Het Versailles van Klein-Brabant

Frederic Eelbode medewerker Trends

De hertogen d’Ursel brachten jaarlijks de zomermaanden door in hun residentie in Hingene. In een tentoonstelling in het kasteel herleeft het wedervaren van de familie en haar gevolg. Upstairs Downstairs, maar dan op het Vlaamse platteland.

“Ik herinner me nog hoe de kinderen van den duc te paard reden in het grote park rond het kasteel. Zowel de meisjes als de jongens droegen prachtige witte pakjes”, vertelt Jos Andries. Hij is 101 en speelde in 1923 Cupido tijdens de laatste ‘blijde intrede’ in Hingene, een stoet ter gelegenheid van het huwelijk van de oudste zoon van de heersende familie. “Soms mocht ik wel eens mee als ‘cartouchedrager’ in het gevolg van de hertog als hij met zijn hoge gasten ging jagen.”

“De familie d’Ursel heette oorspronkelijk Schetz en kwam uit een Duits provinciestadje. Het waren ambitieuze handelaars die fortuin maakten en zich uiteindelijk in Antwerpen en later in Brussel vestigden”, vertelt Joke Bungeneers, mede-auteur van ‘Zomers in Hingene’, een boek dat verschijnt naar aanleiding van de tentoonstelling over het kasteel d’Ursel en zijn bewoners.

“Erasmus Schetz was een financier van keizer Karel V en werd ongetwijfeld om die reden in 1527 in de adelstand verheven. Daarop kochten hij en zijn nageslacht uitgestrekte landerijen en heerlijkheden op. Met een uitgekiende partnerkeuze trouwden ze zich in bij de belangrijkste families van het land. Aan het einde van het ancien règime waren de handelaars-bankiers opgeklommen tot de hoogste treden van de adel in de Zuidelijke Nederlanden. De hertogen en graven d’Ursel bezetten hoge posities in de ambtenarij, de diplomatie en het leger van koningen en keizers.”

Facebook avant la lettre

De welgestelde hertogen en hun gevolg verbleven van mei tot oktober op het Klein-Brabantse platteland. Het kasteel van Hingene bij Bornem was hun belangrijkste zomerresidentie. “In de expo vertellen we het verhaal van de schitterende zomerresidentie, de grote gebeurtenissen uit de geschiedenis, maar net zo goed de petite histoire”, zegt Koen De Vlieger-De Wilde, de beheerder van het kasteel, nu eigendom van de provincie Antwerpen.

Er was bijvoorbeeld de artistieke hertogin Antonine de Mun (1849-1931). In haar uitgebreide correspondentie schreef ze vaak over la vie de campagne en ze vulde ook vier albums met tekeningen, schetsen en aquarellen. “De hoofdrol wordt meestal gespeeld door haar vier kinderen. Ze bieden een onschatbare inkijk in het leven van alledag”, vertelt De Vlieger-De Wilde. “Bij de tekeningen schreef ze ook onderschriften, vaak met een ironische ondertoon. Wellicht nam ze haar schetsboeken mee om aan haar vrienden en familie te tonen, je kan ze misschien nog het best vergelijken met Facebook avant la lettre.”

Ook Gravin Hedwige ‘Babsie’ d’Ursel (1902-1987) mijmert in haar memoires over haar kindertijd in Hingene, of Aingue, zoals de familie het uitsprak. “Op de grote marmeren tegels in de vestibule speelden we een spelletje: de zwarte tegels waren de vaste grond en de witte het water, terwijl je de hal moest doorkruisen zonder nat te worden, of omgekeerd, door enkel de witte tegels te gebruiken.”

Voor de tentoonstelling zijn voor het eerst alle verdiepingen toegankelijk voor het publiek. Op de gelijkvloerse verdieping bevinden zich de ontvangstruimten. “In de salon en de bibliotheek hing een schitterend roze behang met Chinese motieven”, zegt De Vlieger. “Tijdens de leegstand van het kasteel in de jaren zeventig en tachtig leed het enorm. Maar als bij wonder zijn in 2009 onverwacht vier rollen van dat papier weer in onze handen gekomen. Ze lagen jaren opgerold op een zolder en dus ook beschermd tegen het licht. De kleuren zijn zo gaaf dat het lijkt alsof ze zo uit het Kantonese atelier komen.”

Extraatjes onder de schort

De eerste en tweede verdieping waren vroeger de slaapvertrekken van de familie en van de hogere bedienden. Het is een wirwar van gangen, kamers met alkoven, antichambres en kabinetten. “Jammer genoeg waren bij de verkoop van het kasteel in 1973 – voor 372.000 euro – de meubels en kunstvoorwerpen niet inbegrepen. Het kasteel staat dus grotendeels leeg, maar de huidige hertog d’Ursel is enkele jaren geleden naar Centraal-Amerika verhuisd en hij heeft heel wat oude boeken, schilderijen en andere voorwerpen in bruikleen gegeven. Voor de tentoonstelling stallen we die natuurlijk uit en ook heel wat andere leden van de familie d’Ursel stelden stukken uit hun privécollectie ter beschikking.”

Voor Jos Andries was het de eerste keer dat hij in het kasteel kwam. “Wij mochten vroeger niet verder komen dan de poort”, blikt hij terug. Nochtans werd het personeel goed verzorgd, althans volgens Babsie d’Ursel. “Ze werden goed betaald, goed gevoed, zonder de extraatjes te vergeten die ze onder hun schort meenamen – maman deed alsof ze het niet zag – en ze genoten van het aanzien dat het hun gaf in het dorp.”

FREDERIC EELBODE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content