Helft zelfstandigen maakt zich zorgen over zijn pensioen

Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Een meerderheid van de Vlaamse zelfstandige ondernemers vreest voor zijn financiële situatie na de pensionering, zo leert een Unizo-onderzoek. Na 65 jaar blijven werken lijkt voor meer en meer zelfstandigen de logica zelve. En pensioensparen is bij hen aan een flinke opmars bezig.

De vergrijzing slaat ook toe bij zelfstandige ondernemers. Tien jaar geleden was nog 32 procent van de zelfstandigen ouder dan 50. Ondertussen is dat gestegen naar 37 procent. Een groeiende groep zelfstandige ondernemers moet de komende jaren dus met pensioen gaan. Hoe kijken ze daartegen aan? De zelfstandigenorganisatie Unizo vroeg het in haar derde eindeloopbaanenquête – na die van 2007 en 2009 – aan bijna 2000 ondernemers.

Meteen valt op dat 45 procent van de ondernemers in elk geval denkt te werken tot 65 jaar of zelfs langer als hun gezondheid dat toelaat. 13 procent vindt dat de leeftijdsgrens om met pensioen te gaan hoger mag. Dat is een toename in vergelijking met de vroegere enquêtes, toen 3 tot 5 procent van de ondernemers een leeftijdsverhoging nodig vond.

Een meerderheid van de respondenten wil dat gepensioneerde zelfstandigen onbeperkt kunnen bijverdienen. Momenteel mag een gepensioneerde zelfstandige een maximaal beroepsinkomen hebben van netto 17.149 euro. Als hij die grens overschrijdt, verliest hij een deel van zijn uitkering. Ook de regel dat zelfstandigen die vervroegd pensioen opnemen tot hun 65ste netto maar 5937 euro mogen bijverdienen, valt niet in goede aarde bij de respondenten. Een derde van de ondervraagden is overigens sowieso van plan na zijn 65ste te blijven werken.

Een algemene pensioenmalus

Over het vervroegd pensioen op 60 jaar zijn de meningen verdeeld. De helft vindt die mogelijkheid oké, 38 procent wil de regeling verstrengen of het vervroegd pensioen gewoonweg afschaffen. Voor zelfstandige ondernemers gaat het hier om een zeer gevoelig thema omdat voor zelfstandigen bij vervroegde pensionering nog een pensioenmalus geldt, terwijl die voor werknemers allang is afgeschaft. Wie als zelfstandige op zijn 60ste met pensioen gaat en geen loopbaan van 42 jaar heeft, verliest 25 procent van het pensioenbedrag. Wie stopt tussen 61 en 65 jaar ziet een progressieve afbouw van die bestraffing.

Veel ondernemers (40 %) vinden die pensioenmalus onrechtvaardig. Hier is een evolutie van de geesten aan de gang, want in de vorige enquête vond 60 procent de pensioenmalus nog onterecht. Toch blijft Unizo het er moeilijk mee hebben dat de pensioenmalus voor zelfstandigen nog bestaat terwijl die voor werknemers is afgeschaft. In de aanbevelingen die de werkgeversorganisatie aan het onderzoek kleeft, spreekt Unizo van een discriminatie. De zelfstandigenorganisatie ijvert voor een gelijke behandeling. “Een suggestie zou hier kunnen zijn ook aan werknemerszijde opnieuw een malus in te voeren voor wie vroeger (bijvoorbeeld tussen 60 en 62 jaar) met pensioen wil gaan.”

Meer pensioensparen

De zelfstandigenpensioenen liggen een stuk lager dan die van werknemers en ambtenaren. Volgens de Leuvense pensioenspecialist Jos Berghmans is het gemiddelde zelfstandigenpensioen 569 euro per maand, tegenover 2227 voor ambtenaren en 1030 voor werknemers. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de helft van de zelfstandigen zich zorgen maakt over zijn financiële situatie na zijn pensionering (zie grafiek Mate waarin ondernemers zich zorgen maken over hun financiële situatie).

Een ander resultaat van de enquête sluit daarbij aan. Zeven op de tien zelfstandigen doen aan individueel pensioensparen (zie grafiek Meest gehanteerde financiële voorbereiding op pensioen). Een keuze die duidelijk in de lift zit. De tijd dat het pensioenspaarpotje van de zelfstandigen grotendeels bestond uit gewoon spaargeld of de opbrengst van de verkoop van de eigen zaak is voorbij.

Ook het vrij aanvullend pensioen (VAP) voor zelfstandigen kan op een stijgende populariteit rekenen, net als de bedrijfsleiders- en groepsverzekering. Unizo pleit er daarom voor de aanvullende pensioenvorming voort uit te bouwen. Het betalen voor een vrij aanvullend pensioen is pas mogelijk sinds 1982, en heeft bijgevolg betrekking op slechts een deel van de loopbaan van de zelfstandige. De kmo-organisatie is er voorstander van dat zelfstandigen met terugwerkende kracht stortingen kunnen doen voor het aanvullend pensioen. “En aangezien de inkomsten van ondernemers in de loop der jaren ook grote schommelingen kennen, zou het ook interessant zijn in een front-service te voorzien waarbij de ondernemingen in goede jaren voorafbetalingen doen.” Voorts wil Unizo dat het maximale percentage dat een zelfstandige mag betalen voor het vrij aanvullend pensioen opgetrokken wordt tot 15 procent van de bijdragebasis.

Ambtenarenpensioenen aanpakken

Wanneer aan zelfstandige ondernemers gevraagd zou worden lagere pensioenen te aanvaarden om zo een bijdrage te leveren tot de betaalbaarheid van de vergrijzing, voelen ze zich niet direct aangesproken. Het verlagen van de ambtenarenpensioenen is volgens de respondenten de meest geschikte maatregel om de financiering van de vergrijzing te vrijwaren (zie grafiek Meest geschikte maatregelen om de financiering van het pensioen te vrijwaren).

Zelfstandigen vragen ook een hogere pensioensolidariteit. Dat meer dan 40 procent van de zelfstandigen gewonnen is voor het aftoppen van de hogere pensioenen ten voordele van de lagere, is niet verwonderlijk gezien de weinig royale zelfstandigenpensioenen. Het is altijd een uitgesproken Unizo-standpunt geweest dat het tot een rechtvaardiger verdeling van de pensioenen tussen de verschillende categorieën (ambtenaren, werknemers en zelfstandigen) moet komen. Voor hun kritiek op de hoge ambtenarenpensioen hebben de zelfstandigen sinds kort nieuwe munitie in handen, nu blijkt dat ambtenarenwedden meer en meer in lijn liggen met die in de privésector. Het argument van het ambtenarenpensioen als uitgesteld loon vervalt dus.

De zelfstandigen staren zich niet blind op de ambtenarenpensioenen. Ze willen ook en vooral de kloof dichtrijden met het werknemersstelsel. Dat betekent in eerste instantie dat ze vinden dat de minimumpensioenen voor zelfstandigen moeten stijgen tot het niveau van die van de werknemers. De kloof is de voorbije jaren verkleind, maar het minimumpensioen ligt voor een (alleenstaande) zelfstandige met 1007,10 euro bruto per maand nog altijd lager dan voor een werknemer (1066,33 euro bruto per maand).

Ten slotte wijst Unizo erop dat het aantal zelfstandigen met een gemengde loopbaan blijft toenemen. Daar rijst vaak een probleem van opgebouwde rechten, want iemand met een lange loopbaan kan toch eindigen met een pensioen dat lager is dan het minimumpensioen, omdat hij in geen enkel stelsel lang genoeg gewerkt heeft.

ALAIN MOUTON

45 procent van de ondernemers denkt te werken tot 65 jaar of zelfs langer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content