3 redenen waarom de vakbonden een moeilijke strijd wacht


De vakbonden voeren morgen dinsdag actie tegen de besparingen die de volgende federale regering van plan zou zijn. Drie factoren maken dat het voor ABVV, ACV en ACLVB een moeilijke strijd dreigt te worden
1. Te vroeg
“Het gemeenschappelijk vakbondsfront organiseert deze meeting tegen een ultraliberaal programma vol blinde besparingen die onze sociale zekerheid droogleggen, de openbare diensten lamleggen, onze koopkracht vernietigen en bovendien ook nog eens jobs kosten. De vakbonden reageren vandaag voor alles vastligt in een regeerakkoord.” Zo kondigen ABVV, ACV en ACLVB de actiedag van dinsdag 23 september aan. In het persbericht zit al één van de valkuilen voor de vakbonden vervat: het gemeenschappelijk vakbondsfront schiet met scherp nog voor er een regeerakkoord op tafel ligt. De vakbonden baseren zich op geruchten die de voorbije weken de pers haalden: een indexsprong, een verschuiving van de belastingen richting hogere btw, afschaffing van het brugpensioen, grote lastenverlagingen voor bedrijven,… Opvallend was dat de meest gematigde vakbond, het christelijke ACV, zich bij monde van voorzitter Marc Leemans zeer militant opstelde. Leemans schoot op alles wat bewoog.
Dat houdt een risico in. Door nu al het zware geschut boven te halen, dreigen de vakbonden zonder munitie te vallen zodra het regeerakkoord er daadwerkelijk ligt. Uiteraard is zo’n actiedag geen nationale staking, maar bij Jan Modaal doet het vragen rijzen. Hoe kan je je verzetten tegen maatregelen die nog niet genomen zijn? De vakbonden mobiliseren nu al volop. Maar de vraag is hoe lang ze dat kunnen volhouden. In het verleden (Globaal Plan, Generatiepact) voerden de voorzitters van de vakbonden de druk om op dan als sluitstuk de militanten op straat te laten komen en over te gaan tot stakingsacties. Nu lijkt het erop dat de vakbonden te snel in actie schieten.
2. Verdeeld front
Een tweede risico is dat het vakbondsfront uiteenvalt. Nu zit iedereen op dezelfde lijn, maar de geschiedenis leert dat zeker het ACV sneller afhaakt wanneer de stakingsacties aanslepen. Het ABVV stelt zich in zijn eisen ook militanter op. Wat als de volgende federale regering na een algemene staking zegt dat ze een paar elementen in het regeerakkoord zal bijsturen in overleg met de sociale partners? Het ACV kan dan niet anders dan aan te tafel te zitten. Voor het ABVV ligt dat veel moeilijker. De rode vakbond zal constant overleg plegen met de Parti Socialiste (PS). Als Di Rupo en co blijven fulmineren tegen een asociale kamikazeregering, dan is het voor het ABVV onmogelijk om voor sociaal overleg te kiezen.
Een andere bedreiging voor het vakbondsfront is dat de stakingsacties in Wallonië een succes zijn, maar in Vlaanderen al snel doodbloeden. In het verleden was de stakingsbereidheid in Wallonië altijd groter. Er is geen reden om te geloven dat het anno 2014 anders zal zijn.
En dan is er nog het Arco-dossier. Als er tijdens de komende legislatuur een oplossing voor de Arco-coöperanten uit de bus komt, dan zullen de antiregeringsoekazes vanuit de christelijke vakbonden plots verdwijnen.
3. Minder rechts
De echte bedreiging voor de vakbondsacties is de Wetstraat zelf. Als een zogenoemde ‘Zweedse Coalitie’ een gematigd regeerakkoord sluit, dan hebben de vakbonden een probleem. Wat als er een indexsprong wordt doorgevoerd gekoppeld aan sociale correcties? Dan worden enkel de hoge en middenlonen niet geïndexeerd, maar wel de lagere lonen en de pensioenen. Tegen zo’n sociale maatregel kunnen de vakbonden zich moeilijk verzetten. Idem voor een hervorming van de pensioenen die in de tijd gespreid wordt. Of een regering die de sociale partners weliswaar eerst twee jaar een loonstop oplegt, maar vanaf pakweg 2017 opnieuw vrije loononderhandelingen mogelijk maakt?
Als de volgende federale regering een minder rechts beleid voert dan velen verwachten, dan zullen vakbonden die acties blijven voeren gezien worden als ruziemakers.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier