“In Amerika is iedereen uitzendkracht, dát is het verschil”
Op 1 juli 2005 wordt Stef Witteveen, zes jaar lang CEO van Randstad België, de nieuwe topman van Randstad in de VS. Een hele verandering. Niet alleen moet hij op een totaal nieuwe markt aan de slag. Ook privé komt hij in een heel andere wereld terecht. Trends sprak hem, net voor zijn vertrek.
Niets op het bureau van Randstad-topman Stef Witteveen doet vermoeden dat hier een bedrijfsleider zit die op het punt staat een beslissende stap in zijn carrière te maken en België, jarenlang zijn thuishaven, vaarwel te zeggen. Geen ingepakte dozen. Geen leeggehaalde kasten. Geen kale muren. Zelfs de boeken over de Belgische toeristische trekpleisters en Belgische kunst staan nog onaangeroerd in de bibliotheek. “Officieel vertrek ik op 1 juli,” zegt Witteveen. “Maar het zal wellicht tot begin augustus duren voor alles geregeld is. Ondertussen reis ik wel een paar keer de oceaan over om een aantal praktische zaken af te handelen. Niet dat ik alles op mijn eentje moet doen. In de VS heb ik een relocation company aangesproken die mij begeleidt in het zoeken van een huis en mij ook aanraadt waar ik een betrouwbare wagen vind. Dat is geen overbodige luxe.”
Stef Witteveen, een geboren Hagenaar, sluit een hectische periode af. Als CEO van Belgiës belangrijkste uitzendconcern (omzet 675,8 miljoen euro) heeft hij heel wat watertjes doorzwommen. Hij moest de integratie van Randstad en Interlabor begeleiden, werd meer dan eens geconfronteerd met een enorme druk op de prijzen en moest het bedrijf meer dan eens door een slabakkende conjunctuur loodsen. Net nu de Belgische uitzendmarkt het weer wat beter begint te doen, verlaat Witteveen Europa voor de VS. “Ik werd gevraagd om CEO te worden van Randstad VS,” legt hij uit. “Een kans die ik niet kon laten liggen. Het past heel goed in mijn carrièreverloop. Begonnen in Nederland bij een Randstad-dochter, dan naar België om hier zes jaar lang een bedrijf te leiden, wist ik dat een volgende stap heel wat veranderingen zou teweegbrengen. En met een job in de grootste economie ter wereld klopt dat voor 100 %. Het is ook een totaal andere markt.”
TRENDS. Het is zeker ook een veel grotere markt. Wat is de positie van Randstad in de VS?
STEF WITTEVEEN (RANDSTAD). “In omzet is Randstad VS het dubbele van Randstad België. Het is na Nederland onze grootste werkmaatschappij, maar daarmee zijn we in de VS een kleine speler. Hier zijn we marktleider. Ik zal in de VS dus op een andere manier business moeten doen. De grote spelers op die markt zijn Manpower, Adecco en Kelly. Wel staan we tamelijk sterk in het zuidwesten van de VS, waar ook onze thuisbasis ligt. We zijn daar marktleider. Randstad opereert er vanuit Atlanta (in Georgia). Daar zal ik ook gaan wonen.”
De arbeidsmarkt in de VS is totaal verschillend van de onze. Hoe moet een uitzendbedrijf zich daar positioneren?
WITTEVEEN. “In de VS is iedereen eigenlijk uitzendkracht. Flexibiliteit is er een evidentie. In België kan je je positioneren ten opzichte van rigide arbeid. In de VS kan je niet met zo’n argument op de proppen komen. Wel hebben uitzendkrachten daar een andere perceptie van service. Ik denk dat je daar met dienstverlening het verschil moet maken. Dat is moeilijker in Europa. Hier maakt het voor een klant soms niet uit welk uitzendbedrijf een opdracht uitvoert.”
U kwam aan het roer van Randstad België toen de integratie met Interlabor volop aan de gang was. Geen makkelijke opdracht?
WITTEVEEN. “Het was een moeilijke start, met dat onafgeronde integratieproces tussen Interlabor en Randstad. We stonden toen niet strijdbaar genoeg op een zeer competitieve markt. Andere spelers stelden zich veel agressiever op qua prijszetting en namen marktaandeel over. Onze positie kwam onder druk te staan. Maar ondertussen moesten we het integratieproces voltooien en ons zelfvertrouwen verhogen. Kwalitatief hebben we een heel sterke organisatie uit de grond gestampt. Dat is nog altijd het geval. Je moet maar kijken naar de anciënniteit en het vakmanschap van onze mensen. In het begin moesten wij heel veel investeren in onze uitstraling. De resultaten lieten gelukkig niet te lang op zich wachten. Sinds 2001 gaat het in stijgende lijn.”
Hoe probeerde u in die periode in te spelen op de scherpe prijzen op de markt? Sommige uitzendbedrijven sloten contracten af tegen verkoopprijs. Bent u ook in dat bad gesprongen?
WITTEVEEN. “Zeuren over lage marges is een typische reactie voor een bedrijf in de verdediging. Een bedrijf dat zelf in de aanval is met een weldoordachte strategie, zal je zelden of nooit horen klagen. En wij zijn van de verdediging overgestapt naar de aanval. Het is ook onze stijl niet en het zal onze stijl ook niet worden om opportunistisch te reageren op marktverschijnselen. We doen dat vanuit een doordachte strategie en we hebben daar hard aan gewerkt. Ondertussen bevinden we ons in een situatie dat we onze prijszetting kunnen matchen en onze rendabiliteit hebben kunnen verbeteren via speciale dienstverlening en innovatie.”
Uitzendbedrijven beperken zich vandaag niet langer tot hun kernbusiness, maar profileren zich meer en meer als een volwaardige HR-dienstverlener via werving en selectie, outplacement, payrolling,… Hoe is die trend te verklaren?
WITTEVEEN. “Die verruiming is er gekomen op vraag van onze klanten. We kregen te horen: jullie verlonen al zoveel uitzendkrachten, waarom kunnen jullie ook niet de loon- administratie van de vaste medewerkers afhandelen? Wij hebben ook een enorm goed zicht op zowel de vraag- als aanbodzijde van de arbeidsmarkt. Het is dus logisch dat wij ons ook meer en meer met werving en selectie en met groeimarkten als outplacement gaan bezighouden. Laat mij echter duidelijk zijn: via uitzendarbeid beschikken we in België over een bijzonder dominante positie en de kernbusiness blijft prioritair. Maar België is een zeer mature markt en onze groei kunnen we verbeteren door verschillende diensten aan te bieden en in de breedte te werken.”
U begeeft zich wel meer en meer op het terrein van de sociale secretariaten.
WITTEVEEN. “Wij doen dat al een tijdje. Randstad verzorgt elke dag de payroll van 24.000 uitzendkrachten. Wij rekruteren iedere dag een massa mensen. We hebben die diensten op zo’n manier ontwikkeld, dat we met de beste spelers in die markt kunnen concurreren.”
In welke mate moet u op de Belgische uitzendmarkt rekening houden met een grote groep van lokale spelers?
WITTEVEEN. “Die lokale spelers zijn geen unicum. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor Groot-Brittannië. Het klopt dat ze zeer dicht bij de klant staan. Maar ook wij hebben voordelen die zich op een ander terrein situeren. Grote Belgische uitzendbedrijven zijn internationale spelers en ze kunnen dus over de grenzen heen afspraken maken met hun multinationale klanten.”
Uitzendkrachten leveren een belangrijke bijdrage tot de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Met de huidige discussies over de verhoging van de werkgelegenheidsgraad bevindt u zich in een interessante positie.
WITTEVEEN. “We kunnen daar ons steentje toe bijdragen. Ik vind het een goede zaak dat er in België meer en meer nadruk wordt gelegd op activering en dat men zich bewust is van de noodzaak van een loonkostenverlaging. Er is een mentaliteitswijziging aan de gang. Iedereen weet dat er iets moet gebeuren.”
Maar een bewustwording is onvoldoende…
WITTEVEEN. “Ja, dat is onvoldoende. Er zijn zoveel belangengroepen die hun zeg moeten hebben. Toch denk ik dat er heel wat landen van België kunnen leren. De vaardigheid om tot compromissen te komen, maakt dat veel maatregelen toch een breed draagvlak hebben. Ik heb de indruk dat de neuzen stilaan in dezelfde richting staan. En wij gaan daar in België met Randstad ook van profiteren. Want hoe meer nadruk er op werkgelegenheidsbeleid wordt gelegd, hoe beter dat ook is voor private arbeidsmarktbemiddelaars.”
De werkgelegenheidsgraad bij 55-plussers ligt in België be-droevend laag. Hebben uitzendbedrijven op dat vlak een rol te spelen?
WITTEVEEN. “Uiteraard, de demografische ontwikkelingen gaan aan ons niet voorbij. Het aantal 45-plussers onder de uitzendkrachten neemt toe. 8 % van onze uitzendkrachten bevindt zich in die leeftijdscategorie. Dat was in het verleden veel lager en dat cijfer zal volgens mij stijgen tot 10 % of zelfs 20 % van onze uitzendkrachten.”
Staan vakbonden nog altijd zo wantrouwig en negatief tegenover uitzendwerk?
WITTEVEEN. “Hier en daar hoor ik klachten over het conservatisme waarmee tegen de arbeidsmarkt wordt aangekeken. Uitzendwerk wordt nog te vaak als een uitzonderingssituatie gezien, terwijl dit allesbehalve het geval is. Ik merk wel een evolutie naar een meer realistische visie op arbeid bij de vakbonden. We blijven in permanent contact met de vakbonden en praten veel in plaats van het conflictmodel te hanteren. Nu, het conservatisme merk ik niet alleen bij de vakbonden. Ook de werkgevers maken fouten. Zij leggen te vaak de nadruk op de loonkosten als oorzaak van een slecht functionerende arbeidsmarkt. Uiteraard zijn de loonkosten in België te hoog, maar dat argument wordt soms door de werkgevers te pas en te onpas gebruikt. Je moet ook aan nieuwe systemen van arbeidsmarktintegratie durven denken. Zoals de dienstencheques, die voor ons een groot succes waren.”
Was u verrast door dat succes van de dienstencheques?
WITTEVEEN. “Ja, en de impact ervan mag je niet onderschatten. Die dienstencheques, dat zijn 20.000 nieuw gecreëerde jobs. Kortom, 10 % van de doelstelling die premier Verhofstadt zich heeft vooropgesteld met zijn 200.000 nieuwe jobs. Randstad heeft voor 2000 jobs gezorgd, een substantiële bijdrage. En dan spreken we eigenlijk alleen maar over poetsvrouwen. Ik zie hier nog heel wat groeimogelijkheden. De essentie van de dienstencheque is dat de particulier zich gaat ontwikkelen tot werkgever. De overheid kan dit instrument verder gebruiken voor kinderopvang, chauffeurs, noem maar op. Op die manier geef je laaggeschoolden eindelijk een kans.”
De huidige wetgeving op de uitzendarbeid dateert uit 1987. Er wordt nu wel gesproken over een aanpassing van de wet, maar het enige wat in de loop der jaren is veranderd, is de toelating van uitzendwerk in een paar sectoren waar dat nog niet het geval was. Is er geen behoefte aan een nieuwe wet?
WITTEVEEN. “Op dit ogenblik voldoet die wet naar behoren en ik moet ook zeggen dat die wetgeving in een heleboel zaken voorziet waarmee wij heel blij zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de rechtspositie van de uitzendkrachten. Op de tweede plaats wordt kwaliteit gegarandeerd door te werken met erkenningsregels voor uitzendbedrijven. Zo kan niet iedereen zomaar een private arbeidsbemiddelaar worden, zoals dat in Nederland het geval is. Anderzijds klopt het dat de wet nog een aantal rigiditeiten bevat uit de jaren zeventig en tachtig. Zoals het feit dat je als werkgever moet kiezen uit een specifiek aantal motieven om een uitzendkracht aan te nemen. Aangezien we ermee zullen moeten leren leven om elke extra tewerkstelling te beschouwen als goed nieuws, denk ik dat die drempels snel naar omlaag moeten.”
U bent Hagenaar en kwam in het Bourgondische België werken. Wordt een overstap naar de VS moeilijker of makkelijker?
WITTEVEEN. “Ik kom uit de Randstad, maar heb beneden de rivieren gewoond. Ik heb weinig last gehad van de verschillen tussen Nederland en België. We hebben ons hier snel thuis gevoeld. Vlaanderen is trouwens een paradijs op aarde, een echt welvaartseiland. We hebben een hoog niveau van publieke voorzieningen, de inwoners beschikken over een hoog opleidingsniveau. Dat zeggen de Belgen zelf te weinig, vind ik. Ik ga in Amerika vooral een avontuur tegemoet, zoals iedereen die zo’n beslissing neemt. Dat de VS totaal anders is dan België, voegt er iets extra’s aan toe.”
Alain Mouton
“De werkgevers leggen te vaak de nadruk op de loonkosten als oorzaak van een slecht functionerende arbeidsmarkt.”
“8 % van onze uitzendkrachten is ouder dan 45 jaar.”
“20.000 jobs leverden de dienstencheques al op.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier