Natuurherstelwet zet tocht door de Europese instellingen voort: ‘Productieprocessen in gevaar als we de wet niet toepassen’
Dinsdag verwierp de milieucommissie in het Europees Parlement de natuurherstelwet. De wet is uitgegroeid tot een symbooldossier en zet haar weg door de instellingen voort. Op 10 juli spreekt het voltallige Europese Parlement zich uit. Ignace Schops (RKLM) legt uit waarom de wet belangrijk is. “Natuur en economie zijn geen tegenstanders.”
Er was de afgelopen weken veel commotie over de natuurherstelwet, een onderdeel van de EU-groeistrategie, de Green Deal. Met de natuurherstelwet wil de Europese Unie de gedegradeerde Europese natuur herstellen. Die is er bijzonder slecht aan toe. Meer veerkrachtige bossen met 3 miljard extra bomen, florerende wetlands en graslanden en rivieren die meer ruimte krijgen en zo fungeren als klimaatbuffer moeten ons helpen de klimaatopwarming op te vangen. Steden vergroenen het best om leefbaar te blijven in een warmer klimaat. Tegen 2030 mag er geen groene ruimte meer verloren gaan in steden, tegen 2050 moet ze toenemen met 5 procent. Bestuivers, zoals bijen, leveren onmisbare ecosysteemdiensten voor de economie, en moeten worden gered. Dat zijn enkele van de krachtlijnen van de wet.
Tijdens de eerste zitting van de milieucommissie op 15 juni probeerden de Europese Volkspartij (EVP), de conservatieven (ECR) en een deel van de liberale Renew-fractie de wet te verwerpen. Die stemming eindigde op 44 voor- en 44 tegenstemmen, waardoor de wet nipt niet verworpen werd. Vervolgens moest er over de vele amendementen apart worden gestemd. Omdat die stemming te lang duurde, werd ze op 15 juni afgebroken en vandaag voortgezet.
De stemming over de finale tekst eindigde vandaag opnieuw met 44 voor- en 44 tegenstemmen. Opnieuw een patstelling en opnieuw uitstel, maar wederom geen afstel. Op 10 juli volgt de volgende stap. Dan moet het voltallige Europese Parlement zich over de wet uitspreken. Belangrijk daarbij is dat de lidstaten – de Europese Raad – de natuurherstelwet vorige week goedkeurden. Zij zijn dus klaar om aan de onderhandelingen met het Europees Parlement te beginnen, als die de wet zou goedkeuren.
Bedrijven steunen natuurherstel
“Er is veel commotie om de foute redenen. Men denkt van alles opgelegd te krijgen, dat de landbouw kapot zal gaan. Maar het is net omgekeerd. Heel wat productieprocessen kunnen in gevaar komen als we die wet niet toepassen”, zegt Ignace Schops, directeur van het Regionaal Landschap Kempen en Maasland (RLKM) en initiatiefnemer van het Nationaal Park Hoge Kempen. Hij is gespecialiseerd in hoe economie en ecologie kunnen samengaan. RLKM werd opgericht om tijdens de reconversie van Limburg na de mijnsluitingen de Limburgse economie te heroriënteren naar het toerisme.
Dankzij de natuurherstelwet kan de versnipperde en gedegradeerde Europese natuur herstellen. Ook bedrijven plukken daar de vruchten van, zegt Schops: “Veel productieprocessen zijn afgestemd op een bepaalde temperatuur. Als die te veel stijgt, komen die processen onder druk. Coca-Cola zegt bijvoorbeeld ‘no clean water, no Coca-Cola‘. Het bedrijf probeert watersystemen te steunen. Sommige bedrijven gaan een heel stuk verder dan woorden.”
Coca-Cola was samen met kleppers als Nestlé, Uniliver en IKEA een van de zowat negentig bedrijven die twee weken geleden een brief publiceerden om hun steun uit te spreken voor de natuurherstelwet. Ze volgen dezelfde logica als Ignace Schops: hun productieprocessen komen onder druk als de natuur er slecht aan toe is. Die logica duikt ook op in de Global Risks-rapporten van het Wereld Economisch Forum (WEF), dat bekend is van de jaarlijkse toppen in Davos. De mondiale economische wereld ziet deze vier zaken als de grootste risico’s in de komende tien jaar: falen in het milderen van de effecten van de klimaatopwarming, ons niet kunnen aanpassen aan de klimaatopwarming, natuurrampen en extreem weer, en biodiversiteitsverlies.
Andere bedrijven en beroepsorganisaties verzetten zich dan weer tegen de wet. Zeker in dichtbevolkte regio’s vrezen organisaties als Voka en Unizo dat de economische gevolgen van de wet op de korte termijn te groot zijn. Ze zijn voor natuurherstel, maar het gaat te snel.
Bijenpopulatie
Wat zegt de wetenschap? “De helft van het mondiale bruto binnenlands product (bbp) is gekoppeld aan de biodiversiteit”, schreven de Europese institituten voor natuurwetenschappen onlangs, waarbij ze vroegen de natuurherstelwet goed te keuren. Ook het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen ondertekende mee de oproep. De instituten wijzen op de dramatische toestand van de biodiversiteit. Denk aan de ineenstorting van bijenpopulaties, die onmisbaar zijn bij de bestuiving van gewassen. De wetenschappers vragen om de Europese ecosystemen te herstellen om daar iets aan te doen. Goede ecosystemen en een florerende biodiversiteit zijn cruciaal in de strijd tegen de klimaatopwarming.
Ignace Schops verwijst naar het oppompverbod dat verschillende provinciegouverneurs de afgelopen weken afkondigden wegens het warme weer en de daaruitvolgende droogte: “Bij warm weer zie je meteen dat ons systeem niet robuust genoeg is. Een vierde van de waterlopen heeft vandaag te weinig water, terwijl dat water nodig is. Niet alleen voor de planten, maar ook voor de landbouw en de productieprocessen van bedrijven.” Wanneer er door natuurherstel bijvoorbeeld meer koolstof in de bodem komt, kan de bodem meer water opnemen en vergroot de vruchtbaarheid van de landbouw.
Nationale herstelplannen
Natuur en economie zijn evenwel geen tegenstanders, zegt Schops, die met het (Re)Connection Model een aanpak ontwierp om economie en ecologie met elkaar te verzoenen. “We moeten proberen de natuurherstelwet positief te benaderen”, zegt Schops. “Waarom komt de wet er? Omdat de uitwerking van de afspraken die decennia geleden gemaakt werden, nog niet was gereguleerd.”
‘We moeten de lat zo hoog mogelijk leggen. We hebben al zo weinig natuur in Europa in vergelijking met de rest van de wereld’
Igance Schops
Directeur Regionaal Landschap Kempen en Maasland (RLKM)
Daarom werkt de natuurherstelwet – een verordening die bij goedkeuring meteen geldt in alle lidstaten – met bindende doelen en deadlines. De EU-lidstaten moeten bijvoorbeeld 30 procent van hun gedegradeerde ecosytemen op land en zee herstellen en hun pesticigebruik halveren tegen 2030. De verordening bouwt flexibiliteit in. Zo zijn de regels strenger voor de Natura 2000-gebieden, die de ruggengraat vormen van het Europese natuurbeleid. Het herstel van de natuur zal in veel van die gebieden nog altijd gepaard gaan met economische activiteiten.
Hoe de lidstaten hun natuur herstellen, bepalen ze grotendeels zelf. Dat gebeurt via nationale herstelplannen, waarbij de EU de nodige flexibliteit biedt omdat een kleine regio met een versnipperde natuur andere noden heeft dan pakweg de uitgestrekte en dunbevolkte landen in Noord-Europa. Er wordt geen bijkomend geld gezocht voor de Natuurherstelwet. Het geld komt uit bestaande Europese fondsen en budgetten.
“We moeten de lat zo hoog mogelijk leggen. We hebben al zo weinig natuur in Europa in vergelijking met de rest van de wereld”, zegt Ignace Schops. “Als we onze eigen natuur niet kunnen beschermen, welke autoriteit hebben we dan om aan een land als Brazilië te vragen het regenwoud te beschermen?”
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier