Balans van de week: op de arbeidsmarkt blijven de knipperlichten branden

© Belga Image
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De federale regering mag dan wel pochen met de gestegen Belgische werkzaamheidsgraad, twee recente statistieken tonen aan dat het met de Belgische arbeidsmarkt niet zo snor zit. In Vlaams-Brabant, een van de longen van onze economie, is de groei van de werkzaamheidsgraad stilgevallen. Daarnaast blijft het aantal arbeidsongeschikten in België sterk stijgen.

Toen federaal vicepremier en minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) vorige maand trots aankondigde dat de Belgische werkgelegenheidsgraad in het vierde kwartaal van 2022 gestegen was tot 72,3 procent en dat deels de verdienste van de federale regering was, werd hij net niet op hoongelach onthaald. De minister werd pas echt de riséevan de Wetstraat toen hij verklaarde dat de doelstelling van de regering om een werkgelegenheidsgraad van 80 procent te halen in 2030 “binnen handbereik” was. En dat terwijl België op het gebied van arbeidsmarktprestaties een Europese middenmoter is. Daarbij komt nog dat de bijdrage tot die 72,3 procent vooral te danken is aan de Vlaamse werkzaamheidsgraad van 77 procent.

Dat Dermagne zich te snel rijk rekende, wordt bevestigd door twee recente statistieken over de Belgische arbeidsmarkt. Die zijn reden tot bezorgdheid. Een eerste, die eind maart door Statbel werd gepubliceerd, heeft betrekking op de evolutie van de werkzaamheidsgraad in de provincies. Zulke provinciale cijfers worden zelden meegenomen in analyses, omdat de arbeidsmarktevolutie daar parallel loopt aan die van de regio’s. De Vlaamse provincies presteren allemaal beter dan de Waalse. Maar in één Vlaamse provincie branden de knipperlichten: terwijl de werkzaamheidsgraad de voorbije twintig jaar bijna in elke provincie is gestegen, is ze in Vlaams-Brabant nauwelijks toegenomen en blijft ze boven net iets meer dan 70 procent schommelen.

Goed tien jaar geleden had Vlaams Brabant daarmee nog de hoogste werkzaamheidsgraad en de laagste werkloosheid in Vlaanderen. Nu legt de provincie de laagste werkzaamheidsgraad en de op één na hoogste werkloosheid voor. Dat is opmerkelijk omdat Vlaams-Brabant een van de longen van onze economie is, met de aanwezigheid van de luchthaven van Zaventem en de KU Leuven, toch een hub voor onderzoek en ontwikkeling.

Brussels overloopeffect naar Vlaams-Brabant

Naar de oorzaken van die evolutie is nog geen echt onderzoek gedaan. Maar arbeidsmarktspecialisten wijzen wel naar het naburige Brussel als de meest voor de hand liggende verklaring voor de stilstand in Vlaams Brabant. De stad mag dan opgesloten zitten binnen staatkundige grenzen, ze dijt verder uit. En dat leidt ertoe dat de relatief lage werkzaamheidgraad van Brussel (65%) overloopeffecten genereert naar de randgemeenten.

In 2021 was de instroom uit Brussel naar de Vlaamse Rand hoger dan ooit. Vanuit Brussel kwamen netto 8.606 mensen naar Vlaams-Brabant. Zeggen dat Brussel sociaaleconomische problemen “exporteert” naar de Vlaamse rand, is misschien wat kort door de bocht. Maar feit is dat Vlaams-Brabant blijkbaar een deel van de Brusselse werklozen en inactieven aantrekt.

Een van de verklaringen is mogelijk de verhuizing van mensen met een migratieachtergrond uit Brussel, en laat dat net de groep zijn met een relatief lage werkzaamheidsgraad. Zoals bekent scoort België in Europa heel slecht in het aan de slag krijgen van die kansengroep. Ondanks veel straffe verklaringen van de beleidsmakers blijven we daar ter plaatse trappelen.

Overigens is dat niet enkel een manco van het federale niveau, waar een te strikte arbeidsreglementering de nodige mobiliteit tegenhoudt. De regionale arbeidsbemiddelingsdiensten schieten eveneens te kort – in Brussel uiteraard, maar ook in Vlaanderen. De VDAB krijgt vier op de tien werkzoekenden na een jaar niet aan de slag, raakte onlangs bekend.

Minder brugpensioen, meer langdurig zieken

Een ander oud zeer in dit land zijn de inactieven, die geen baan hebben en er ook geen zoeken. Die zijn in de statistieken vooral terug te vinden bij de meer dan 500.000 langdurig zieken. Volgens cijfers van het Vlaams Steunpunt Werk is het aantal arbeidsongeschikten of langdurig zieken in België de voorbije tien jaar met 130.000 toegenomen. Daarbij zijn opmerkelijke regionale verschillen. Vlaanderen noteerde een stijging met 20 procent, Brussel een met 50 procent. In Wallonië nam het aantal langdurig zieken met maar liefst 80 procent toe.

Arbeidsmarktexperts stellen al langer dan vandaag dat de langdurige arbeidsongeschiktheid het systeem van het brugpensioen (nu SWT of stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) heeft vervangen als kanaal voor een vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt. De cijfers bevestigen dat. Het aantal bruggepensioneerden daalde van 117.000 in 2009 naar een goede twintig vandaag. De langdurig zieken die ouder zijn dan 50 jaar, waren in 2009 met 150.000. Inmiddels is dat aantal bijna verdubbeld.

Nu heeft de federale regering wel besloten die langdurig zieken zelf en hun werkgevers te responsabiliseren met financiële sancties. Maar het is een voorzichtige aanzet, te vergelijken met het Generatiepact uit 2005, toen men langzaam maar zeker de toegang tot het brugpensioen strenger ging maken. De echte hervorming kwam er pas in 2011.

Maar in België gaat dat alles heel traag. Waardoor de stokkende werkzaamheidsgraad in Vlaams-Brabant en het populaire stelsel van langdurige ziekte als uitstroomkanaal symptomatisch zijn voor het gebrek aan een efficiënt en doortastend arbeidsmarktbeleid.

Partner Content