FPIM heeft 250 miljoen te geef voor bedrijven die ecologische transitie bespoedigen

Koen Van Loo, CEO van de Federale Participatie en Investeringsmaatschappij (FPIM) © belga
Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

De Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) gaat 250 miljoen investeren in bedrijven die bijdragen tot de vergroening van de economie. Tegen eind 2026 moet het geld besteed zijn.

Het investeringsbudget van 250 miljoen euro maakt deel uit van het zogenaamde transformatiefonds. Dat richtte de federale overheid op in de nasleep van de covidcrisis om Belgische bedrijven te ondersteunen. In totaal werd daarvoor 750 miljoen euro uitgetrokken. 500 miljoen ging in het relancefonds (Relaunch for the Future), een apart filiaal van de FPIM met een eigen beheersstrategie.

Vorig jaar kwam de 250 miljoen euro vrij voor investeringen in bedrijven die bijdragen tot de ecologische transitie. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat geld eveneens in een apart fonds onder te brengen, en co-investeerders aan te trekken. “Maar we merkten een gebrek aan interesse vanwege institutionele investeerders, en er was ook amper één kandidaat om het fonds te beheren”, zegt Laurence Bovy, de bestuursvoorzitter van de FPIM.

En dus gaat de FPIM nu zelf de 250 miljoen investeren in Belgische bedrijven. De investeringsmaatschappij zegt dat ze daarvoor de voorbije jaren de nodige expertise opgebouwd heeft. Naast de historische participaties in de financiële sector en de biotechnologie heeft de FPIM portefeuilles opgebouwd in ‘nieuwe’ sectoren als impactinvesteringen, energie en transport/mobiliteit. Het gaat om meer dan 700 miljoen euro die geïnvesteerd werd in meer dan veertig dossiers.

Een turbo op de investeringsstrategie

“De 250 miljoen uit de enveloppe ‘ecologische transitie’ kan een turbo zetten op onze investeringsstrategie”, zegt Koen Van Loo, de CEO van FPIM. Het geld gaat wel specifiek naar bedrijven die, rechtsreeks of onrechtstreeks, zorgen dat het waterverbruik en de watervervuiling afneemt, de uitstoot van CO2 vermindert en de afvalstromen verkleinen. De focus ligt op sectoren als de chemie, petrochemie/olie, energie en landbouw.

“Voor we in een bedrijf investeren, meten we de verwachte milieu-effecten”, zegt Van Loo. “Vandaar de aandacht voor een aantal prioritaire sectoren met een grote ecologische voetafdruk. Daar kunnen we de grootste potentiële impact hebben.”

Concreet zal de FPIM participaties nemen of een lening toestaan voor minimaal 1 miljoen en maximaal 25 miljoen euro. De maatschappij zal enkel investeren als er één of meerdere co-investeerders zijn. Tegen eind 2026 moet het volledige budget van 250 miljoen euro besteed zijn. “Dat wordt een uitdaging”, beseft Van Loo, “Vandaar dat we meer ruchtbaarheid aan dit initiatief willen geven.”

Eerste participatie: 6 miljoen voor Luiks bedrijf

De eerste investering is intussen toegekend. Het bedrijf CE+T Group uit het Luikse (Wandre) kan rekenen op een kapitaalinjectie van 6 miljoen euro. Daarmee verwerft FPIM 10,5 procent van de aandelen. Crédit Mutuel treedt op als co-investeerder en brengt eveneens 6 miljoen euro in. CE+T is een studiebureau dat technologische oplossingen biedt aan bedrijven uit industriële sectoren, zoals de energie- en transportsector. Die leiden tot een lagere consumptie en emissie van CO2.

Van Loo wijst erop dat er nog vier investeringen in de pijplijn zitten: “Dat wil niet zeggen dat ze zullen doorgaan, maar ze liggen momenteel ter studie voor.” Met de vier dossiers is een globaal investeringsbedrag van 15 tot 20 miljoen euro gemoeid, maar Van Loo hamert vooral op de ecologische impact: “We zouden het waterverbruik met 5 miljoen kubieke meter kunnen verminderen en 100.000 ton CO2-uitstoot voorkomen.”

FPIM wil met de investeringen, naast de milieuvoordelen, de competitiviteit van het Belgische bedrijfsleven verhogen. “En stilletjes hopen we nieuwe kampioenen te ontwikkelen die met hun ecologische oplossingen ook internationaal aan de bak komen. Desgevallend kunnen we hen in hun groei volgen en ervoor zorgen dat ze in België verankerd blijven”, zegt Van Loo.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content