Een nieuw schooljaar, een nieuw België

Het oude België is met vakantie vertrokken en komt in september niet meer terug. Het afgelopen politieke jaar hebben we het einde meegemaakt van de oude Belgische staat, maar nu, in het putje van de vakantie, weten we niet wat ervoor in de plaats komt.

De Belgische staat is ontstaan als een project van de leidende, Franstalige klasse van ons land. De industriële ontwikkeling van België, zijn internationale economische uitstraling in markten als Rusland en China, de ontginning van Congo, de culturele uitstraling en de bijhorende Nobelprijzen, waren allemaal het werk van de Franstalige elite. Vlamingen leverden de werkkrachten en de hulptroepen, maar hadden intellectueel en als Vlaming geen aandeel in de vorming van de moderne Belgische staat. De Vlaamse intelligentsia was bekommerd om het naakte overleven van de eigen taal en cultuur. De Vlaamse provincies maakten deel uit van de Belgische staat, omdat ze sinds de hertogen van Bourgondië, samen met de Waalse gewesten steeds aan dezelfde landsheren hun politieke trouw hadden betuigd.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam hierin verandering. Door de vervlaamsing en de democratisering van het hoger onderwijs werd het numerieke overwicht van de Vlamingen omgezet in een politiek, economisch en sociaal overwicht. Voor de meerderheid was hun streven beperkt tot de volledige economische en sociale emancipatie binnen de Belgische staat. Een kleine minderheid beoogde de volledige Vlaamse onafhankelijkheid. Maar het was en is nog altijd niet duidelijk hoe een onafhankelijk Vlaanderen er zou moeten uitzien.

De federalisering met de overheveling van aanzienlijke financiële middelen naar de gewesten en gemeenschappen heeft het oorspronkelijke Belgische staatsproject volledig tot stilstand gebracht. Er is geen geld meer en er kunnen geen beleidsbeslissingen genomen worden. Aan Vlaamse kant is er steeds minder bereidheid om in een doodlopend staatskader voort te werken. Aan Franstalige kant beseft men de ineenstorting van het Belgische staatsproject, maar is er ook geen nieuw project. Men wenst gewoon de positie van geprivilegieerde en gesubsidieerde minderheid zo lang mogelijk te rekken. In afwachting van het alternatief: een Franstalige België bestaande uit Brussel en Wallonië, of zelfs de aanhechting bij Frankrijk.

Wat er nodig is, is niet alleen een staatshervorming, maar een nieuw en ander samenlevingsproject voor België. Dat houdt veel meer in dan een juridische wijziging van de grondwet. Zonder een nieuw samenlevingsproject is ook een confederale staatshervorming een politiek doodlopend spoor.

Is zo’n nieuw samenlevingsproject nog mogelijk? Zeker en vast. België heeft in Europa nog altijd een unieke positie, die zowel Brussel, Vlaanderen als Wallonië ten goede komt. Het is en blijft een onmisbare draaischijf. Zwitserland, Oostenrijk en Luxemburg, tonen aan hoe kleine staten succesvol kunnen functioneren op de oude breuklijnen van Europa. België heeft gelijkaardige troeven, maar moet ze willen uitspelen. Hier enkele suggesties.

De nieuwe Belgische confederatie heeft als eerste opdracht de Europese instellingen logistiek goed te laten functioneren. Geen enkele andere Europese staat kan die opdracht vervullen. België moet de internationale draaischijf van Europa blijven. Onze biculturele traditie geeft ons nog altijd een comparatief voordeel.

België moet ook de economische draaischijf van Europa worden. De Nederlandse veroveraars van de wereldzeeën stamden massaal af van Vlaamse inwijkelingen. Walen waren de eerste bewoners van New York en Franstalige industriëlen de drijvende kracht achter de Belgische trams met een wereldreputatie. Het moet mogelijk zijn die talenten te bundelen om met nieuwe projecten de globale concurrentie aan te gaan.

De confederale staat moet het kader scheppen om de eigen dynamiek van de gewesten en gemeenschappen te ontplooien, niet als tegenstanders, maar wel als bondgenoten. Tenslotte heeft de confederale staat als opdracht een transparante en omkeerbare solidariteit te organiseren, en moeten de gewesten en gemeenschappen hun regionale financiële en fiscale verantwoordelijkheid opnemen, en hierop ook politiek afgerekend worden.

Essentieel is daarbij dat die doelstellingen worden nagestreefd binnen één politieke gemeenschap, waarin bewindvoerders hun posities voor het hele land kunnen verdedigen en door een gemeenschappelijk kiezerskorps worden afgerekend. Een staatshervorming die deze minimale vorm van politiek samenleven niet kent, is een nutteloze oefening.

Zo’n koerswijziging vergt een mentale omslag van de hele bevolking. Zij is niet in enkele maanden te verwezenlijken en is niet gediend met ultimatums en deadlines. Zij vraagt ook dat wie in een nieuw Belgisch confederaal project gelooft, eindelijk zijn stem verheft in positieve zin. Stop met de veroordeling van het Vlaamse nationalisme door de voortdurende verwijzing naar een bruin en duister oorlogsverleden. Stop met de klaagzang over Waalse luiheid en immobiliteit. Het helpt ons geen centimeter vooruit. Laten we de wereld verbazen, iets volledig nieuws bedenken en de nodige tijd nemen om dat project in een grote staatshervorming te gieten, zonder de verborgen agenda van Vlaamse onafhankelijkheid of een Franstalig Belgisch koninkrijk. De vakantie geeft zeker en vast inspiratie. (T)

DE AUTEUR IS PROFESSOR EMERITUS K.U. LEUVEN.

Frans Vanistendael

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content