Een eerste voor Kuchar

Hij was het zat, dat baantje als investment banker in Boca Raton.

Als u al eens op televisie naar de Masters hebt gekeken, dan herinnert u zich misschien nog de Amerikaan Matt Kuchar. In 1998, een jaar nadat Tiger Woods zichzelf tot ‘koning van Augusta’ kroonde, speelde ook ene Kuchar zich in de kijker. In 1997 was hij Amerikaans kampioen bij de amateurs geweest. Een erelijst waar hij trouwens Woods opvolgde.

Het golfleven leek Kuchar toe te lachen. Hij was twintig en speelde op zeer hoog niveau. In 1998 werd hij 21ste tijdens de Masters en veertiende tijdens de US Open. Bovendien zag hij er ook nog eens goed uit, alsof hij recht uit Hollywood kwam. Toch stelde hij de stap naar de professionals uit tot de herfst van 2000: hij wilde eerst zijn studies afronden in Georgia Tech, waar hij business administration studeerde. En natuurlijk wilde hij ook zijn palmares als amateur nog wat opsmukken.

Maar de titel bij de Amerikaanse amateurs zou Kuchar niet meer veroveren, want in 1998 was ene Sergio Garcia de beste. Kuchar leek trouwens beter te presteren voor zijn examens dan op de putting green. Hij droomde er dan ook niet langer van om een nieuwe Tiger Woods te worden, maar veeleer een opvolger voor Bobby Jones, de grote Amerikaanse kampioen die advocaat bleef en intussen als amateur speelde.

In 1999 vestigde Kuchar zich in Boca Raton, Florida, als bankier. Een rol waarin hij het maar een jaar uithield. In de herfst van 2000 kreeg hij een wild card van een sponsor voor de Texas Open. En daar kreeg hij de smaak weer te pakken. “Ik wilde de krachtmeting met de anderen aangaan, ik wilde de anderen kloppen. Maar wie de godganse dag op kantoor slijt, kan natuurlijk niet gaan oefenen…”

Om een volledige kaart voor 2001 te krijgen, was het te laat. En dus moest Kuchar vorig jaar genoegen nemen met wild cards voor zeven toernooien. Dat was in ieder geval voldoende om iets meer dan een half miljoen dollar op te strijken… en een kaart voor 2002.

Twee weken geleden pakte hij zijn eerste overwinning in de Amerikaanse Tour, meer bepaald in Coral Springs, tijdens de Honda Classic. Hij bleef negentien slagen onder par en stak 630.000 dollar op zak voor wat zijn zeventiende toernooi als professional was. Hij lukte vier birdies op de laatste negen holes en glipte zo voorbij zijn landgenoot Joey Sindelar, die maar één bogey in vier dagen speelde. Helaas voor Sindelar, die sinds 1990 niet meer had gewonnen in de Tour, was Kuchar ongenaakbaar sterk in de putting: 23 putts op de laatste achttien holes… en amper acht op de laatste acht.

Kuchar berekende ooit dat hij twee miljoen dollar aan sponsoring door de vingers liet glippen toen hij in 1997, na zijn titel bij de amateurs, weigerde prof te worden. Maar daarover zal hij zich nu wel niet langer zorgen moeten maken.

John Baete