Maar de maatregel werd in 2009 afgevoerd.
“De werkgeversorganisatie Voka heeft dat voorstel van onder het stof gehaald en wij hebben daarop positief gereageerd. Het beschikbaar inkomen is de voorbije jaren dankzij het regeringsbeleid gestegen, maar we willen verder gaan. We stellen voor een Vlaamse belastingverlaging van minstens 1000 euro door te voeren voor werkende gezinnen. Dat is drie keer zoveel als de jobkorting. Zo’n maatregel vermijdt dat een groep van working poor ontstaat. Het kan niet dat werkenden met een bescheiden inkomen aan het einde van de maand in de problemen komen.”
Ziet u dat als een manier om de werkloosheidsval weg te werken?
SOMERS. “Absoluut. Je moet de wortel en de stok gebruiken om mensen aan een baan te helpen. Ik denk dat de VDAB veel beter moet functioneren. Als je met bedrijven praat, dan hoor je dat het toeleiden van mensen naar de arbeidsmarkt door de VDAB niet optimaal verloopt. De VDAB kan de regisseursrol behouden, maar er moet in arbeidsbemiddeling veel meer met private partners worden gewerkt. De N-VA is op dat gebied staatsgericht, etatistisch zelfs. Als er ‘Vlaams’ voor staat, mag de overheid het doen. Ik maak van de gelegenheid gebruik erop te wijzen dat België zowat het enige land is waar de werkloosheidsuitkeringen onbeperkt zijn in de tijd. Ook dat moet veranderen.
“Maar ik ben optimistisch. Ondernemingen zijn dermate op zoek naar personeel dat ze eindelijk bereid zijn over hun vooringenomenheid heen te stappen. Ze willen voor bepaalde kansengroepen de drempel naar de arbeidsmarkt verlagen. Ik denk aan aangepast werk, aan mensen met beperkingen de kans geven in een ander arbeidstempo te werken. Voorts zijn er de mensen met een migratie-achtergrond. Sommige bedrijven moeten over hun vooroordelen ten opzichte van die mensen heen stappen. Ik heb in Mechelen een mentaliteitswijziging gezien en dat stemt mij positief.”
Wat bedoelt u concreet?
SOMERS. “De stad Mechelen stelt zich tot doel armoede efficiënt te bestrijden, en ondernemers zeggen mij dat ze daaraan willen meewerken. Ze zien werk als dé hefboom om mensen uit de armoede te trekken. Van de mensen die werken, loopt 4 procent het risico in armoede terecht te komen, bij werklozen is dat 40 procent.
“Ondernemers weten ook dat de werkloosheid in Vlaanderen zeer laag is en dat wie nu nog geactiveerd wordt, niet het gemakkelijkste arbeidsprofiel heeft. Het zijn mensen die meer begeleiding en ondersteuning nodig hebben. Het alternatief is een tekort aan werkkrachten en dus minder productie of diensten. Er is geen andere weg.”
Op de website van de stad Mechelen staat dat de werkzaamheidsgraad 66 procent bedraagt. Is dat vergelijkbaar met andere centrumsteden?
SOMERS. “Het is beter, en dat voor een van de meest diverse steden van Vlaanderen. De werkzaamheidsgraad verbetert hier relatief sneller dan in andere steden. Wij zien dat almaar meer kinderen met migratie-achtergrond thuis Nederlands spreken. We zitten bijna aan de helft. Dat geeft hoop, want talenkennis is een belangrijke troef om te kunnen functioneren in onze samenleving. De verkleuring in Mechelen verloopt momenteel trouwens trager dan in andere centrumsteden. Dat betekent dat ook autochtone gezinnen naar Mechelen komen. Dat geeft een eigen dynamiek. Het aantal kinderen geboren in kansarme gezinnen was bij mijn aantreden het tweede hoogste van Vlaanderen. Nu is dat het derde laagste van de centrumsteden.”
Vlaanderen doet het voor werkgelegenheid beter dan Brussel en Wallonië, maar we mogen ons niet in slaap laten wiegen. We behoren niet tot de top van Europa
Hoe slaagt Mechelen erin de middenklasse en dus fiscale capaciteit naar Mechelen te halen?
SOMERS. “Het gemiddelde inkomen stijgt in Mechelen sneller dan in Vlaanderen. We halen mensen uit de armoede en tegelijk trekken we de middenklasse aan. Dat komt omdat Mechelen aantrekkelijker is geworden. De veiligheid is verbeterd en er is zwaar geïnvesteerd in de vernieuwing van de stad. Netheid was ook een prioriteit. Mechelen was vijftien jaar geleden een van de vuilste steden van Vlaanderen.
“Uit een onderzoek van de Koning Boudewijnstichting blijkt dat de middenklasse is teruggekeerd naar wijken waaruit ze verdwenen was. Dat zijn de onbetaalde sociaal werkers. Zij zorgen voor maatschappelijke cohesie, want zij organiseren de buurtfeesten. Ze halen mensen uit hun isolement en betrekken de kinderen uit de buurt bij het huiswerk van hun eigen kind. Die gezinnen hebben thuis een bibliotheek waaruit de buurjongen boeken kan komen lenen.
“Ook belangrijk is dat we – na Gent – de meeste starters van Vlaanderen tellen, en het aantal arbeidsplaatsen stijgt alleen in Gent sneller.”
U hebt als burgemeester van Mechelen een sterke reputatie opgebouwd. Kan uw beleid een voorbeeld zijn voor andere beleidsniveaus? Vlaanderen om te beginnen?
SOMERS. “In alle bescheidenheid: men kan van ons leren. Steden worden overal belangrijker. Veel besturen laten zich door Mechelen inspireren. In Leuven maakten Mohamed Ridouani en Lorin Parys op de regionale televisie ruzie over wie het beste het Mechelse model benaderde. Bart Tommelein heeft in Oostende de groenen overtuigd mee te besturen op basis van mijn boek over steden. De burgemeesters van Stockholm, Amsterdam en de staatssecretaris van de staat Berlijn zijn op bezoek gekomen. Mechelen is geen paradijs. We hebben nog problemen, maar we zijn een model voor hoe je een samenleving organiseert. En ja, Vlaanderen zou zich daar veel meer door moeten laten inspireren.
“We voeren een inburgeringsbeleid dat ooit is opgezet door Vlaams minister Marino Keulen. Wie hier komt wonen, moet een aantal vaardigheden hebben en normen respecteren. We maken nieuwkomers duidelijk wat we van hen verwachten. We voorkomen segregatie en parallelle samenlevingen. Zo vermijd je dat extremisten mensen kunnen rekruteren. We zijn te veel de gevangene van hokjesdenken. Ik zie het diverse ondernemerschap toenemen. En neen, dat zijn niet enkel mensen met een beduimeld nachtwinkeltje, maar echte ondernemers. Loop door Mechelen. Zij baten winkels uit van grote kwaliteit.”
U kreeg wel kritiek op de hoge schulden in Mechelen en op de recente belastingverhoging via de hogere opcentiemen op de onroerende voorheffing. Dat is toch niet echt liberaal?
SOMERS. “Maar de personenbelasting is wel verlaagd van 7,4 naar 6,8 procent. Ze is de derde laagste van de Vlaamse steden. De onroerende voorheffing is inderdaad verhoogd, maar met gemiddeld slechts 52 euro. Het ene compenseert het andere. Een lokale journalist heeft berekend dat hij 1 euro minder belastingen zal betalen. De fiscale druk stijgt dus niet. En wat de schuld betreft, moet ik toch een aantal zaken verduidelijken. We hebben nooit geleend om lopende zaken te financieren, wel voor investeringsprojecten. De openbare schuld daalt dit jaar met 17 miljoen euro en we willen die voort afbouwen. Voor alle duidelijkheid: 8 procent van de openbare schuld in Vlaanderen zit bij de lokale besturen, maar die zijn wel goed voor 50 procent van de investeringen.”
Ik ben wel ongerust over het gemak waarmee Groen de impact van sommige van zijn voorstellen op de middenklasse onderschat. Voor je het weet zit je in de zakken van de gewone mensen
Nu we het over het budget hebben: Open VLD beloofde deze legislatuur een federale begroting in evenwicht, maar dat is niet gelukt.
SOMERS. “We hebben twee derde tot drie vierde van de weg afgelegd. Er is nog werk aan de winkel. De belangrijkste manier om de overheidsfinanciën op orde te krijgen is meer mensen aan de slag helpen. Vlaanderen doet het voor werkgelegenheid beter dan Brussel en Wallonië, maar we mogen ons niet in slaap laten wiegen. We behoren niet tot de top van Europa. We hebben de voorbije jaren goed werk geleverd, maar de kloof met Nederland bedraagt in verhouding nog altijd 600.000 banen. Als we dat doel bereiken, boeken we straks zelfs begrotingsoverschotten.
“Laten we werken nog aantrekkelijker maken. De vorige regering heeft ervoor gezorgd dat je op de eerste aangenomen werknemer geen sociale bijdragen betaalt. Wel, laten we dat uitbreiden naar de tweede. Een werkloze minder levert de staatskas 25.000 euro op. Als 100.000 mensen extra werken, dan is dat een winst van 2,45 miljard euro. Dat kan enkel met een liberaal beleid, niet met de voorstellen van de linkerzijde.”
In de aanloop naar de verkiezingen is er veel kritiek op uw groene lokale kartelpartner. Hun voorstellen zouden vooral neerkomen op hogere facturen voor de burger. Hoe kijkt u daartegenaan?
SOMERS. “Open VLD werkt in Mechelen al jaren zeer goed samen met de collega’s van Groen. We delen hun positieve kijk op de samenleving, op de noodzaak samen te werken. Maar ik ben wel ongerust over het gemak waarmee Groen de impact van sommige van zijn voorstellen op de middenklasse onderschat. Ik denk aan de vermogenswinstbelasting, waar niemand last van zou hebben. Maar voor je het weet zit je in de zakken van de gewone mensen. Een CO2-taks om op reis te gaan zal meer dan een slok op de borrel schelen. Het afschaffen van de bedrijfswagens wil Groen compenseren, maar niet dezelfde mensen zullen van die compensatie genieten. Dat is niet de weg die we moeten opgaan. We moeten ervoor zorgen dat de middenklasse sterker wordt. En dan kom ik terug bij ons voorstel: werken moet beloond worden. Daarnaast moet de overheid minder uitgeven. Dat betekent het overheidsapparaat voort afslanken, zeker ook op Vlaams niveau.”
Heeft Vlaanderen daar niet de perceptie van een keizer-kostermentaliteit tegen? Voor alles legt de overheid regels op.
SOMERS. “Dat is het verschil tussen ons en de N-VA. Nationalisten hebben de neiging in Vlaanderen een vette staat te creëren. Denk aan het onderwijs. In het onderwijs is er één personeelslid per acht leerlingen, maar leerkrachten staan toch voor klassen met dertig leerlingen. Daar zit iets grondig fout.”
Hebt u na 26 mei opnieuw ministerambities?
SOMERS. “Ik wil zinvol aan politiek doen. De voorbije zes jaar heb ik als burgemeester samen met anderen de stad boven zichzelf doen uitstijgen. In samenleven en armoedebestrijding hebben we gescoord. De volgende Vlaamse regering zal dezelfde weg als Mechelen moeten volgen. Ik heb dat ook als fractieleider gepromoot. Ik weet niet wat na de verkiezingen zal gebeuren. Daar oordeel ik niet over. Ik zal dan 55 jaar zijn. Ik ben onthecht geraakt als men mij spreekt over de posities waarin ik kan terechtkomen.”
Bio
· 54 jaar
· Master in de rechten
· Sinds 2001: burgemeester van Mechelen
· 2003-2004: Vlaams minister-president
· 2004-2009: voorzitter Open VLD
· 2004-2007: Vlaams Parlementslid
· 2007-2014: Federaal Kamerlid
· Sinds 2014: Vlaams Parlementslid en fractieleider Vlaams Parlement
Bart Somers over…
Het niveau van het Vlaams onderwijs
“Ons principe is: de lat hoog maar de drempel laag. Kijk naar een diverse stad als Mechelen waar bepaalde groepen moeilijk aansluiting vinden. Welnu, begin bij het onderwijs en voer de leerplicht in vanaf drie jaar. Open VLD is de enige die dat zegt. Hoe sneller kinderen in het kleuteronderwijs zitten, hoe sneller ze socialiseren en hoe sneller je ze weghaalt uit milieus waar niet altijd alle vaardigheden aanwezig zijn. Het lager onderwijs moet meer inzetten op de kennis van het Nederlands.”
De betonstop
“Ik ben een grote voorstander. Er mag de komende jaren geen nieuwe open ruimte worden aangesneden. Je kan dat echter maar doen als er rechtszekerheid is. Waarom is de betonstop stilgevallen? Omdat de Raad van State zegt dat wat voorligt, wordt kapotgeschoten. Essentieel is dat de eigendomsrechten worden gegarandeerd en dat mensen die niet meer mogen bouwen, voor 100 procent worden gecompenseerd.”
De turteltaks
“Dat was het pijnlijkste moment van de legislatuur. We werden geconfronteerd met miljarden aan Freya-facturen. Bart Tommelein heeft die facturen weggewerkt. We hebben de biomassacentrale die miljarden zou kosten, kunnen tegenhouden. Wind en zon zijn als energiebron weer sexy gemaakt. Maar er is meer nodig. Een beter afvalbeleid bijvoorbeeld. We hebben een goed plan om Vlaanderen tegen 2030 asbestvrij te maken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier