Bob Verbeeck (Golazo) over sportjaar 2024: ‘Als sportorganisator ben je altijd kwetsbaar’

Het sport- en gezondheidsimperium Golazo maakt zich op voor een forse groei, dankzij Afrika. Oprichter en CEO Bob Verbeeck legt uit hoe hij dat aanpakt en blikt vooruit naar het olympische jaar 2024. Dat zal voor altijd een zwart randje hebben door het overlijden van zijn poulain Kelvin Kiptum.

Menig sportliefhebber zou watertanden in het kantoor van Bob Verbeeck. Er prijken er unieke sportattributen, zoals de groene Canyon-racefiets waarmee Jasper Philipsen het puntenklassement won in de voorbije Ronde van Frankrijk.

Verbeeck had tot voor kort ook het gesigneerde shirtje liggen dat de Keniaan Kelvin Kiptum droeg toen hij in oktober het wereldrecord marathon verbeterde. Verbeeck hoopte toen vurig dat Kiptum, wiens belangen ook door Golazo werden behartigd, zou schitteren op de nakende marathon van Rotterdam. “Een atleet van ons die onder een magische grens loopt op een evenement van ons, dat zou voor mij de gouden medaille van het sportjaar 2024 zijn”, stelde Verbeeck (63), zelf een topatleet in zijn jonge jaren.

Maar toen sloeg het noodlot toe. Kiptum verongelukte in Kenia. Verbeeck verloor een uithangbord voor Golazo, maar vooral ook een vriend. “Wij kwamen bij hem thuis, en hij kwam bij ons thuis.”

Dat een wereldtopper als Kiptum een poulain van Verbeeck en Golazo werd, is geen toeval. Verbeeck heeft in Afrika meer dan één voetje voor op de concurrentie dankzij die vele inspanningen die hij op het continent deed het voorbije anderhalve decennium. In 2008 organiseerde Verbeeck in Kenia al trainingskampen voor beloftevolle atleten. En dat werpt steeds meer vruchten af. Eerder dit jaar ondertekende Verbeeck het contract voor de organisatie van het wereldkampioenschap wielrennen in Rwanda in 2025. Het is slechts een prelude voor veel andere activiteiten in Afrika. Verbeeck ziet er een enorm potentieel voor Golazo, dat nu al het wereldwijde nummer één is in de organisatie van sportevenementen.

Intussen heeft Golazo niet alleen een uitvalsbasis in de Keniaanse hoofdstad Nairobi, maar komen er ook kantoren in Rwanda, Zuid-Afrika en Nigeria. “Ons kantoor in Kenia is in slechts drie à vier jaar een gevestigde waarde geworden”, zegt hij. “We organiseren er steeds meer evenementen. Zo bereiden we de Ronde van Kenia wielrennen voor en vertegenwoordigen we er een 150-tal atleten. Dat willen we herhalen in Rwanda, Zuid-Afrika en Nigeria. We bekijken met diverse Afrikaanse sportbonden hoe wij een rol kunnen spelen in het organiseren van hun kampioenschappen. Veel Afrikaanse kampioenschappen worden niet, te weinig of slecht georganiseerd.”

Hoe belangrijk is Afrika al voor Golazo?

BOB VERBEECK. “In 2023 draaiden we een groepsomzet van ruim 130 miljoen euro. Afrika vertegenwoordigt daarvan ruim 10 procent. Een jaar eerder was dat nog maar de helft. Afrika is een sneeuwbal die sterk aan het rollen is. In ons kantoor in Nairobi werken bijna dertig mensen, op twee na allemaal Kenianen. Het kantoor wordt ook geleid door Kenianen. Het is niet dat wij mensen naar ginder verplaatsen.”

Hoe groot is het potentieel?

VERBEECK. “Heel groot. Of Afrika in omzet even groot als Europa kan worden? Zeker! Maar eerst moeten we de structuur opbouwen. We hebben ons geëngageerd om samen met ASO (Amaury Sports Organisation, de Franse eigenaar en organisator van onder meer de Ronde van Frankrijk, nvdr) dat wereldkampioenschap in Rwanda te organiseren. Dat moet perfect zijn. Overigens, nadat wij het contract hadden binnengehaald, hebben wij naar de interesse van Belgische bedrijven gepeild. We hadden meteen ruim 200 bedrijven in onze databank die overwegen om met genodigden richting Rwanda te trekken voor dat kampioenschap.”

Zal ASO uw natuurlijke partner zijn voor andere evenementen in Afrika?

VERBEECK. “Met ASO werken wij al samen voor de organisatie van een aantal onderdelen van de Olympische Spelen, en voor Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik. Op andere gebieden zijn wij concurrenten. Dat is ook geen probleem.”

Uw succes in Afrika zal concurrenten aan het denken zetten.

VERBEECK. “Ja, natuurlijk. En dat is goed, want er is heel veel werk. We hebben een voorsprong, maar we kunnen snel worden ingehaald. Al is een uitbreiding in zo’n Afrikaans land geen fluitje van een cent. Je organisatiestructuur moet kunnen volgen.”

Welke plannen hebt u voor dit jaar?

VERBEECK. “Die heb ik gebundeld in een aantal resoluties, die ik intern heb bekend­gemaakt. Zo wil ik de bedrijfsstructuur versterken, met extra aandacht voor onze divisie Corporate Welzijn (Golazo begeleidt via de tak Energy Lab werknemers met programma’s en apps om gezonder te leven, nvdr). Dit jaar zijn we niet van plan een overname te doen, maar om 15 procent organisch te groeien. We investeren extra in het organiseren van kampioenschappen, en gebruiken de Olympische Spelen in Parijs en het wereldkampioenschap in Kigali in 2025 daarvoor als springplank. Nog een resolutie is extra focus op nieuwe territoria. Afrika dus, en al mondjesmaat de Verenigde Staten, in aanloop naar de Olympische Spelen van 2028. Daarvoor komt er een permanent Amerikaans kantoor. Allicht wordt Boston onze uitvalsbasis. Er komt ook meer focus op Nederland, dat sterk groeit in onze activiteiten.

“Bovendien moet de operationele efficiëntie nóg beter. We zijn zowel organisch als door overnames gegroeid. Daardoor zitten er nog inefficiënties in onze organisatie. Er komt ook een uniforme Golazo-branding. Dochters als Energy Lab gaan duidelijkere Golazo-entiteiten worden. Een belangrijke resolutie is ook het permanente streven om in al onze acti­viteiten niet de beste van de wereld te zijn, maar de beste voor de wereld. Daarnaast wil ik een goed back-up- en successieplan opstellen voor alle leiderschapsposities, inclusief de mijne. Dat is zeker met de groei van het bureau noodzakelijk.

“We gaan ook onze volzette evenementen evalueren. Steeds vaker is de vraag veel groter dan het aanbod. Zeker in Nederland zijn al onze loopevenementen volzet. We hebben 20.000 deelnemers voor de marathon van Rotterdam, maar ook een wachtlijst van 20.000. Clouseau kan bij een enorme vraag een extra show in het Sportpaleis organiseren, maar zoiets is voor onze buitenevenementen niet mogelijk. We zullen van de stad Rotterdam geen toelating krijgen om het centrum een dag extra af te sluiten. We onderzoeken hoe we die mensen een alternatief kunnen aanbieden.”

Maar dus geen overnames dit jaar?

VERBEECK. “Dat is het plan. Hoewel, mochten er zich mogelijkheden aandienen die bijzonder goed bij ons passen, dan zullen we die doen. We hebben voldoende middelen voor een grote overname.”

Hoe groot is die oorlogskas?

VERBEECK. “We keren geen dividend uit aan de aandeelhouders, dus is er een grote cashbasis. Wij zijn niet geleveraged, we hebben geen schuldposities. Maar we willen bewust niet in hardware investeren, wel in software.”

Het onlinefietstrainingsplatform Zwift is software.

VERBEECK. “Maar Zwift heeft ondertussen 500 miljoen gespendeerd en nog altijd geen eurocent winst gemaakt. Dat kan niet blijven duren. Zwift wordt gezien als een succes, maar commercieel is het dat niet. Ik denk dat de Zwift-aandeelhouders zich serieus in het haar krabben. Ook Strava heeft nog geen winst gemaakt. Dat zijn moeilijke modellen.”

Het maakt u extra voorzichtig om over te nemen?

VERBEECK. “Ik ben hoe dan ook een voorzichtige ondernemer, altijd geweest. Ik heb tijdens de pandemie ervaren hoeveel comfort het geeft om er als bedrijf warmpjes in te zitten, waardoor we ons zelfs bij sterk gereduceerde activiteiten geen zorgen hoefden te maken.”

U bent ook zonder grote overname marktleider.

VERBEECK. “Als je de aantallen bekijkt, zijn wij wereldwijd het nummer één in recreatieve sportevenementen. We gaan dit jaar richting 2 miljoen deelnemers, en dat terwijl er heel wat landen zijn waar we nog niets doen. Dat maakt duidelijk hoe gefragmenteerd onze business is.”

Wie laveert in uw zog?

VERBEECK. “De organisatie van de marathon van Berlijn, ASO, de New York Road Runners Club. Die gaan van enkele honderdduizenden tot 500.000 deelnemers.”

Het wordt een druk sportjaar. Waarop hoopt u?

VERBEECK. “Rotterdam wordt nu een ingetogen ode aan Kelvin. We gaan dat zo sereen mogelijk organiseren. De tijd is van generlei belang. Ik kijk ook uit naar de finale van de Diamond League (een serie van topatletiekwedstrijden, nvdr) in Brussel, op de Memorial Van Damme, die voor het eerst zowel op vrijdag als op zaterdag wordt gehouden. Vooral omdat ik zelf uit de atletiek kom en Ivo Van Damme mijn grote held was. En kunnen meewerken aan de Olympische Spelen vlak bij huis zal ook een hoogtepunt zijn. Dat gaan we waarschijnlijk nooit meer meemaken. We zijn voor Parijs betrokken bij de organisatie van de marathon, de wandelevenementen, de triatlon en het wielrennen. We runnen ook het Belgian House en zijn hospitalitypartner voor België voor alle viparrangementen.”

Hoeveel mensen zal u daar hebben?

VERBEECK. “We hebben al jaren een bureau in Parijs waar permanent tien mensen werken, omdat we heel wat activiteiten hebben in Frankrijk. Die worden tijdens de Spelen aangevuld met een honderdtal mensen. Ik hoop dat we het meest fantastische Belgian House kunnen organiseren voor fans en atleten, maar vooral ook in een veilig Parijs.”

Bent u bezorgd?

VERBEECK. “Natuurlijk maak ik me zorgen over de veiligheid. Iedereen die de geo­politieke situatie wat volgt, toch? Er is heel veel reden tot bezorgdheid. Dus ik hoop dat iedereen het hoofd koel kan houden. De veiligheidsmaatregelen zullen tijdens de Spelen draconischer zijn dan ooit tevoren.”

U organiseert veel grote publieke evenementen…

VERBEECK. “… en dan ben je altijd kwetsbaar, ja. Maar ook in een stadion ben je kwetsbaar.”

Wat vindt u van het sportbeleid in Vlaanderen?

VERBEECK. “Met de beschikbare middelen wordt best goed en zorgvuldig omgesprongen. Er moeten alleen meer middelen komen om de bewegingsarmoede tegen te gaan. De overheid moet investeren om ervoor te zorgen dat de sport voor alle doelgroepen toegankelijk blijft. De prijzen voor het lidmaatschap van de sportclubs stijgen. De toegankelijkheid van de sport is dus een belangrijke extra opdracht voor de overheden.”

Worden onze topsporters onderbetaald?

VERBEECK. “Sommigen worden zeker voldoende betaald, anderen veel te weinig, onder meer in atletiek, zwemmen of gymnastiek. Vergeleken met voetbal is dat een wereld van verschil, en dat voor dezelfde inzet. Een overheid kan dat niet rechttrekken. Je kunt dat alleen aanpakken door de commerciële structuur van je sport te verbeteren. Ik denk dat dat langzaamaan ook wel gebeurt. Maar mogen de contracten van Topsport Vlaanderen hoger zijn? Zeker. In Kenia lost men dat op door veel meer topsporters bij de politie of het leger te laten tekenen. Ook in Frankrijk zijn die statuten ruimer en worden sporters sterker ondersteund.”

Zit Europees kampioene schaatsen Loena Hendrickx bij Golazo?

VERBEECK. “Nee, zij wordt begeleid door haar broer. Maar er zijn nu wel gesprekken om te kijken of we haar op een bepaald moment kunnen helpen. Wij kijken vaak naar talenten met de bedoeling die nadien in het bedrijf te houden als collega.”

Dus is ook de kans groot dat gymnaste Nina Derwael, die u begeleidt, hier ooit aan de slag gaat?

VERBEECK. “Als ze die ambitie heeft, natuurlijk.”

Golazo was kandidaat-organisator voor het wereldkampioenschap wielrennen in 2030. De stad Brussel heeft echter beslist met enkel uw concurrent Flanders Classics, opgericht door Wouter Vandenhaute, in zee te gaan, als de organisatie aan ons land zou worden toegewezen. U werd omschreven als de bedrogen partner.

VERBEECK. “Er is op een ondoorzichtige manier gekozen voor een andere partij, terwijl wij ervaring met een wereldkampioenschap hebben. Het is nogal raar dat we de opdracht in Rwanda krijgen en niet in Brussel. Ik had die samenwerking dus liever wel gezien. Dat kampioenschap hangt samen met tweehonderd jaar België. Ik ben Belg, dus had ik graag aan dat wereldkampioenschap kunnen samenwerken. Maar goed, het is nu niet zo. Er zijn elk jaar een aantal wereldkampioenschappen die we wél kunnen organiseren.

“Ik begrijp die vragen over Flanders Classics ook niet goed. Ik ben daar echt niet mee bezig. We werken soms met hen samen maar zijn een totaal ander bedrijf. Flanders Classics focust zich op wielrennen en is daarin een concurrent, in België en sinds kort ook elders in Europa. Maar onze insteek is anders, het aanzetten van mensen tot een actievere levensstijl en ze gezonder en gelukkiger maken. Daarrond organiseren wij een groot aantal activiteiten waarvan hardlopen een belangrijke is, en ook fietsen. Maar wij zijn evenzeer actief in basket, breakdance, meditatie, corporate wellbeing.”

Dus dat blijft niet hangen?

VERBEECK. “Wij hebben het beste voor met de sportwereld, en als wij dan op een bepaald moment niet worden verkozen, kan ik daar inderdaad over vloeken. Maar soit, waar zitten de volgende kansen, denk ik dan al snel. We hebben overigens tot en met 2030 een pijplijn van dertig of veertig grote kampioenschappen.”

U wilt uw opvolging voorbereiden. Maar op uw Linked­In-pagina staat: ‘I love my job and have no plans to retire’.

VERBEECK. “Zolang mijn gezondheid het toelaat, wil ik graag betrokken blijven bij dit bedrijf dat ik heb opgericht en dat nog altijd een familiebedrijf is. Maar ik word 64 en besef de eindigheid van het leven maar al te goed. Dus is het in het belang van Golazo dat het niet van mij alleen afhankelijk is. Dat is nu in ruime mate ook al zo. Dit bedrijf stopt niet met mij. Mijn verantwoordelijkheid spitst zich inmiddels heel erg toe op de uitbouw naar nieuwe regio’s en nieuwe activiteiten. Daar kan ik me bijna volledig op focussen, omdat de verantwoordelijken van de divisies hun onderdeel goed beheren en goed leiden. Ik ben vooral hun klankbord.”

Dus wordt over enkele jaren iemand anders groeps-CEO?

VERBEECK. “Hoe dan ook zijn we weldra een bedrijf dat ruim 200 miljoen euro omzet draait. We moeten zorgen dat het goed geleid wordt en een onsterfelijke toekomst heeft. Tussen haakjes, het bedrijf daarop voorbereiden heeft niet alleen te maken met mij, maar met iedere 55-plusser hier. Met een mooi woord heet dat successieplanning. Het zou onverstandig zijn dat niet te doen.”

U bezit nog 80 procent van de aandelen. Er komen geen wijzigingen in de aandeelhouders­structuur?

VERBEECK. “Nee. Het bedrijf zal niet worden verkocht. Mijn drie kinderen worden op zeker moment de facto aandeelhouders. Die structuur zijn we nu aan het uittekenen. Wil dat zeggen dat ik uitsluit dat een van hen een operationele rol krijgt in het bedrijf? Nee. Maar zoek ik tussen mijn kinderen mijn opvolger? Ook niet.”

Maar u denkt nog niet aan afbouwen?

VERBEECK. “Neen, ik beleef mijn topjob echt elke dag.”