HUISHOUDELIJKE ARBEID. DOETJES OF DOENERS ?

Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

Huisvrouwen zijn doetjes en weinig ekonomische aandacht waard, orakelen de radikale dames op de VN-Konferentie in Peking. Volgens een studie van de Verenigde Naties besteden vrouwen in de geïndustrializeerde wereld twee derde van hun tijd aan onbetaald werk. De waarde van de onbetaalde arbeid van vrouwen wereldwijd schat de studie op 11 biljoen dollar. Nochtans is van die noeste arbeid geen spoor terug te vinden in het BNP (Bruto Nationaal Produkt). Kunnen we dat nog verantwoorden ?

We vroegen het aan Peter Kooreman, sinds 1 mei ’95 hoogleraar mikro-ekonomie aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), voordien hoogleraar ekonomie van het huishouden aan de Landbouwuniversiteit Wageningen (LUW). Hij was spreker op het recente symposium De Ekonomie van het Huishouden.

– TRENDS. Doet een vrouw thuis de was, komt dat niet in het BNP. Laat ze de was over aan een wasserij, komt het er wèl in. Een levensgrote kontradiktie ?

– PETER KOOREMAN. Het idee om huishoudelijk werk in het BNP op te nemen, spreekt iedereen aan. Maar wat reken je mee en wat niet ? Als moeder thuis een appeltaart bakt, kan ze dat om verschillende redenen doen, bijvoorbeeld omdat ze daar plezier aan beleeft. Moet vrijetijdsbesteding in het BNP ? Als je dan besluit om de taart mee te tellen, welk prijskaartje hang je er dan aan ? De prijs van de ingrediënten : meel, appels, ovenenergie, arbeid,… ? Om dat laatste te meten, welke loonvoet neem je ? Die van een bakker ? Overigens is een taart meer dan de som van de delen : er zit een stuk toegevoegde waarde in zodat je een onderschatting krijgt van de werkelijke waarde. De prijs van een appeltaart in de winkel nemen, heeft ook bezwaren omdat de vrouw er expliciet voor koos om niet in de bakkerij te kopen.

Tenslotte heb je een immens meetprobleem. Hoeveel taarten zijn er gebakken ? Hoeveel sla is er in de moestuinen geteeld ? Hoeveel tijd is er in het huis geschilderd ?

– Heeft u een idee van het percentage waarmee het BNP onderschat wordt door uitsluiting van huishoudelijk werk ?

– De schattingen lopen enorm uiteen. Sommigen zeggen dat voor de industriële ekonomieën 15 % bij het BNP moet, anderen 80 %. Het is een boterzacht getal, want het hangt zo af van uitgangspunten. Dan heb je nog de kwestie van de internationale afstemming : landen moeten het eens worden over de berekeningswijze om de cijfers vergelijkbaar te houden.

– Is de weigering om onbetaalde arbeid in het BNP op te nemen niet hypokriet ? Thuisarbeid wordt toch steeds meer uitbesteed aan de markt, zoals kinderopvang bijvoorbeeld ?

– Het is niet dat de overheid dat principieel weigert. Het besluit om kinderen buitenshuis te laten opvangen, zegt iets over de houding van de ouders. Zij zien kinderopvang als arbeid, als iets wat je kunt overlaten aan de markt. Dat telt dan mee in het BNP. Je kinderen zelf opvoeden is kwalitatief iets anders, wat veel moeilijker in markttermen te vatten is. Voor een deel is het ook een politieke kwestie : hoe kijkt de samenleving tegen deze problemen aan ?

– Soms gaan stemmen op om huismoeders of desgevallend huisvaders een huishoudloon te betalen. Gaat u akkoord ?

– Er is best wat voor te zeggen, alleen is het moeilijk daarover consensus te bereiken. Geef je iedere huismoeder hetzelfde huishoudloon ? Maar een vrouw met 4 kinderen heeft toch meer werk dan een vrouw met 1 kind ? En hoeveel meer doet de eerste vrouw dan de tweede ? Verder bestaat een “loon” binnen een dienstverband waarbij de werkgever in principe de kwaliteit en de kwantiteit van je werk kontroleert. Als de overheid het huishoudloon betaalt, moet ze veronderstellen dat de vrouw te goeder trouw handelt. Wat als een vrouw gezellig winkelen ook als een deel van haar huishoudelijk werk beschouwt ?

– Kun je het niet oplossen met een kinderbijslag ?

– In ons type van samenleving krijgen mensen ook kinderen omdat ze die zelf graag willen. Moet de overheid daarvoor dan betalen ? Dat is weeral een kwestie van politieke keuze. In Nederland is de kinderbijslag progressief : voor het tweede kind krijg je meer, voor het derde nòg meer. Die progressiviteit wordt binnenkort afgeschaft. Er gaan zelfs stemmen op om het hebben van kinderen te belasten, omdat elk individu beslag legt op grondstoffen en energie.

– Een tema op het symposium in Wageningen was “de rechtvaardigheid van de arbeidsverdeling in de huishoudens”, een ander tema was “bargaining power within households”. Blijkbaar zien jullie een huishouden als een ekonomie in miniatuur.

– Dat gebeurt mede onder invloed van Nobelprijswinnaar Gary Becker. Hij ziet een gezin als een groep mensen met verschillende kapaciteiten die een taakverdeling aangaan waarin ieder doet waarin hij het best is, de teorie van de komparatieve voordelen zeg maar. Liggen de voorkeuren uiteen, komt daar bargaining power of onderhandelingsmacht bij kijken. Maar uiteindelijk is een huishouden nog steeds een koöperatie, anders kun je van geen huishouden meer spreken.

– Is dat “marktevenwicht” op vlak van arbeidsverdeling in het huishouden niet vertekend door kulturele patronen ?

– Natuurlijk. Dat marktevenwicht wordt beïnvloed door voorkeuren, en die zijn dan weer sterk kultureel bepaald. Uit cijfers van halfweg de jaren tachtig bleek dat Zweedse en Japanse mannen en vrouwen allen ongeveer 56 uren per week werkten, betaalde en onbetaalde arbeid samen. Terwijl Japanse mannen 3,5 uren onbetaald werk verrichten, was dat voor Zweedse mannen 18 uren. Er is niets tegen een traditionele rolverdeling, als er maar enige keuzevrijheid is. De zaak wordt heel anders als de kultuur mensen dwingt dingen te doen die ze niet willen.

JOZEF VANGELDER

PETER KOOREMAN (RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN) “Als moeder een taart bakt als vrijetijdsbesteding, moet dat in het BNP ? “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content