Sam Bettens: ‘Als je met Trump-stemmers praat, heb je toch veel dingen gemeen’
Het pas verschenen boek van rockzanger Sam Bettens is een pleidooi voor openheid en empathie. En hij breekt een lans voor de American way of life. “Ik hoef België nooit te verdedigen tegenover Amerikanen, terwijl ik Amerika wel altijd moet verdedigen tegenover Belgen.”
Het zijn geen memoires. Er staan bijna geen anekdotes of feiten in over het parcours dat hij de afgelopen dertig jaar als artiest heeft afgelegd met K’s Choice en Rex Rebel. Ik ben, het pas verschenen boek van Sam Bettens, leest als een soort persoonlijke state of the union. Hij maakt de balans op van wat hem heeft gemaakt tot wie hij is: rockzanger, maar ook brandweerman, Amerikaan, stiefouder en vader. Uiteraard neemt zijn transitie tot man, die hij vier jaar geleden op zijn 46ste begon, een belangrijke plaats in. Het duurde een hele tijd voor Bettens ontdekte wie hij echt was. Als jonge vrouw was hij eerst getrouwd met een man. Daarna trouwde hij met een vrouw, met wie hij een gezin met twee stiefkinderen en twee adoptiekinderen vormt.
Er bestaan nog veel vooroordelen over de vermeende oppervlakkigheid van de Amerikanen
Bettens beschrijft zijn parcours ook met humor, en met mededogen voor zijn omgeving. In het Kapellen van de jaren zeventig en tachtig was er weinig kennis over transgenders. “Ik denk dat wij het woord ‘lesbisch’ zelfs niet gebruikten toen ik tiener was. Ik kende Martina Navratilova (de meest succesvolle tennisster van dat moment, nvdr). Daar was ik megafan van, maar je merkte wel dat er met haar gelachen werd. Ze werd een manwijf genoemd. Kracht in een vrouw werd absoluut niet bewonderd toen. Nu kijken wij met onze kinderen naar het vrouwenrugby en het kogelstoten op de Olympische Spelen, en zeggen we: wauw, dat is knap, kijk eens hoe sterk die vrouwen zijn.”
“Mijn dochter, die nu twaalf is, ging de eerste dag naar school en stelde zich voor als: ‘Hoi, ik ben Charlie, ik ben lgbt en mijn vader is transgender.’ Dan denk ik zelf even: ho, rustig aan. Dat is niet te vergelijken met hoe wij opgroeiden. Er is in korte tijd veel veranderd, het gaat de juiste kant uit. Alleen gaat het voor mensen die niet van verandering houden een beetje snel, en dan krijg je pushbacks. Maar de dingen bewegen wel in de goede richting.”
Is dat een van de redenen waarom u dit boek wilde schrijven, om transgenders meer zichtbaarheid te geven?
SAM BETTENS. “Ik heb het boek niet daarom geschreven, maar het is wel een rol die ik vanaf het begin heel graag heb opgenomen. Ik heb zelf veel gehad aan transgenders die open en eerlijk over hun transitie spraken, ook over hun twijfels en de minder makkelijke momenten, terwijl die mensen er wel uitzagen alsof ze een normaal productief leven leidden. Het was voor mij zo belangrijk dat te kunnen zien, dat ik die rol ook op mij wilde nemen.”
Hangt het ook af van waar je woont? U woonde lange tijd in een klein stadje in het zuidelijke Tennessee, maar nu alweer een paar jaar in Californië. Maakt dat een verschil?
BETTENS. “Zeker, het zijn andere werelden. Ik denk vaak dat ik er misschien nooit over zou hebben nagedacht of ik transgender was als we in Tennessee waren gebleven. We hebben er lang gewoond en waren er echt gelukkig, maar toen we weer naar Californië verhuisden, ontdekten we opnieuw de openheid. Het was alsof er een gewicht van ons afviel waarvan we niet wisten dat we het meedroegen. Ik denk zeker dat het heeft bijgedragen tot de ruimte die ik kreeg om daar eerlijk over te zijn.”
In het hoofdstuk ‘Ik ben Amerikaan’ verdedigt u vurig de American way of life. Waarom voelde u die behoefte?
BETTENS. “Omdat het zo’n groot deel uitmaakt van mijn leven, en omdat ik merk dat er nog veel vooroordelen bestaan over de vermeende oppervlakkigheid van de Amerikanen. Ik ben er al vroeg gaan wonen, en vond het belangrijk Amerikaans staatsburger te worden en deel uit te maken van die gemeenschap. En ik blijf natuurlijk ook Belg, maar ik hoef België nooit te verdedigen tegenover Amerikanen, terwijl ik Amerika wel altijd moet verdedigen tegenover Belgen. Vlamingen zouden liever graag horen dat ik wilde terugkeren. En dan zeg ik: echt niet, sorry, het is daar echt tof. Veel Vlamingen kennen Amerika alleen van CNN en films en series, maar als je een Vlaamse serie bekijkt, weet je toch ook dat dat niet altijd representatief is? Daarom had ik het gevoel dat het nodig was de Verenigde Staten te verdedigen. Ik ben er graag, ik ben dankbaar dat ik daar woon en ik voel me er heel welkom.”
De strijd aangaan met een heel publiek tijdens een rockconcert? Daar ga ik niet meer aan beginnen
U schrijft ergens: het Amerikaanse leven is minder rigide.
BETTENS. “Dat zit in kleine dingen. Ik stel bijvoorbeeld aan mijn broer Gert en zijn vrouw voor eens met de kinderen te komen logeren buiten de vakantieperiode. Maar dat kan niet, want de kinderen moeten absoluut naar school. Terwijl je die lessen kunt opvolgen. Wat maken die twee weken in een mensenleven uit? Maar ja, Belgen doen dat niet, het is allemaal zo stroef. Van baan veranderen, een kleine zaak starten of een groot bedrijf beginnen, alles is in Amerika zo georganiseerd dat het niet zo moeilijk is en niet zo veel geld hoeft te kosten. Het is echt het land van de ondernemers.”
En als iets mislukt, dan krabbel je op en ga je weer verder.
BETTENS. “Precies, dan heb je niet zo veel verloren, je wordt er ook niet op nagekeken. In België is dat toch veel moeilijker. Misschien is het nu aan het veranderen en mensen veranderen zeker ook vaker van baan, maar ze zijn toch minder geneigd de zaken eens flink om te gooien.”
Over flink omgooien gesproken, u besliste op een bepaald moment om brandweerman te worden. Een soort oude droom, maar u leerde er ook veel van?
BETTENS. “Ik heb er veel over mezelf geleerd, maar ook over andere mensen. Omdat ik daar met mensen samenwerkte die ik anders misschien nooit zou ontmoeten. Ik was in Johnson City de enige vrouw in het brandweerkorps, een lesbische dan nog, en veel van die mannen hadden nog nooit een lesbische vrouw gezien. Dat is natuurlijk goed voor het korps, iemand uit een andere wereld die binnenkomt, maar het werkte ook andersom: ik leerde hén kennen. Dat zijn mannen die zijn opgegroeid in de kerk, die gingen jagen met hun vader, vrij conservatief allemaal, veel Trump-stemmers ook, maar als je met hen praat, merk je dat je toch veel dingen gemeen hebt, ondanks die andere achtergrond. En je komt ook bij mensen over de vloer die je anders nooit zou zien. Dat heeft ook mijn ogen geopend. Je zit dan iets minder in je eigen clubje van gelijkdenkende mensen.”
Is het iets wat u anderen zou aanraden, eens een totaal andere baan in een totaal andere wereld?
BETTENS. “Zeker, je leert bij over jezelf, je leert meer open te staan voor anderen en voor hoe zij denken over de dingen. We hebben best pittige gesprekken gehad, over wapendracht of homoseksualiteit bijvoorbeeld. Mij vonden ze aanvaardbaar, ik droeg hetzelfde uniform en deed hetzelfde werk, ik was een mannelijke vrouw, geen bedreiging. Maar dan kon ik zeggen: die kerel die op de gaypride in een kleine speedo staat te dansen, die is eigenlijk niet anders dan ik. Die uit zich op een andere manier, maar hij is niet anders. Dus waarom zou dat een issue moeten zijn en zou je je bedreigd moeten voelen? Als je met elkaar om de tafel gaat zitten, heb je meer kans op een echte dialoog.”
En krijgt u dan meer begrip voor wapendracht?
BETTENS. “Je gaat begrijpen waar de traditie vandaan komt en hoe het hoort bij een levensstijl. Ik ben vegetariër en ga dus zeker nooit jagen, maar ik ga daarom niet zeggen dat niemand dat mag doen. Die mannen hebben mooie herinneringen aan hoe ze leerden jagen en vissen met hun vaders en grootvaders. Ik kan begrijpen dat zoiets dan deel uitmaakt van wie je bent. Ik ben in die zin genuanceerder gaan denken, ja, ook omdat ik merk dat sommige extreem linkse mensen met hun eigen vooroordelen even beperkend naar de dingen kijken. Dat helpt ons echt niet verder. Ik luister veel naar NPR, de publieke radio in Amerika, en ik ben het vaak eens met wat daar wordt gezegd, maar niet met de manier waarop, omdat het dikwijls te weinig genuanceerd is. Zo komen we niet vooruit.”
Vroeger verkocht je platen en verdiende je daar je geld mee. Dat is voorbij
Is het ook anders om rockmuzikant te zijn in Amerika?
BETTENS. “Dat vind ik moeilijk om te zeggen, omdat mijn carrière zich toch grotendeels in Europa heeft afgespeeld, veel minder in de Verenigde Staten. Ik denk wel, als je in België een goede muzikant bent, je er wel aan de bak komt. Terwijl de concurrentie in Amerika veel groter is, waardoor het moeilijker is succes te hebben.”
Toen u doorbrak, zag de muziekwereld er anders uit. Er waren geen streamingdiensten. Is het nu makkelijker of moeilijker?
BETTENS. “Het is misschien makkelijker omdat er platformen zijn waarop je zelf muziek kunt plaatsen. Er zijn natuurlijk verhalen van muzikanten die iets plaatsen op YouTube of TikTok en dan doorbreken, maar je moet wel beseffen dat er miljoenen mensen zijn die dat doen, dus dat blijven grote uitzonderingen. Ook thuis muziek opnemen is makkelijker. Maar anderzijds is het veel moeilijker geworden omdat er bijna geen inkomen komt van die streaming. Vroeger verkocht je platen en verdiende je daar je geld mee. Dat is voorbij, tenzij je Taylor Swift bent. Maar iedereen onder dat niveau moet veel toeren en spelen om rond te komen. Wat voor ons wel leuk is, want we hebben ons altijd gezien als een liveband. Je kunt een plaat duizend keer beluisteren, maar er gaat niets boven de unieke ervaring van een liveconcert. Het is onze trots dat altijd goed te doen. Ik ben ook dankbaar dat de mensen nog altijd komen kijken.”
U beschrijft heel mooi uw eerste live-ervaring als twaalfjarige, een intiem moment waarvan alleen herinneringen zijn, geen filmpjes of foto’s. Dat is nu wel anders. Vindt u al die filmende en fotograferende mensen op een concert niet storend?
BETTENS. “Het is een raar fenomeen. Ik denk dat mensen er niet meer bij nadenken, het is een soort pavlovreflex. Er gebeurt iets dat tof is en dat willen ze vastleggen. Vroeger was ik er nog door beledigd, ondertussen denk ik dat het een automatisme is geworden. Op een rockconcert vind ik het al minder storend, maar tijdens een theatertournee kan het dat wel zijn. Dan probeer je iets fragiels te doen met alleen je stem en een ukelele, heeft de lichtman zijn best gedaan om dat zo intiem mogelijk te belichten, en zie je plots op verschillende plekken dat blauwige licht verschijnen.”
Er zijn steeds meer artiesten die het verbieden, van Die Antwoord tot Bob Dylan.
BETTENS. “Zover zou ik nooit gaan. Het is wat belerend en ik vrees dat het een gevecht is van oude mensen (lacht). Telefoons aan de kant als we eten met het gezin, die strijd wil ik nog voeren, maar de strijd aangaan met een heel publiek tijdens een rockconcert? Daar ga ik niet meer aan beginnen.”
Sam Bettens, Ik ben, Das Mag, 176 blz., 21,99 euro
Bio
· Geboren in Kapellen in 1972
· Debuteert in 1993 met de groep The Choice (later K’s Choice)
· K’s Choice kende halfweg jaren negentig succes met albums als Paradise in Me en Cocoon Crash en de hit Not an Addict
· Bettens bleef naast K’s Choice altijd werken als soloartiest en werkte samen met artiesten van diverse origine, van Frankie Miller over Ozark Henry tot Jan De Wilde, Yevueni en Stan van Samang
· Het boek Ik ben verschijnt tegelijk ook in het Engels als All I Am
· In mei en augustus toert K’s Choice in België en Nederland naar aanleiding van het dertigjarige bestaan
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier