Lobbyistenactiviteit in Brussel heeft nog groeipotentieel
Is Brussel het Europese equivalent van Washington? Uit een studie van vastgoedadviseur CB Richard Ellis blijkt alvast dat de kantorenmarkten van beide hoofdsteden grote gelijkenissen vertonen.
Washington DC en Brussel: twee hoofdsteden, maar vooral ook de onbetwistbare politieke centra van twee grote machtsblokken. Houdt de vergelijking daar op? Nee, volgens CB Richard Ellis (CBRE). Uit een vergelijkende studie van deze vastgoedadviseur blijkt dat de kantorenmarkten van beide steden veel gemeenschappelijke trekjes hebben.
Kim Verdonck, head of research bij CBRE: “Washington beschikt over een kantorenvoorraad van ruim 11 miljoen m2, dat is nagenoeg evenveel als Brussel. Op beide kantorenmarkten hebben de overheidsdiensten ook een groot aandeel. In Washington wordt 21 % van de kantorenoppervlakte bezet door de Amerikaanse overheidsdiensten. In Brussel zijn de publieke administraties nog sterker vertegenwoordigd: ze nemen 34 % van de totale kantorenvoorraad voor hun rekening.” Naast de Europese instellingen, huisvest Brussel immers ook tal van federale en regionale administraties.
Ook als we naar de markttendensen kijken, vallen de parallellen tussen Washington en Brussel op. Sinds 2001 is in de meeste Europese en Amerikaanse kantorensteden de vraag naar kantoorruimte sterk gedaald. De ingebruikname van kantoren in Brussel werd evenwel ondersteund door de vraag vanwege de publieke sector. Enerzijds was er de uitbreiding van de Europese Unie (EU) tot 25 leden, anderzijds bevond de federale administratie zich midden in een vernieuwing van haar kantorenpark. Ook Washington was niet onder de indruk van het zwakkere economische klimaat en noteerde een gezonde vraag naar kantoren.
Hetzelfde geldt voor de huurprijsniveaus. Terwijl zowat alle steden in Europa en de Verenigde Staten een daling in de huurprijsniveaus moesten vaststellen, was dit niet het geval voor onze ‘tweeling’. De sterke vraag naar goedgelegen en prestigieuze kantoren vanwege diverse lobbygroeperingen deed de huurprijzen zelfs verder stijgen.
Volgens Gaetan Clermont, managing director van CBRE, spreekt het tegendraadse karakter van Washington en Brussel ook tot de verbeelding van de investeerders. “Asynchrone huurprijspatronen binnen een vastgoedportefeuille zijn steeds welkom,” stelt hij. “Ze dijken immers het volatiliteitrisico, inherent aan een vastgoedportefeuille, in. Brussel en Washington staan dan ook hoog op het verlanglijstje van veel vastgoedinvesteerders.”
Lobbyisten: Brussel hinkt achterop
Een andere belangrijke overeenkomst is de indirecte impact van de publieke sector: beide steden beschikken over een grote groep lobbygroeperingen en geaffilieerde organisaties. In Brussel is het aantal lobbyisten vooral in de jongste tien jaar sterk toegenomen. Het aantal belangengroepen in Brussel wordt op meer dan 1400 geschat, het aantal lobbyisten op 4000. Indien ook consultants, advocaten en media gerelateerd aan de Europese instellingen worden meegerekend, gaat het om meer dan 2300 organisaties of meer dan 10.000 arbeidsplaatsen.
In Washington is de lobbyingbusiness nog veel belangrijker. Zo zijn er in de Amerikaanse hoofdstad 40.000 lobbyisten actief, sommige bronnen spreken zelfs van het dubbele. Volgens CBRE is het goede nieuws van de Brusselse achterstand op dit terrein, dat er nog een grote groeimarge is. Vooral inzake de aanwezigheid van lobbyisten uit de bedrijvensector hinkt Brussel achterop.
Laurenz Verledens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier