Fernand Huts (Katoen Natie) over mei ’68: ‘Wat overblijft, is heel mager en triestig’

© Belga Image

Fernand Huts is 1 van de 4 zakenmensen die Trends, 50 jaar na datum, aan het woord laat over mei ’68.

“Ik was laatstejaars op het Sint-Jan Berchmanscollege in Antwerpen en hoofdredacteur van het Blad der Antwerpse Scholen. Via die weg kregen we de strijd om Leuven Vlaams mee. Vooral dat aspect leefde ook in de hogescholen en het middelbaar onderwijs, eerder dan het linkse verhaal dat nu mei ’68 wordt genoemd. “Ik ben in september 1968 naar Leuven gegaan, en in de studentenpolitiek beland. De grote studentenbeweging was het KVHV. Dat was de drijvende kracht, geleid door Vlaamsgezinde studentenleiders zoals Hugo Schiltz, Wilfried Martens, Jef Dauwe, Guido Ghekiere en later ikzelf.

“De splitsing was net achter de rug. Er was een vleugel die vooral Vlaamse ideeën had en waar ik toe behoorde. Die trok vooral studenten uit economie en rechten aan. Wij waren overigens helemaal niet rechts, en legden ook veel sociale klemtonen.

‘In de economie heeft mei ’68 betrekkelijk weinig invloed gehad. Integendeel: de groei die we hebben gekend, komt doordat onze samenleving de principes van de vrije markt hanteert’

“Paul Goossens en anderen zijn uit het KVHV gestapt om de Studentenvakbond (SVB) op te richten, die later evolueerde naar Amada. Daar zaten de pedagogen, psychologen, pol & soccers, geneeskundestudenten, enzovoort. Er was een enorme verdeeldheid: stalinisten, maoïsten, marxisten, trotskisten, die allemaal zochten naar het extreemlinkse paradijs.

“Op een bepaald moment is het strijdbare studentenleven uitgedoofd. De SVB heeft zich doorgezet via Geneeskunde voor het Volk en de PVDA, maar is door zijn extreem communistische ideeën geïsoleerd geraakt en politiek niet doorgebroken. Niemand aanvaardt nog dat je Mao of Stalin hoog in het vaandel voert. Het socialisme is dan weer ten onder gegaan aan zijn eigen succes; de socialistische partij en de christelijke arbeidersbeweging probeerden de mensen materieel te ontvoogden, en het resultaat is dat die niet meer voor hen stemmen.

“In de economie heeft mei ’68 betrekkelijk weinig invloed gehad. Integendeel: de groei die we hebben gekend, komt doordat onze samenleving de principes van de vrije markt hanteert. De corporatistische gedachte is ook danig afgebouwd, net als het etatisme à la Sabena en Belgacom. Gelukkig maar.

“De invloed was groter in andere delen van de samenleving, en vooral het onderwijs. Daar is zowel het openbare als het katholieke net de weg ingeslagen van opgelegde leerplannen, conform de pedagogiek van mei ’68. Toen ik college liep, waren orde, discipline, goed studeren, uw best doen en engagement de ordewoorden. Dat is de basis voor mijn realisaties geweest. De leraars volgden geen bureaucratisch leerplan, maar probeerden ons karakter te vormen, en ons onze persoonlijkheid te laten ontplooien.

‘In het onderwijs is de invloed erg groot, maar vind ik de resultaten dramatisch’

“Nu worden directies en leraren verzwolgen door de administratieve moloch, waardoor het me soms verbaast dat ze nog kunnen lesgeven en niet allemaal een burn-out hebben. De roeping van een leraar is het vormen van mensen, maar in de praktijk zijn ze meer bezig met het voeden van overheidsrapporten. Als leerling moesten wij ernaar streven bij de besten te zijn, nu moet iedereen vooral hetzelfde doen en zie je een nivellering naar beneden.

“Dat ondervinden vooral de universiteiten en hogescholen, die het moeten doen met studenten die te weinig zijn gevormd om het niveau aan te kunnen. Universiteiten en hogescholen waren tien eeuwen een broeinest van vernieuwing; nu zijn het instituten van wetenschappelijke vernieuwing, maar niets méér.

“Wij werden grootgebracht vanuit een kader. Nu zie ik die onderbouw niet, en weet ik niet waar ze heen willen. Nochtans is een kader belangrijk: het werkt makkelijker wanneer je je energie kunt focussen. In het bedrijfsleven geloof ik ook in structuren waar zaken gestroomlijnd zijn, maar de beslissingsmacht zo veel mogelijk gedecentraliseerd is. Mijn eigen gedachtegoed is ook niet echt veranderd. Ik geloof nog altijd dat het creëren van meerwaarde de driver moet zijn. In de Katoen Natie Bijbel staan nog altijd dezelfde waarden als in het begin.

“De erfenis van mei ’68 is heel mager en triestig. In het onderwijs is de invloed erg groot, maar vind ik de resultaten dramatisch. Dat veel Belgen nu een eigen huis en grote materiële welvaart hebben, heeft niets met mei ’68 te maken. De basis van de sociale zekerheid was al na de twee wereldoorlogen gelegd.

‘Wij werden grootgebracht vanuit een kader. Nu zie ik die onderbouw niet, en weet ik niet waar ze heen willen’

“Het stuk Leuven Vlaams leeft nog wél door. Je hebt de Volksunie gehad, die haar slagkracht verloor door te willen meebesturen, en het Vlaams Belang, dat in de koelkast belandde door het cordon sanitaire. Maar nu zie je dat het ideeëngoed van de N-VA prominent is. Tegelijk is de verzuiling weg en identificeert de burger zich met de daadkracht van een De Wever, Francken of Jambon.

“Veel van de ideeën die aan mei ’68 worden toegeschreven, leefden daarvoor ook al. Dat de formele gezagsstructuur daardoor zou zijn geëvolueerd naar het moderne leiderschap, is onzin: pakweg Napoleon was ook een leider. Macron heeft ook niets te maken met mei ’68, maar met het land op de rails willen krijgen. Leiders als Peter Mertens en Raoul Hedebouw en hun communistische ideeën zijn een uitvloeisel van mei ’68. Leiderschap oefen je uit in goede en kwade dagen. Je vindt leiders in alle politieke, sociale en economische geledingen. Het enige verschil is hun persoonlijkheid en de kleur van het jasje dat ze aanhebben.”

Partner Content