Bart Van Acker (QbD) richt leerstoel op nadat goede vriend een hersentumor kreeg: ‘Het persoonlijke verhaal is erg bepalend geweest’

BART VAN ACKER en FREDERIK DE SMET “De standaardzorg voor glioblastoma is voor alle patiënten dezelfde. Wij onderzoeken hoe we de behandeling specifieker kunnen maken.” © DEBBY TERMONIA
Dirk Vandenberghe freelancejournalist en podcastmaker

Dankzij de QbD-leerstoel zoekt de Leuvense professor Frederik De Smet naar betere behandelingen voor glioblastoma, een agressieve vorm van hersentumoren. QbD is een consulent in lifesciences, de onderneming van zijn oude studiemakker Bart Van Acker. Een persoonlijk drama lag aan de basis van hun samenwerking.

Het kwam als een schok, bekent Bart Van Acker, toen hij begin 2020 vernam dat zijn vriend Pieter Van Vlierberghe te horen had gekregen dat hij een glioblastoom had ontwikkeld, een zware hersentumor. “Een paar weken voordien was hij nog in ons bedrijf geweest, omdat er een inzameling was die hij had georganiseerd, uitgerekend een actie voor Kom op tegen Kanker. Ik weet nog dat hij toen zei dat hij zich niet zo goed in zijn vel voelde en vaak hoofdpijn had. Hij dacht dat hij misschien wat overwerkt was, tegen een burn-out aanliep, of misschien een depressie. Zijn schoonvader, een dokter, adviseerde hem een scan te laten nemen. Hij bleek al een gezwel ter grootte van een flinke pingpongbal te hebben ontwikkeld.” Eind december overleed de in 1980 geboren Pieter Van Vlierberghe.

Pieter wist dat hij geen baat meer zou hebben bij extra onderzoek, maar dat na hem anderen misschien wel meer kans op genezing zouden hebben, inspireerde hem’ BART VAN ACKER, QUALITY BY DESIGN

Van Acker, een snelle prater, schakelt enkele versnellingen lager wanneer hij het verhaal vertelt. Hij kende Pieter Van Vlierberghe al sinds de middelbare school. Ze werden boezemvrienden en gingen samen voor bio-ingenieur studeren, eerst in hun thuisstad Antwerpen, vervolgens in Leuven. Ze zaten niet alleen naast elkaar in de auditoria, ze gingen ook samen fietsen en voetballen. “Als je Bart zag, zag je Pieter, en omgekeerd”, herinnert onderzoeksprofessor Frederik De Smet zich.

Na hun studies in Leuven doctoreerde Van Vlierberghe in Rotterdam en vervolgens werd hij onderzoeker aan Columbia University in New York. Kinderleukemie werd zijn specialiteit. Zijn kennis werd opgemerkt in eigen land, en hij kon een onderzoeksgroep beginnen aan de Universiteit Gent. “Pieter was een erg slimme kerel. Hij heeft honderden kinderen van de leukemie afgeholpen. Hij was een van de toppers in zijn vakgebied”, vertelt Van Acker. Van Vlierberghe werd meermaals gelauwerd voor zijn onderzoekswerk, hij kreeg onder andere de prijs van het Fonds Baillet Latour in 2018 en een erkenning van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen in 2020.

BART VAN ACKER en FREDERIK DE SMET “Wij ontwikkelen methodes om de bestaande behandelingen beter toe te spitsen.”
BART VAN ACKER en FREDERIK DE SMET “Wij ontwikkelen methodes om de bestaande behandelingen beter toe te spitsen.” © DEBBY TERMONIA

Van Vlierberghe werd ziek in februari 2020. Het gezwel bleek wel op een goede plek te zitten, vooraan in zijn hoofd, het kon snel worden verwijderd. “Dat is raar om te zeggen, maar Pieter voor of na de operatie, dat was nog altijd dezelfde Pieter. Vol energie, vol plannen.” Maar toen kwam covid, waardoor heel veel niet meer kon. “Pieter belde me op met het idee extra onderzoek naar glioblastoma te doen. Hij had opnieuw contact gezocht met Frederik, omdat hij wist dat die daarmee bezig was. Pieter vroeg: ‘Kunnen we niet samen iets doen, zou jij dat niet kunnen ondersteunen of sponsoren?’ Daar hoefde ik natuurlijk niet lang over na te denken”, aldus Van Acker.

De rode draad

Van Acker richtte twaalf jaar geleden een eigen bedrijf op, Quality by Design (QbD), een consulent in lifesciences, die bedrijven begeleidt bij de volledige ontwikkeling van hun idee tot een volwaardig medicijn of behandeling voor de patiënt. QbD is door tal van overnames een flinke onderneming geworden met 600 medewerkers en een tiental vestigingen in Europese en Zuid-Amerikaanse landen. Afgelopen jaar was QbD goed voor een omzet van 60 miljoen euro.

Frederik De Smet ging net als Pieter Van Vlierberghe de academische kant op. Na zijn afstuderen in 2003 kon hij doctoreren aan het VIB, het centrum voor kankerbiologie van professor Peter Carmeliet. Daarna trok hij naar de Verenigde Staten, waar hij onderzoek deed aan het Dana-Farber Cancer Institute, een van de onderzoekscentra van Harvard, en ook op het Broad Institute in Massachusetts, opgericht door de bedenker van het menselijkegenoomproject, waar de volledige structuur van menselijk DNA werd ontrafeld. “Op die fantastische plekken heb ik heel veel geleerd en veel vaardigheden ontwikkeld”, zegt De Smet. “Toen de kans zich voordeed in Leuven een eigen onderzoekscentrum aan het departement pathologie te beginnen, ben ik in 2016 teruggekeerd naar België.”

In Vlaanderen hebben we een performante biotechscene, maar als academici weten we niet altijd wat daar gebeurt’ FREDERIK DE SMET, PROFESSOR

Net als bij Van Vlierberghe is kanker de rode draad doorheen het onderzoek van De Smet. “Eerst was dat nog kanker in het algemeen, in de VS heb ik me toegelegd op alles wat met hersentumoren te maken heeft. Toen ik in Leuven begon, stond het onderzoek naar hersentumoren nog niet zo ver. Er waren wel wat clinici die onderzoek deden, maar de combinatie van een kliniek met neurochirurgie of neuro-oncologie, dat is helemaal niet vanzelfsprekend. Je hebt mensen nodig die zich voltijds met onderzoek kunnen bezighouden. Dat doen we hier nu in het labo, in nauwe samenwerking met de mensen van het UZ.”

Snellere goedkeuring

Het onderzoek van De Smet spitst zich toe op glioblastoma, hooggradige hersentumoren. “Die zijn gelukkig zeldzaam, maar als je de diagnose krijgt, is het wel zeer ernstig. De meeste patiënten overlijden binnen een of twee jaar, de kans op overleven is minder dan 1 procent. Jaarlijks overlijden zo’n 500 mensen aan de gevolgen van een glioblastoom”, vertelt De Smet.

De grote uitdaging in het onderzoek is dat er erg veel variatie in de tumoren zit. “In ons jargon noemen we dat heterogeniteit. Als je de ene patiënt met de andere vergelijkt, zie je erg veel verschillen op moleculair of genetisch niveau, maar ze vallen allemaal onder de noemer glioblastoma. De standaardzorg is voor alle patiënten dezelfde. Wij doen onderzoek naar hoe we de behandeling specifieker kunnen maken, meer toegespitst op de patiënt.”

Daar schuilt een belangrijk addertje onder het gras, want er worden wereldwijd wel zogenoemde clinical trials uitgevoerd, maar om vervolgens een erkenning te krijgen voor die specifieke behandeling, moet je voldoende patiënten hebben met een positieve respons op de behandeling of het medicijn. Als het aantal patiënten te laag is, kun je volgens de regelgeving geen goedkeuring krijgen van de autoriteiten, zoals de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) of het Europese European Medicines Agency (EMA). “Doordat er relatief weinig patiënten met glioblastoma zijn, en de variatie binnen die glioblastoma nog eens zo groot is, is het erg moeilijk goedkeuring te krijgen voor bepaalde behandelingen”, verduidelijkt De Smet.

PIETER VAN VLIERBERGHE Hij werd meermaals gelauwerd voor zijn onderzoekswerk en kreeg onder andere de prijs van het Fonds Baillet Latour in 2018.
PIETER VAN VLIERBERGHE Hij werd meermaals gelauwerd voor zijn onderzoekswerk en kreeg onder andere de prijs van het Fonds Baillet Latour in 2018. © GF

Met zijn onderzoek probeert De Smet een versnelling te creëren. “Wij ontwikkelen methodes om de bestaande behandelingen, die soms wel al goedkeuring hebben gekregen voor de behandeling van andere kankers, beter toe te spitsen, zodat we een betere selectie kunnen maken voor de patiënten die deelnemen aan de trials. Het doel is sneller goedkeuring te krijgen voor bepaalde behandelingen. Dat gaat zowel over klassieke chemotherapie als over immunotherapie. We ontwikkelen methodes, waarmee we op voorhand al veel beter kunnen inschatten welke behandeling kan werken.”

Kruisbestuiving

Het onderzoekscentrum van professor De Smet werkt daarvoor samen met tal van andere Belgische en Europese centra, maar extra financiering voor meer onderzoek is altijd welkom. Vandaar dat De Smet erg blij was met het plan van Pieter Van Vlierberghe en Bart Van Acker voor een leerstoel. “Je mag ook nooit vergeten, het gaat om hersenen, dat is ongelooflijk complex. Dat maakt het extra moeilijk stalen of monsters te nemen voor onderzoek. Je kunt niet elke week even de hersenen openleggen om wat extra weefsel weg te nemen voor onderzoek”, zegt Van Acker.

Pieter Van Vlierberghe had de standaardbehandeling gekregen, maar hij was er zich erg goed van bewust dat die mogelijk niet zou helpen, en dat extra onderzoek hard nodig is. “Hij heeft nog goed gereageerd op de bestralingen en de chemotherapie. Na de diagnose blijven mensen gemiddeld nog anderhalf jaar leven. Bij Pieter was dat bijna drie jaar”, zegt De Smet. “Hij wist heel goed dat hij zelf geen enkele baat meer zou hebben bij extra onderzoek, dat het een werk van lange adem is, maar dat na hem anderen misschien wel meer kans op genezing zouden hebben, dat inspireerde hem”, vult Van Acker aan. “Het idee een leerstoel te creëren voor meer onderzoek komt helemaal van hem. In covidtijd is hij bij mij in de keuken zijn idee komen presenteren, terwijl vijf mensen van het management meeluisterden. Ik wist toen nog niet dat Frederik onderzoek deed naar glioblastoma, maar Pieter had al contact gelegd. Twee uur na zijn presentatie heb ik hem opgebeld om te zeggen: ‘We doen het!’”

Behalve de financiële steun is er nog een extra reden waarom De Smet blij is met de leerstoel, die in 2021 werd opgericht. “Als academici hebben we wel een redelijk zicht op wat gebeurt in andere onderzoekscentra, maar we weten niet altijd wat speelt in meer commerciële omgevingen. Terwijl die kruisbestuiving erg belangrijk is. Het netwerk van Bart is daarbij erg belangrijk. Zeker in Vlaanderen hebben we een performante biotechscene, maar als academici weten we niet altijd wat daar gebeurt. Wij kunnen hier het meest fantastische onderzoek doen, maar het doel is toch dat dat evolueert naar een goedgekeurd medicijn of een erkende behandeling.”

Dat is de bestaansreden van QbD, verduidelijkt Van Acker: “Wij begeleiden kleine start-ups en middelgrote bedrijven bij de ontwikkeling van hun idee tot een volwaardig product. We bestrijken daarbij het hele gamma: het regulatoire, de kwaliteit, het klinische, zelfs het commerciële aspect van hoe je een product naar de markt brengt. Door de vele overnames hebben we een erg breed spectrum aan experts in huis, op alle domeinen die ertoe doen. Dat zorgt ervoor dat je vanaf dag één veel efficiënter kunt werken aan de ontwikkeling van een product. Dat netwerk stellen we graag ten dienste van de leerstoel.”

De leerstoel is een onderdeel van de QbD Foundation, de stichting waarin alle sociale projecten van QbD worden gegroepeerd. De leerstoel is veruit het belangrijkste initiatief. “Het persoonlijke verhaal is ook erg bepalend geweest, dat Frederik en ik elkaar kennen, en dat Pieter ons opnieuw heeft samengebracht. De eerste drie jaar lopen nu af, maar we hebben net een deal getekend voor de komende drie jaar. We gaan dit blijven doen, ook ter nagedachtenis van Pieter.”

Minstens één keer per jaar organiseert QbD een event rond de leerstoel, zegt Van Acker. “Dan komt professor De Smet de vorderingen verduidelijken. Ook al is het frustrerend te merken hoe traag het onderzoek soms verloopt, maar dat is nu eenmaal eigen aan medisch onderzoek. Op het event nodigen we ook vrienden en familieleden van Pieter uit. Het is ook een eerbetoon aan hem. Het mooie is dat daardoor weer andere initiatieven ontstaan, die geld inzamelen voor het kankeronderzoek. Zo wordt tijdens de ZoniënTrail, een loopwedstrijd, geld ingezameld voor het onderzoek van Frederik. Dat is een heel mooi neveneffect van de leerstoel.”

© National

Partner Content