Lof der zotheid

“Niet lullen maar poetsen!” Het zou een typisch Rotterdams gezegde zijn. De ras-Hollander aan de Maashaven weet van aanpakken, is rechtdoorzee en zakelijk. Wie voor het werk in Rotterdam moet zijn, doet er goed aan een halve dag extra te blijven om met een tuktuk door de stad te tuffen en met een raceboot over de Maas te scheren. Letterlijk de lof der zotheid beleven in de stad van Erasmus.

We hebben afgesproken in café Dudok aan de Meent, in hartje Rotterdam. De havenstad, zo’n 620.000 zielen rijk, heeft een bont allegaartje aan inwoners. De helft is Nederlands, de andere helft komt uit meer dan 170 landen. En Dudok is zo’n smeltkroes waar iedereen heen holt voor de wereldberoemde appeltaart. We zetten onze vork in de appeltaart (“het recept mag ik u niet verklappen, mijnheer”, zegt de Surinaamse ober), kappen een bakje caffè latte naar binnen en snellen dan naar buiten. O wacht even, doe het langzaam! Want hier wacht een tuktuk op ons. “In Thailand gemaakt, helemaal voor ons”, juicht Vincent Dellebeke, oprichter en zaakvoerder van Pegasus Events, het bedrijf dat het Rotterdamse stadsverkeer van elektrische tuktuks voorzag. Hollandse koopmanskunst, zo blijkt, terwijl hij ons tegen 50 per uur langs de belangrijkste bezienswaardigheden van de stad loodst. “Leuk voor bedrijfsuitjes. Je kan een Tuktuk Challenge organiseren. Daarbij nemen verschillende teams het met de tuktuk in een speurtocht tegen elkaar op. Pret verzekerd. Of boek een Tuktuk Experience: een verkenningstochtje door de haven en de stad.”

Stoomboot

We tuffen langs de Erasmusbrug en belanden op het Grote Kerkplein. Daar zien we Erasmus opnieuw. Niet als brug maar als standbeeld. De priester-filosoof-schrijver-humanist werd in Rotterdam geboren, hoewel bronnen niet duidelijk zijn over zijn geboorteplaats en geboortejaar (1466 of 1469). Wel weten we met zekerheid dat hij in het Zwitserse Basel stierf. Hij drukt in elk geval nog altijd zijn intellectuele stempel op de stad aan de Maashaven.

De tuktuk voert ons verder door de binnenstad. Vincent weet ons tijdens de gezapige rit te vertellen dat de stad haar naam heeft van de Rotte. Dat was een klein riviertje dat door de stad liep. IJverige Nederlanders, altijd bereid om de strijd tegen het water aan te binden, damden de Rotte in. Luctor et emergo, zij het dan ten noorden van Zeeland. En meteen had de groeiende stad een naam.

De tuktuk brengt ons tot aan de SS Rotterdam. Een imposant cruiseschip dat deel uitmaakte van de Holland Amerika Line (HAL). Het stoomschip werd in de Rotterdamse Droogdok Maatschappij gebouwd en maakte in 1959 zijn eerste oversteek naar New York. Van regulier lijnschip veranderde de SS Rotterdam in 1967 in een luxueuze oceaancruiser, want vliegtuigen zorgden voor een snellere oversteek van de oceaan. In 2000 werd het uit de vaart genomen, en sinds 2010 is de SS Rotterdam een bijzonder smaakvol gerenoveerd drijvend hotel. De sfeer uit de jaren vijftig-zestig hangt nog in de danszalen, restaurants en kamers. Zelfs Frank Sinatra trad in dit drijvende luxeschip op, ergens buitengaats New York.

Grote jongens

Nu we toch traagjes tot aan het water geraakt zijn, willen we het contrast voelen. De lof der zotheid van Erasmus wordt tastbaar duidelijk als je in een RIB (rigid inflatable boat) tegen honderd per uur over het Maaswater racet. Onze piloot heet Paul. Hij zal ons een uur lang tegen een waanzinnige snelheid door de haven van Rotterdam sjezen. Want dit is een van de weinige plekken in Nederland waar je kan varen zonder snelheidsbeperking. “Ideaal als incentive voor bedrijven”, weet Paul, ook al zo’n ondernemende Hollander. Wel een prijzige incentive, want de boten slikken happen vol loodvrije benzine. “Je kom al snel aan 750 euro per uur”, horen we. “Maar wel ideaal om uit te waaien nadat je een hele dag voor een meeting in een zaal opgesloten hebt gezeten.”

En dat voor een adrenalinekick die eigenlijk zo fout als wat is. Ecologisch niet echt verantwoord, enorme snelheden, economisch heel duur. Het is een ‘sotternie’ voor grote jongens. We krijgen een warme overall aangetrokken en een zwemvest, horen wat veiligheidsinstructies en varen dan de veilige plezierhaven uit om ons tussen enkele cargomastodonten op de Maas te priemen. Terwijl Paul de gashendel opentrekt en de 300 paarden in de buitenboordmotor ontketent, nemen we de skyline van de stad in ons op. Na de Tweede Wereldoorlog hadden politici twee opties: ofwel zouden ze de kapotgeschoten stad historisch proberen te reconstrueren (zoals Amsterdam), ofwel zouden ze van Rotterdam een nagelnieuwe stad maken. Het werd het tweede. Daardoor ziet Rotterdam er een beetje als een Amerikaanse stad uit, met veel hoge en architecturaal gewaagde gebouwen. Je kan er problemen mee hebben, maar Rotterdam kreeg er wel het imago door van ondernemend en innovatief te zijn.

We spetteren en hossen over het harde water, maken scherpe bochten, zwieren van noord naar zuid en krijgen continu andere gezichtspunten op de stad. Paul brengt ons veilig terug aan land. Na een trage tuktuk en een snelle RIB wordt het een traditionele trein die ons terug naar huis brengt.

AART DE ZITTER, FOTOGRAFIE THOMAS DE BOEVER

Rotterdam ziet er een beetje als een Amerikaanse stad uit, met veel hoge en architecturaal gewaagde gebouwen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content