Eindelijk een plaatsje vrij

Het Nederlandse Q-Park heeft een plaatsje op de Belgische parkeermarkt gevonden. Het Brusselse Zuidstation krijgt nu een parking die past bij de internationale functie van het station. Q-Park maakt korte metten met het vooroordeel als zouden alle parkeergarages ongure en onveilige plekken zijn.

Met niet minder dan zeven waren ze, de gegadigden voor de concessie van de parking aan het Brusselse Zuidstation. Het Nederlandse Q-Park won het pleit. Voor een periode van negen jaar mag het bedrijf in opdracht van de NMBS de strategisch gelegen parking (1655 plaatsen) uitbaten. Het is de eerste parking van de Nederlandse groep in ons land. Een buitenlandse nieuwkomer die het dus haalt van lokale spelers en gevestigde waarden als Interparking en City Parking.

Een verrassing? Niet helemaal. Binnen de sector wist men al langer dat de Nederlanders voet aan wal probeerden te krijgen in België. En Q-Park mag in België dan een groentje zijn, in eigen land heeft de groep al meer dan dertig jaar parkeerervaring. Met ongeveer 20% van de parkeerplaatsen en 17% van de parkeergarages is Q-Park ook marktleider in Nederland. En het bedrijf heeft al eerder zijn buitenlandse ambities getoond: begin dit jaar namen de Nederlanders de Duitse Farmont-groep over, waardoor ze nu de derde speler zijn in Duitsland.

Q-Park is ontstaan uit de Nederlandse vastgoedgroep Ruijters. In 1970 al bouwde Ruijters een parking onder het Vrijthof in Maastricht. Het was een van de eerste ondergrondse parkeergarages in Nederland. Q-Park (toen nog onder de naam RUPA, Ruijters Parking) was er dus vroeg bij. “Eigenlijk té vroeg,” zegt Eduard Vleugels, voorzitter van de raad van bestuur. “Die parkeergarage heeft aanvankelijk alleen maar problemen opgeleverd. Parkeergarages hadden een heel slecht imago: ze waren onveilig, vies en duur. De overheid van haar kant was ook nog niet zo ver om parkeergarages als sturingsmechanisme in de mobiliteit te gebruiken. En wij hadden eigenlijk ook nog geen verstand van het parkeerberoep.”

Midden de jaren tachtig keerde het tij. In 1986 richtte RUPA samen met een aantal andere Nederlandse parkeerbedrijven de belangenvereniging Vexpan op. En in diezelfde periode werd Vleugels voorzitter van de Europese belangenvereniging EPA ( European PArking organisation). “Die twee verenigingen hebben voor een belangrijke klimaatswijziging in parkeren gezorgd, er is toen een ‘parkeercultuur’ ontstaan,” stelt Eduard Vleugels. “De parkeerbrache begon eindelijk te communiceren. Met elkaar, met de overheid, met toeleveranciers.” Vleugels is vandaag ere-voorzitter van de EPA.

Eind jaren tachtig en begin jaren negentig opende RUPA tientallen parkeergarages in het zuiden van Nederland. Door deze dynamiek kwam het bedrijf in 1996 in beeld bij ING. Vleugels: “ING zat met een groot aantal parkeergarages waar ze niet zo goed raad mee wisten. En de Ruijtersgroep had al voor een aantal projecten nauw samengewerkt met ING Vastgoed. Zo kwamen ze bij ons terecht met de vraag om het beheer van hun parkeergarages over te nemen.”

Van het aanzoek kwam ook een huwelijk: op 1 januari 1997 werd de NV Q-Park opgericht met als aandeelhouders ING Vastgoed en RUPA. Het parkeerbedrijf realiseerde in het eerste werkjaar een omzet van ongeveer 300 miljoen frank en een winst na belastingen van 40 miljoen. In het boekjaar 1999 is de omzet al gestegen tot 1,2 miljard frank en de winst na belastingen tot bijna 70 miljoen frank.

Q-Park beheert vandaag ongeveer 65.000 parkeerplaatsen (tegenover 23.000 bij de start). Het aantal aandeelhouders is inmiddels uitgebreid tot zeven. Er zijn nog onderhandelingen bezig met drie grote institutionele beleggers. ING Vastgoed heeft nu 35% van de aandelen in handen, RUPA nog 15%.

De relatief korte huurovereenkomst (het prijskaartje wil Q-Park niet meedelen) van negen jaar met de NMBS voor de parking aan het Brusselse Zuidstation past niet in dit plaatje van langetermijninvesteringen. “Het is inderdaad aan de korte kant voor ons,” geeft Kristof Voeten, directeur van Q-Park België, toe. “In Nederland hadden we het onder die voorwaarden waarschijnlijk niet gedaan. Het is een risicoproject, maar we moeten ons nog bewijzen in België. En we rekenen erop dat we op het einde van de rit opnieuw met de NMBS rond de tafel kunnen zitten.” Met deze parking heeft Q-Park wel meteen een van de grootste parkings van ons land in handen. De ligging naast het Zuidstation, hét TGV-station van ons land, is ook bijzonder aantrekkelijk: de zakenman die met Eurostar of Thalys naar London of Parijs reist, komt niet met de fiets of de bus naar het station. Bovendien krijgt de groezelige stationsbuurt nieuwe impulsen door investeringen in kantoorprojecten en een winkelcentrum. Kristof Voeten is dan ook tevreden. “Het was door die strategische ligging een uiterst begeerde parking,” zegt hij. “Het is ook een ideaal uithangbord voor onze expansieplannen op de Belgische markt.”

Dat het niet bij die ene Belgische parking blijft staat nu al vast. Q-Park heeft de contracten op zak voor een parking in Genk en het is ook een aankoopverplichting aangegaan voor de parking naast het station van Berchem, het Antwerpse TGV-station. Voor de verdere expansie in ons land wordt ook gerekend op de relaties en aanwezigheid van ING. Q-Park België is evenwel slechts een tussenstap om van Q-Park een Europees parkeerbedrijf te maken. Q-Park Frankrijk en Q-Park Engeland zijn overigens al opgericht. Ook hier rekent men erop profijt te halen uit de internationale aanwezigheid van de aandeelhouders.

“Parkeergelegenheid aanbieden is een dienstverlening. Maar wel één waar je je bescheiden moet opstellen. Want de klant komt niet voor ons naar die parking maar wel omdat hij wil gaan winkelen, werken, ontspannen,” zegt Vleugels. Kort samengevat komt de benadering van Q-Park erop neer dat de klant zich vooral niet mag ergeren aan de parking. Hij moet integendeel in alle rust naar het winkelen, werken, ontspannen kunnen toeleven. Uniforme verwijssystemen, multimediazuilen, brede parkeerplaatsen, de afwezigheid van reclame en de prominente aanwezigheid van personeel in de garage dragen daartoe bij. Zo’n 300 van de in totaal 350 werknemers van Q-Park werken in de parkings. In elke parking lopen continu twee medewerkers (in Q-Park-uniform) rond. Ze zijn er niet alleen voor klanten met vragen maar waken ook over de veiligheid en de netheid in de parkings.

Al zal het uw auto worst wezen of hij in een blinkende of een stinkende parking op uw terugkomst staat te wachten.

laurenz verledens