Françoise Chombar neemt afscheid als CEO van technologieparel Melexis: ‘In diversiteit schuilt kracht’

Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur Trends

Na achttien jaar als CEO schuift Françoise Chombar door naar het voorzitterschap van Melexis. In een exclusief interview met Trends blikt ze tevreden terug. Halfgeleiderspecialist Melexis is een succesnummer van de Belgische technologie. Wil ons land nog meer van die successen, dan moet de boeg om: meer studenten in wetenschappelijke richtingen, gendervriendelijkere bedrijven en minder xenofobie. “Buitenlands talent aantrekken is niet vanzelfsprekend in België.”

Had u maar aandelen van Melexis gekocht. Een belegging bij de beursgang in 1997 zou u begin deze maand 1624 procent rijker hebben gemaakt, koerswinst en dividenden samengeteld. Of 1000 euro zouden er afgerond 17.000 euro zijn geworden. Een belegging in de Bel-20-index zou u 201 procent hebben opgebracht, of 8 keer minder.

Melexis, intussen zelf een Bel-20’er, steekt erbovenuit. En het is nog lang niet gedaan. Met zijn specialisatie in halfgeleiders voor auto’s schoot Melexis in de roos. Zitten auto’s vandaag al vol elektronica, dan vraagt de opkomst van de elektrische wagen nog meer vernuft. “Neem alleen nog maar het warmtebeheer van de batterijen in zo’n elektrische auto”, zegt CEO Françoise Chombar. “Stijgt de temperatuur van de batterij te sterk, dan zenden de sensoren van Melexis een signaal naar de boordcomputer, die op zijn beurt een afkoelingsbevel uitstuurt. Andere halfgeleiders van Melexis capteren dat bevel en zetten een complex systeem van ventielen en compressoren aan het werk.”

Er zit vandaag zo veel druk op de keten dat een vliegtuig dat niet vertrekt of een lockdown in een Aziatisch land voldoende is om de hele aanvoer in de war te gooien

Het zijn maar enkele voorbeelden. De halfgeleiders van Melexis peilen ook de oliedruk, of meten de snelheid waarmee een lichtsignaal terugkaatst vanaf een obstakel. “Op de wereld wordt geen enkele auto gebouwd zonder chips van Melexis”, zegt Chombar. “Elke nieuwe auto bevat gemiddeld dertien Melexis-chips. Een Tesla bevat er 46 en de nieuwe elektrische Mercedes EQS 170. De automarkt maakt een kleine 90 procent van onze omzet uit. Intussen zitten onze halfgeleiders ook in andere toepassingen, van medische beademingstoestellen tot slimme gebouwen. Onze temperatuursensor – die onder meer in slimme horloges zit – heeft wereldprijzen gewonnen.”

Alles begon ruim dertig jaar geleden, in 1989, toen Chombar samen met haar echtgenoot Rudi De Winter en ondernemer Roland Duchâtelet Melexis oprichtte. In 1992 kwam daar ook X-Fab bij, een producent van halfgeleiders en daarmee het complement van Melexis, dat de chips ontwikkelt en verkoopt. Beide zusterbedrijven zijn ondergebracht bij Xtrion, de holding van Duchâtelet en het echtpaar Chombar-De Winter. Na meer dan dertig jaar houdt de samenwerking nog altijd stand, een zeldzaamheid in de bedrijfswereld, toch zeker met een allesdoener en allesweter als Duchâtelet aan boord, ook bekend van de politiek en het voetbal.

Roland Duchâtelet is een sterke persoonlijkheid. Heeft het nooit gebotst?

FRANÇOISE CHOMBAR. “Natuurlijk. Maar waar botst het nooit? Ben je het altijd eens met elkaar, dan leer je niets. Uit elke botsing zijn wij weggeraakt, omdat we naar elkaar luisteren. Roland is ongeveer vijftien jaar ouder dan Rudi en ik, heeft vele watertjes doorzwommen en heeft dus veel meer ervaring. Ik heb ongelooflijk veel geleerd van Roland, en nog altijd. Hij is de analyticus, ook financieel. Rudi is meer de technicus-innovator, die goed kan luisteren naar de klant en diens wensen omzet in gepaste halfgeleiders. Ik ben eerder de organisator, die de medewerkers verbindt en graag de klanten bezoekt. Die complementariteit is ongetwijfeld een van de motoren achter het succes van Melexis.”

U bent een vrouwelijke CEO in een overwegend mannelijke technologiewereld. Hoe zit het met de man-vrouwverhouding bij Melexis?

CHOMBAR. “Die is uitstekend. In onze raad van bestuur is de verhouding fiftyfifty. Het topmanagement telt twee vrouwen en één man. In de rest van ons personeelsbestand ging het vrouwelijke aandeel in tien jaar van een kwart naar een derde. Daar ben ik best trots op. Genderneutraliteit is bij ons geen punt van discussie. Het zit gewoon in onze cultuur.”

Genderneutraliteit kan blijkbaar zonder vrouwenquota.

CHOMBAR. “Dat heb ik niet gezegd. Van bij de oprichting van Melexis waren Roland, Rudi en ik overtuigd van de noodzaak van een goede mix om een innovatief, aantrekkelijk en hecht bedrijf te worden. Melexis is met die gendercultuur opgegroeid, en daarom geraakt dat er niet meer uit. Dat geluk heeft niet elk bedrijf. Het is veel moeilijker de gendercultuur te veranderen in een ouder bedrijf met overwegend mannen.”

Welke raad hebt u voor vrouwen met ambitie in de bedrijfswereld?

CHOMBAR. “Vergeet je gender, wees je rol. Studeer op je dossiers, volg opleidingen, verzorg je relaties, houd contact met de klanten. Ik heb ook moeten knokken, hoor, zeker in de beginjaren bij Melexis. Ik had geen technische opleiding en moest mijn plaats verdienen bij de ingenieurs. Mijn vele vragen beantwoordden zij aanvankelijk met verbaasde blikken. Maar omdat ik bijleerde, en ook niet van de domste ben, beseften ze gaandeweg dat mijn vragen hout sneden. Tot ze zelfs mijn raad begonnen te vragen als ze vastzaten op een technisch probleem.”

Bij Melexis hebt u uw plaats veroverd. Gebeurt het nog dat u als vrouwelijke CEO niet voor vol wordt aanzien in de rest van de bedrijfswereld?

CHOMBAR. “Dat is voorbij, omdat ik na achttien jaar als CEO mijn strepen verdiend heb, dacht ik toch. In 2016 kreeg ik de Vlerick Award, in 2018 de BNP Paribas Global Prize for Women Entrepreneurs. Het gaat mij niet om die prijzen, maar om wat ze betekenen voor vrouwen: als ik het kan, waarom zouden andere vrouwen het dan niet kunnen? Vrouwen hebben het niet onder de markt in de bedrijfswereld, nog altijd niet. Hoe vaak hoor ik het niet: in de vergadering oppert een vrouw een idee, waarop niemand ingaat, terwijl de aanwezigen enkele minuten later enthousiast reageren op hetzelfde idee, in andere bewoordingen, maar geopperd door een man. Voor die vrouw heb ik een goede tip. Als dat nog eens gebeurt in de vergadering, zeg dan: ‘Jan, ik vind het fantastisch dat je mijn idee steunt.’ De aanwezigen zullen even opschrikken, maar ze zullen het punt beet hebben.”

Melexis boert goed. Wat zijn de vooruitzichten? (Dit interview vond plaats twee weken voor de publicatie van de halfjaarresultaten.)

CHOMBAR. “Ik kan vandaag enkel kwijt dat onze verwachtingen voor 2021 overeind blijven: een omzetgroei van 22 à 25 procent en een winstmarge van 21 procent. De autoverkoop boomt. Nu de economie herstelt, kopen de mensen opnieuw auto’s en is de auto-industrie ontwaakt uit haar coronawinterslaap. Maar de auto-industrie heeft te diep geslapen. Tijdens de lockdown moesten de mensen binnen blijven en kochten ze daarom meer gameconsoles, pc’s en tablets. Die bevatten veel digitale halfgeleiders, die afgestemd zijn op pure rekenkracht en bijvoorbeeld ook in de boordcomputer van een auto zitten. Op het moment dat de auto-industrie heropstartte en opnieuw halfgeleiders nodig had, was het te laat: de producenten van digitale halfgeleiders hadden hun capaciteit ingezet voor andere klanten. Melexis produceert een ander soort halfgeleiders, niet afgestemd op rekenkracht maar op een bepaalde functie, zoals warmtemetingen. Ook wij hadden onze capaciteit deels herbestemd. Maar we wisten wat er komen zou en hielden onze voorraden hoog genoeg, zodat we nu ook de auto-industrie kunnen bedienen. Ook dat verklaart de boom in onze verkoop.”

Intussen maakte Melexis bekend dat het bedrijf in het tweede kwartaal van dit jaar een recordomzet van 159,1 miljoen euro heeft geboekt.

Europa heeft wereldvermaarde onderzoeksinstellingen, met imec voorop. Wat ze doen in Taiwan, Zuid-Korea en de Verenigde Staten is niet de heilige graal voor Europa

Bent u niet bang dat reuzen in de halfgeleiders zoals het Taiwanese TSMC of het Koreaanse Samsung zich komen moeien in de lucratieve niche van Melexis?

CHOMBAR. “Nee. Dat ligt aan het onderscheid dat ik zojuist maakte. De halfgeleiders van TSMC, Samsung en het Amerikaanse Intel zijn puur digitaal en moeten zo veel mogelijk rekenkracht leveren. De halfgeleiders van Melexis en veel andere Europese producenten zijn even gesofisticeerd, maar hebben een ander doel. Zij zetten analoge signalen om in digitale signalen, en omgekeerd. Bij te hoge oliedruk zal een Melexis-sensor een digitale waarschuwing sturen naar de boordcomputer. Omgekeerd zal de boordcomputer een digitaal bevel zenden naar de Melexis-halfgeleiders, om de transmissie in de juiste positie te schakelen bijvoorbeeld. Je hebt beide soorten halfgeleiders nodig in wagens, en ook in airco’s, smartphones of servers. Maar ze zijn niet inwisselbaar: de ene soort kan de andere niet vervangen. Het zijn twee totaal verschillende werelden.”

Dat neemt niet weg dat een reus van de digitale chips zijn teen kan komen steken in uw markt?

CHOMBAR. “Dat proberen ze al dertig jaar. Texas Instruments bijvoorbeeld, ook een grote speler, komt soms op ons terrein. Wij hebben altijd concurrenten gehad. Het komt erop aan de concurrentie een stap voor te zijn. Dat is ons dertig jaar aardig gelukt. Ik zie niet in waarom dat de volgende dertig jaar niet zou lukken. Concurrentie is goed. Het houdt ons scherp en zet ons aan tot innovatie.”

U verwees naar het wereldwijde tekort aan halfgeleiders. Hoelang zal dat nog duren?

CHOMBAR. “Nog tot een stuk in 2022, vrees ik. De productie van een chip vergt normaal drie tot vier maanden. Vandaag moeten klanten soms tot een jaar wachten. De bouw van bijkomende productiecapaciteit neemt twee à drie jaar in beslag. De klanten, die op veel kortere termijn denken, zullen hun bestelgedrag moeten aanpassen. Er zit vandaag zo veel druk op de keten dat een vliegtuig dat niet vertrekt of een lockdown in een Aziatisch land voldoende is om de hele aanvoer in de war te gooien.”

De kwetsbaarheid van de aanvoer doet stemmen opgaan om meer halfgeleiders in Europa te produceren. Akkoord?

CHOMBAR. “Daarvoor moet ik nog eens terug naar het onderscheid van daarnet. De productie van halfgeleiders voor rekenkracht zit in Taiwan, Zuid-Korea en de Verenigde Staten. Dat kan Europa niet meer bijbenen, vergeet dat maar. Europa is sterk in de functionele chips, met Melexis en andere spelers, zoals het Duitse Infineon. Bovendien is de chip slechts een onderdeel van een veel ruimer ecosysteem. Je hebt hoogtechnologische machines nodig voor de aanmaak van de chips, en ook daarin staat Europa sterk. En dan zwijg ik nog over het wetenschappelijk onderzoek in de sector. Europa heeft wereldvermaarde onderzoeksinstellingen, met onze eigen imec voorop. Wat ze doen in Taiwan, Zuid-Korea en de Verenigde Staten is niet de heilige graal voor Europa. We mogen daar ons kruit niet aan verschieten.”

FRANÇOISE CHOMBAR
FRANÇOISE CHOMBAR “Met een STEM-studie kun je de klimaatverandering aanpakken, het milieu herstellen en de honger uit de wereld helpen.”© JONAS LAMPENS

De voorstanders van meer bevoorradingszekerheid moeten dus twee keer nadenken.

CHOMBAR. “Nogmaals, we hebben al productie in Europa. En als we de chips van de Taiwanezen, de Zuid-Koreanen en de Amerikanen willen kopiëren, dan moeten we hier peperdure fabrieken neerpoten zonder ecosysteem eromheen. Dat worden kathedralen in de woestijn. Er is nu veel te doen rond een mogelijke investering door Intel in Europa. Pat Gelsinger, de CEO van Intel, probeert de Europese landen tegen elkaar uit te spelen, om een zo groot mogelijke subsidie op te strijken. Besteden we dat belastinggeld niet beter aan onze eigen sterktes?

“En dan nog iets: een halfgeleiderfabriek – zowel voor de ene als de andere soort halfgeleiders – heeft een compleet betrouwbare aanvoer van elektriciteit nodig. Als België zijn laatste twee kerncentrales sluit, zal het geen industrie meer aantrekken, en al zeker geen hightechindustrie. Het was een stommiteit onze kerncentrales niet te vernieuwen. Het is een nog grotere stommiteit ook onze laatste twee kerncentrales te sluiten. Ik hoop dat we slimmer zijn dan dat.”

Over slim gesproken: u bent een notoir voorvechter voor meer meisjes in wetenschappelijke en technische studierichtingen. Gaat het daar de goede kant op?

CHOMBAR. “Ja en nee. Het aandeel van de meisjes in de academische bachelors in de STEM-richtingen ( science, technology, engineering, mathematics, nvdr) bedraagt 41 procent. Dat is goed. Maar het aandeel van de meisjes in het technisch onderwijs, het beroepsonderwijs en de professionele bachelors gaat achteruit. Leer jongeren hoeveel goeds ze kunnen doen voor de wereld met wat ze leren op school. Met een STEM-studie kun je de klimaatverandering aanpakken, het milieu herstellen en de honger uit de wereld helpen. Met die boodschap steek je een vlammetje aan bij jongeren, en zeker bij meisjes. Nu geldt nog te veel het vooroordeel dat wetenschap en techniek niks zijn voor meisjes, wat natuurlijk grote nonsens is. We zien ook een grotere en snellere uitval van vrouwen in STEM-banen dan van mannen.”

Als België zijn laatste twee kerncentrales sluit, zal het geen industrie meer aantrekken, en al zeker geen hightechindustrie. Het was een stommiteit onze kerncentrales niet te vernieuwen

Waaraan ligt dat?

CHOMBAR. “De bro culture, het sfeertje van ‘techniek, dat is iets voor venten.’ Niet alle vrouwen voelen zich thuis in zo’n viriel wereldje. Ook het Matilda-effect speelt: vrouwelijke wetenschappers krijgen moeilijker erkenning dan mannelijke, en hun ontdekkingen worden vaak ten onrechte toegeschreven aan hun mannelijke collega’s. Een ander probleem is de spiegelrekrutering. Een man zal makkelijker iemand aanwerven zoals zichzelf, een man dus. Veel bedrijven beseffen niet hoezeer ze daardoor in hun eigen vingers snijden. In diversiteit schuilt kracht. Diversiteit leidt tot betere ideeën, en zo tot betere producten en een groter marktaandeel. Zorg voor een goede mix in het team dat de productiespecificatie moet schrijven. Want een probleem dat je zelf niet hebt, vind je onbelangrijk.”

Alles bij elkaar genomen zal ons land over pakweg twintig tot dertig jaar nog tot de industriële top behoren?

CHOMBAR. “Ik ben daar niet pessimistisch over, op voorwaarde dat we de juiste dingen doen. En daar is nog tijd voor. België bengelt aan het staartje van de OESO-landen wat betreft de in- en uitstroom van jongeren in STEM-opleidingen. Er zijn zoveel kinderen van wie het talent niet herkend en dus niet ontwikkeld wordt. Daarom steun ik het Toekomst Atelier de l’Avenir in Brussel, een vzw die naschoolse coaching en aanvullend onderwijs biedt aan maatschappelijk kwetsbare jongeren, een prachtig initiatief. En laat ons ook buitenlands talent aantrekken en koesteren. Onze zware, inefficiënte overheid komt nergens beter aan de oppervlakte dan bij de aanwerving van buitenlandse experts. Zij vergelijken het Belgische nettoloon met wat ze elders kunnen krijgen, met het bekende resultaat. Ze vragen zich ook af of ze hier welkom zijn. Kijk naar alle xenofobie op de sociale media. Buitenlands talent aantrekken is niet vanzelfsprekend in België. We laten enorm veel potentieel onbenut.”

Via de video hieronder kunt u een uitgebreid interview volgen met Françoise Chombar in Trends Summer Talk op Kanaal Z.

Bio

· 1984: afgestudeerd als licentiaat tolk

· Gehuwd met Rudi De Winter (CEO van X-Fab), 3 kinderen

· 1985: debuteert in de halfgeleiderindustrie bij Duitse start-up Elmos GmbH

· 1989: mede- oprichter en COO van Melexis

· 2003: CEO van Melexis

· Onafhankelijk bestuurder bij materialengroep Umicore (sinds 2016) en bij specialist in halfgeleidertechnologie Soitec (sinds 2019)

· Voorzitter STEM- platform Vlaanderen sinds 2016

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content