Een man met geduld
Het nummer twee van de wereld kan maar geen toptoernooi winnen.
P hil Mickelson (32) staat in het internationale klassement op de tweede plaats met 10.63 punten, achter ene Tiger Woods (16.21). Derde op de wereldranglijst is Ernie Els (8.81). Mickelson staat dus heel wat dichter bij Els dan bij Woods. Misschien omdat het nooit echt wil lukken voor de tweede speler in de wereld.
Mickelson lijkt maar niet in staat om een van de grote vier toernooien van het seizoen te winnen. In de Masters van Augusta, de voorbije lente gespeeld, was hij aan zijn veertigste toernooi van de Grand Slam toe. Hij werd derde op drie slagen van Woods, net achter Retief Goossen. Deze zomer deed hij het opnieuw drie slagen minder goed dan Tiger, meer bepaald tijdens de US Open, waar hij andermaal tweede werd. En dan, tijdens de recente British Open, ging hij zoals veel Amerikanen helemaal onderuit: pas 66ste op twaalf slagen van Ernie Els, die bij die gelegenheid zijn tweede toptoernooi won.
In de nu al rijk gevulde carrière van Phil Mickelson, die al twintig toernooien in het Amerikaanse circuit won, ontbreekt dus alleen nog een major. Mickelson herinnert zich levendig dat zijn oudste dochter een paar uren na de US Open van 1999 werd geboren, kort nadat hij daar tweede was geworden achter de betreurde Payne Stewart. Mickelson verloor toen op de laatste hole, bij de putting, omdat Stewart een putt van op vierenhalve meter binnenzette. En verleden jaar deed Mickelson dat nog eens over tijdens het US PGA Championship, deze keer met David Toms, die hem met een heerlijke putt op de laatste hole klopte.
De flamboyante Mickelson is linkshandig. Tenminste op de golfbaan, want in het dagelijks leven doet hij het rechts. Maar zodra hij een club in de hand neemt, ontpopt hij zich tot een echte magiër. Zijn drives vertrekken als raketten en in het korte spel vrezen al zijn tegenstanders hem, vooral dan de naderingen met een lobballetje. Zijn putting kan sensationeel goed zijn, maar soms ook erbarmelijk slecht. In dat laatste geval doorgaans op de slechtst mogelijke momenten.
“Op de golfbaan speel ik altijd offensief, zo zit ik in elkaar,” zegt de man die eerder dit jaar een leuke voorsprong in het Championship The Players prijsgaf omdat hij vijf putts moest slaan. “Ik voel me alleen goed op de golfbaan als ik agressief kan spelen, als ik slagen kan creëren. En neen, ik zal een major nooit op een andere manier benaderen dan een minder belangrijk toernooi. Omdat ik me altijd en overal dezelfde voel: iemand die bevoorrecht is om dit te mogen doen. Het enige verschil is dat ik me in een major nog iets gelukkiger voel. Omdat ik dan de mogelijkheid heb om een historisch evenement te winnen. Alleen jammer dat iedereen me bekijkt als ‘die kerel die iedere major verliest op de 72ste hole’. Dat overkwam me nog maar twee keer. En vooral: ik heb nog tijd om het wél voor elkaar te krijgen.”
John Baete [{ssquf}]
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier