‘Duurzaam moet de logische, betaalbare keuze worden’

TIBBE VERSCHAFFEL “Onze producten mogen niet duurder zijn dan die van de traditionele spelers.” © EMY ELLEBOOG
Dirk Vandenberghe freelancejournalist en podcastmaker

Trends selecteert spraakmakende thema’s en verhalen. Planet B verdient het label omdat het duurzame en betaalbare producten maakt in niches waar dat minder het geval is. Duurzaam is nog te vaak synoniem voor duur. Planet B wil daar verandering in brengen met duurzame cosmetica (Wondr), wasproducten (Klaaar) en kinderkoeken (Kiko) tegen concurrentiële prijzen. “Wij brengen betaalbare producten die goed zijn voor mens, planeet en dier.”

November is een maand vol leven voor het Gentse Planet B. In de Koestraat opende het eind oktober een winkel waar de cosmeticaproducten van Wondr te koop zijn. En vanaf 16 november liggen de nieuwe wasstrips van Klaaar in de winkelrekken, aanvankelijk exclusief bij Colruyt en de OKay-winkels. Ondertussen zit Planet B in de laatste fase van de lancering – samen met Studio 100 – van een gezonde kinderkoek onder de merknaam Kiko, en onderhandelt Tibbe Verschaffel met ketens in binnen- en buitenland voor de verdeling van zijn herbruikbare rietjes op basis van bamboe, onder de merknaam Bambooze. De grootste afnemer is voorlopig Aldi Duitsland, goed voor tweeduizend winkels.

Ik wil de new skool Unilever worden’ Tibbe Verschaffel, Planet B

De bijna 28-jarige Verschaffel is al heel zijn leven een ondernemende bij. Als kind verzamelde hij de afgedankte kerstbomen in de straat om ze te herplanten in de tuin van zijn ouders en het jaar daarna opnieuw te verkopen. Respect voor de natuur en recyclage zat er dus al vroeg in. Als zestienjarige richtte hij zijn eigen kickboxingclub op, Kettei, waarvan hij nog altijd de voorzitter is. En in 2019 sleepte hij de titel van student- ondernemer van het jaar in de wacht, als oprichter van inclusieve zomerbars, waar herbruikbare rietjes op basis van bamboe werden geïntroduceerd.

Met de bamboerietjes is alles begonnen, of niet?

TIBBE VERSCHAFFEL. “Als student industrieel ingenieur maakte ik mijn thesis over bamboe. Ik was als student-ondernemer actief met enkele grote, inclusieve zomerbars in het Waasland. Daarbij ging ik op zoek naar een alternatief voor plastic rietjes. Dan was de link met bamboe uiteraard snel gelegd. Het groeit in de natuur en het ziet er al uit als een rietje, dus waarom zou je het dan namaken? Alleen, bamboe is niet homogeen zoals hout, het is extreem hard aan de buitenkant maar zacht vanbinnen. We hebben daarop een proces ontwikkeld om de harde buitenkernen te behouden en vaatwasbestendig te maken. Zo is het inderdaad begonnen.”

TIBBE VERSCHAFFEL “Onze producten mogen niet duurder zijn dan die van de traditionele spelers.”
TIBBE VERSCHAFFEL “Onze producten mogen niet duurder zijn dan die van de traditionele spelers.” © EMY ELLEBOOG

U hebt uw thesis gewoon onmiddellijk in de praktijk gebracht.

VERSCHAFFEL. “De thesis ging over industrieel verwerkte bamboe als plaatsmateriaal in de bouwsector. Tegelijk was ik bezig met een project om bamboefietsen te maken. Daarmee won ik een pitch van de UGent om mijn plannen voor te stellen aan Virginia Tech in de Verenigde Staten. Ondertussen had ik Máté Tóth leren kennen, een Hongaarse software-ingenieur die via het Erasmussysteem in Gent studeerde. Hij werd een erg goede vriend en ik kon hem meenemen voor de pitch naar Amerika. Hij is nu de co-oprichter van Planet B.”

Maar met die bamboefietsen is het nooit iets geworden?

VERSCHAFFEL. “We hebben er een stuk of vijftien gemaakt, maar dat was eerder een kunstproject dan een zakelijk project. Ik heb nog heel lang rondgereden met zo’n bamboefiets, maar die is helaas gestolen. Wat we vooral wilden doen, is tonen dat je dingen kan herdenken, dat je bestaande producten kunt veranderen, vernieuwen door meer duurzame materialen te gebruiken. Door te produceren met respect voor mens, dier en planeet. Niet meer gericht op alleen maar winst maken, maar kijken naar de lange termijn.”

Dat is kort samengevat de filosofie achter Planet B, waarmee u naast bamboerietjes ondertussen ook cosmetica en wasproducten verkoopt. Vanwaar die uitbreiding?

VERSCHAFFEL. “Met de rietjes waren we erg gericht op de horeca. We liepen alle horecabeurzen af, maar toen kwam corona. Dat was even beven. Toen heb ik de tijd genomen om te kijken wat ik echt wilde, en dat gaat veel verder dan die rietjes. Ik ben een jonge ingenieur en ik ontwikkel graag nieuwe producten, en omdat we al in de markt van de fast moving consumer goods zaten, heb ik daarop voortgewerkt. Veel van die producten, van cosmetica over wasproducten tot voedsel, zijn gewoon niet gezond, niet voor ons lichaam, niet voor de planeet. Ik wil me niet richten op winstmaximalisatie, wel op duurzaamheid. Ik weet dat het enorm ambitieus klinkt, maar ik wil de new skool Unilever worden. Of dat is toch mijn droom” (lacht).

Vanwaar de keuze voor cosmetica?

VERSCHAFFEL. “Daar valt nog veel te verbeteren op het vlak van duurzaamheid. Shampoo bevat net als een wasmiddel slechts 20 procent het echte product, de overige 80 procent is water. Wij rijden dus Europa door met vrachtwagens vol water! Dat is waanzin. Als je er een shampoobar van maakt, is dat veel duurzamer. We hebben nu met Wondr ook een poeder ontwikkeld, met een bijbehorende herbruikbare fles van silicone, die je in de vaatwasser kunt reinigen. Je doet een poedertje in de fles, water erbij, flink schudden, een nachtje laten staan en je hebt een fles shampoo. Met Wondr hebben we zo al een mooie lijn met haircare, bodycare, skincare en scheerproducten. Alles samen zeventig producten.”

In cosmetica valt nog veel te verbeteren op het vlak van duurzaamheid’ Tibbe Verschaffel, Planet B

Die ontwikkelt u toch niet allemaal zelf?

VERSCHAFFEL. “Neen, daarvoor werken we samen met verschillende labo’s, maar we behouden wel altijd de intellectuele-eigendomsrechten, zodat we zelf kunnen beslissen waar we produceren. Ik begeleid samen met Máté het volledige proces, zeg welke ingrediënten op onze zwarte lijst staan, welke we zeker wel willen.”

Om zeventig producten te ontwikkelen, zelfs al lijken ze soms op mekaar, heb je veel kapitaal nodig.

VERSCHAFFEL. “Dat klopt. Ik heb alles samen anderhalf miljoen euro opgehaald. Het grootste deel via bankleningen, maar we krijgen ook ontwikkelingssubsidies van de overheid via Vlaio en er is een groep van vier investeerders die voor extra kapitaal heeft gezorgd. Maar je hebt dat geld niet alleen nodig om de producten te ontwikkelen, je moet ze ook op een goede manier in de markt kunnen zetten. We zetten dus ook veel in op marketing, via sociale media, pop-ups en advertenties in de bioscoop. Als je maar één stukje van een marketingpuzzel legt, dan ga je er niet komen. Mijn doel is om impact te hebben, niet om een kleine marginale speler te blijven. We zijn nu een team van vijftien mensen, en elk jaar verdubbelen we onze omzet. Dit jaar stevenen we af op 3 miljoen euro. We zijn uiteraard nog verlieslatend, maar dat is ingecalculeerd. De groei gaat misschien snel, maar als je klein blijft, kun je geen impact hebben. Ik wil een stevige Europese speler worden.”

© EMY ELLEBOOG

Duurzaam heeft nog vaak het imago van duur. Het zijn producten voor de betere middenklasse, voor de happy few.

VERSCHAFFEL. “Ja, of voor geitenwollensokkentypes. Ik heb niets tegen geitenwollen sokken, maar ik wil een veel ruimer publiek bereiken. Daarom concurreren wij ook erg op prijs. Onze producten mogen niet duurder zijn dan die van de traditionele spelers. De wasstrips van Klaaar die we deze maand lanceren, zijn per wasbeurt goedkoper dan gewone wasmiddelen. Mijn doel is: duurzaam moet de logische, betaalbare keuze worden. Topproducten tegen een betaalbare prijs, zodat je eigenlijk niet meer hoeft te twijfelen. Omdat een duurzaam product tegelijk heel cool en betaalbaar is.”

Daar gaat u binnenkort ook nog een kinderkoek aan toevoegen.

VERSCHAFFEL. “Ja, in de lente lanceren we die, samen met een bekend merk van Studio 100, waar ik helaas niets meer mag over vertellen (lacht). Kijk maar eens in de rekken, alle kinderkoeken hebben nutriscore D of E. Wij willen een kinderkoek met nutriscore A. Dat is een idee van onze nieuwe CFO, Junior Cuigniez, die lange tijd countrymanager van de bakkerijgroep La Lorraine in Colombia was. Hij is speciaal teruggekomen naar België omdat hij zo’n koek wilde maken, en dat hebben we nu gedaan, in samenwerking met het lab waar ook de Ritchie-limonade is gecreëerd. Dat we die kunnen lanceren samen met Studio 100 is prachtig. Hans Bourlon is ook de weg van de duurzaamheid ingeslagen, dus dat is een logische combinatie.”

Lees meer over:

Partner Content