Ignace Schops over het samengaan van natuur en economie: ‘De natuur begint op het bedrijfsterrein’

IGNACE SCHOPS “Nationale parken zijn de kraamkamers voor het doen herleven van de natuur.” © ID
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Heel wat Vlaamse partijen vinden dat de nakende Europese natuurherstelwet de economie te veel inperkt. Maar natuur en economie zijn geen tegenpolen, ze hebben elkaar nodig, vindt Ignace Schops. In het Nationaal Park Hoge Kempen verzoent hij beide en boekte daar opmerkelijke resultaten mee. “Als natuurbeschermers zijn we te lang enkel in onze hoek van de vogels en de bijtjes blijven zitten.”

De Europese Unie sluit zich aan bij de wereldwijde versnelling om de biodiversiteit zo veel mogelijk te redden (zie kader onderaan Biodiversiteit in vier vragen). Wat het klimaatakkoord van Parijs in 2015 betekende voor de strijd tegen de klimaatverandering – de opwarming van de aarde beperken tot 1,5 graden – moet het akkoord van Kunming-Montreal zijn voor de strijd tegen het verlies aan biodiversiteit. Ook daar staat een cijfer centraal: 30. Tegen 2030 moet 30 procent van het land en 30 procent van de oceanen beschermd zijn, tegenover 17 en 10 procent vandaag. Die 30 procent is volgens de wetenschap het minimum om het biodiversiteitsverlies een halt toe te roepen. Maar, zeggen critici, in landen met veel natuur zal dat makkelijker lukken dan in het kleine en dichtbevolkte België. En de schrik zit erin bij Vlaamse bedrijven dat de scherpe Europese natuurdoelstellingen hun groeiplannen doorkruisen.

Limburg ging na de sluiting van de mijnen beseffen welke enorme hefboom de natuur en het toerisme konden zijn. Plots werden lokale ondernemers ambassadeurs voor de natuur

Waarom we de natuur niet mogen wegstoppen in reservaten, en de economie en de natuur net met elkaar moeten verzoenen, daar is Ignace Schops een wereldautoriteit in. Hij is de enige Belg bij de 213 winnaars van de ‘groene Nobelprijs’, zoals de Goldman Environmental Prize voor milieubescherming wordt genoemd. Hij kreeg die als bezieler van het eerste Belgische nationale park, het Nationaal Park Hoge Kempen. Hij bracht de industrie, overheden en lokale stakeholders bij elkaar voor een investering van 90 miljoen euro, als onderdeel van de Limburgse reconversie na de sluiting van de mijnen. Het park kreeg in 2006 vorm binnen het Regionaal Landschap Kempen en Maasland (RLKM), dat in 1990 was opgericht als een initiatief om de Limburgse economie te heroriënteren naar het toerisme. Schops is de directeur van RLKM.

De resultaten van het Nationaal Park zijn opmerkelijk. Het fietsroutenetwerk dat het mee ontsluit, noemen de Limburgers ‘het achtste wereldwonder’. In zijn vorig jaar verschenen boek Gered door de boomkikker raamt Schops de directe en indirecte opbrengsten van het park op 191 miljoen euro en 5.000 banen. Elke geïnvesteerde euro zou 10 euro opleveren voor de lokale gemeenschap. En donderdag werd bekendgemaakt dat de hr-specialist Attentia een eerste natuurabonnement aan zijn medewerkers aanbiedt, dat het heeft onwikkeld met het park.

Het succes van het eerste Belgische nationaal park werd zelfs wereldwijd opgemerkt. Voormalig Amerikaans presidentskandidaat Al Gore vroeg Schops om in zijn Climate Leadership Corps te zetelen en de Limburger gaat in binnen- en buitenland spreken voor bedrijven. Van 2014 tot 2021 was hij voorzitter van Europarc, de Europese federatie van nationale parken. In België wordt zijn advies gevraagd over waar nieuwe nationale parken kunnen komen. Wallonië kondigde vorig jaar de oprichting van twee nationale parken aan, de Semoisvallei en het park Entre-Sambre-et-Meuse. De Vlaamse overheid onderzoekt drie nieuwe nationale parken. In Nederland, dat 21 nationale parken heeft, zit Ignace Schops in de expertencommissie die de Nederlandse parken wil herdenken naar het voorbeeld van het (Re)connection Model (zie kader Zo werkt het (Re)connection Model) van het Nationaal Park Hoge Kempen.

Lees hieronder verder

Zo werkt het ReConnection Model

Het (Re)connection Model is een manier om economie en ecologie met elkaar te verzoenen. Het ziet de natuur niet als een kostenpost, maar als een asset. Hoe werkt het?

Het model wil natuurherstel combineren met het creëren van banen, het stimuleren van de lokale economie en de samenleving weer verbinden met de natuur. Het is een nature based-systeem dat drijft op drie principes en vier krachtlijnen.

Eerst de drie principes. Het Sandford-principe bepaalt dat je in grote natuurprojecten bij beleidskeuzes voorrang geeft aan de natuur, om te vermijden dat de draagkracht van de natuur wordt overschreden. Slimme zonering, het tweede principe, gaat uit van een onderscheid tussen focus-, kern- en impactzones. De kernzones zijn wettelijk vastgelegde zones zoals de Natura 2000-gebieden. De focuszones kunnen worden gecombineerd met landbouw, maar ook daar zijn de natuurwaarden sturend. De impactzone dient om de druk op de natuur breder te spreiden – denk aan de wandel- en fietsinfrastructuur buiten het park. Het derde principe is nature for all, dat voorschrijft dat je geen enkele doelgroep uitsluit van natuurbeleving. Daarom is het Nationaal Park Hoge Kempen gratis.

Naast die principes heeft het (Re)connection Model vier krachtlijnen. De eerste is natuur met natuur verbinden door rewildingprojecten: soorten herintroduceren, wegen ontharden, natuurlijke infrastructuur herstellen of ruimte teruggeven aan rivieren. De tweede krachtlijn is mensen met de natuur verbinden door innovatieve educatie over de voordelen van de natuur, de lokale inwoners bij de natuur betrekken, banen creëren in het toerisme, uitgaand van een sterk merk zoals het Nationaal Park Hoge Kempen. Bedrijven met de natuur verbinden is de derde krachtlijn. Dit gaat over de evolutie naar een circulaire economie, waarbij de natuur als onderdeel en partner van de bedrijfsvoering geldt. De laatste krachtlijn is natuur en beleid verbinden – niet enkel over de overheid, maar evengoed over wetenschappelijke onderzoeksinstellingen en het middenveld.

Een van de meest opvallende onderdelen van dat model is dat de bezoekersinfrastructuur buiten het park ligt. Waarom is dat zo belangrijk?

IGNACE SCHOPS. “Een onderzoek van Cambridge University toonde in 2015 aan dat er in een jaar wereldwijd 8 miljard bezoeken zijn aan nationale parken, wat tot 600 miljard dollar kan opbrengen. Mensen beseffen dat ze natuur nodig hebben en bezoeken graag natuurgebieden. Internationaal ligt 85 procent van de bezoekersinfrastructuur binnen de grenzen van het park. Maar hoe meer mensen in de natuur rondlopen, hoe meer de natuur onder druk komt. Wij hebben de infrastructuur daarom buiten het park gelegd. Het (Re)connection Model zet het wandelen en fietsen op een grotere landschapsschaal neer, waardoor de druk op het park wordt gespreid. Veel mensen die naar het park komen om te fietsen of te wandelen, bezoeken het eigenlijke park zelfs niet. De draagkracht van de natuur wordt versterkt en de tegenstelling tussen te veel bezoekers en de natuur opgelost.”

Het model betrekt er ook de lokale economie bij.

SCHOPS. “De poorten van het Nationaal Park Hoge Kempen liggen soms op kilometers van het park, dicht bij een kerk en een dorpscentrum. De bezoekers komen eerst daarnaartoe, ze drinken er iets, overnachten er. Limburg had het moeilijk na de sluiting van de mijnen en men ging beseffen welke enorme hefboom de natuur en het toerisme konden zijn. Plots werden lokale ondernemers ambassadeurs voor de natuur. Het Nationaal Park begon met zes gemeenten en 6.000 hectare. Ondertussen is dat verdubbeld naar tien gemeenten en 12.000 hectare. De politici beseffen dat de kwaliteit van de natuur tussen de bezoekerscentra in de dorpen en het park zelf goed moet zijn. Ze gaan de kwaliteit van de natuur zelf vergroten, zonder dat wij iets hoeven te doen. Er worden groene lanen aangelegd en bomen geplant om de wandel- en fietsinfrastructuur zo mooi mogelijk te integreren in het park.”

NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN “We hebben bijna een eeuw achterstand op Nederland.”
NATIONAAL PARK HOGE KEMPEN “We hebben bijna een eeuw achterstand op Nederland.” © National

Wat deed u de brug slaan tussen economie en natuur?

SCHOPS. “Ik heb veel onderzoek naar amfibieën gedaan. Ik ging bij ministers lobbyen met verhalen over kikkers en slangen, om iets te doen voor de natuur. Ik kwam van een kale reis thuis. Toen ben ik op dat sociaaleconomische gaan werken, als bijkomend bewijs dat de natuur belangrijk is. Dat heb ik omgezet in een taal die beleidsmakers en ondernemers begrijpen. Als natuurbeschermers zijn we te lang enkel in onze hoek van de vogels en de bijtjes blijven zitten.”

Klimaatopwarming is veel zichtbaarder. De bedrijven zijn mee. Voor veel ondernemers is biodiversiteit een ver-van-mijn-bedshow. Hoe kunt u dat tastbaar maken voor bedrijfsleiders?

SCHOPS. “Het klimaatakkoord van Parijs vraagt dat we in 2050 klimaatneutraal zijn. Stap één is klimaatgerelateerd: veel bedrijven installeren warmtepompen, zonnepanelen of bouwen een windmolen. Maar dan blijft er nog een uitstoot over die ze kunnen compenseren door de natuur te beschermen. Dat is de vrijwillige koolstofmarkt, waarbij bedrijven een bos aanleggen en daar een bepaalde koolstofwaarde aan toekennen. Door bossen aan te planten of veengebieden te doen herleven, herstel je als onderneming de natuur en compenseer je je uitstoot. Er wordt nu ook nagedacht over hoe bedrijven dat natuurherstel kunnen koppelen aan hun bedrijfsvoering. De early adopters onder de bedrijven zijn er al. Nu gaat het om acceleratie en schaalvergroting. We moeten snel gaan. We hebben nog een perspectief van tien jaar. Dat is niet lang. We moeten bedrijven mee op de kar krijgen. Met de Bond Beter Leefmilieu, waarvan ik voorzitter ben, praten we met Voka en andere ondernemersnetwerken.”

We zijn toe aan de herijking van de waarde van de natuur. De waarde van een diamant is gigantisch in vergelijking met water. Toch kan een diamant geen leven redden

Er zijn ook ondernemers en politici die vinden dat de klimaat- en biodiversiteitsdoelen te scherp zijn in Vlaanderen.

SCHOPS. “De trend van het klimaatakkoord van Parijs en het akkoord van Kunming-Montreal is duidelijk. Je wilt je bedrijf toch doorgeven aan de volgende generatie? Het is belangrijk dat ondernemingen dat zelf oppakken. Daarom ben ik blij te zien dat consultancybedrijven hun focus beginnen te verleggen. Ze ontwikkelen van alles om ondernemingen die doelen te helpen halen. Consultancybedrijven zien dat ze daar business uit kunnen halen. Maar als je de verandering moet financieren, moet je de financiering veranderen. We zijn toe aan de herijking van de waarde van de natuur. De waarde van een diamant is gigantisch in vergelijking met water. Toch kan een diamant geen leven redden. Zelfs een kopje water kan dat wel.”

Grote bedrijven kunnen medewerkers op die groene transitie zetten. Maar wat kan een kleine kmo doen?

SCHOPS. “Stel: je kmo ligt dicht bij een natuurgebied. Egels blijven zitten in de omheining rond zo’n zone en gaan dood. Daarom moeten we af van het idee dat we rond een bedrijf een draad zetten. Wat als je er dankzij dat natuurgebied voor kunt zorgen dat je personeel het fijner vindt om daar zijn boterhammen te eten, of even te gaan sporten? Anders naar zo’n natuurgebied kijken kan heel wat economische voordelen hebben. Je bespaart op de omheining, en het is een argument om je personeel aan je bedrijf te binden. Mensen zien natuur te veel als iets wat je in een reservaat of een park stopt, maar de natuur begint in de bloempot bij je thuis, in je achtertuin of op het bedrijfsterrein. Het is belangrijk dat je ook een draagvlak vindt voor de natuur buiten de natuur. Daarom zijn we met het Nationaal Park nieuwe programma’s aan het ontwikkelen om de natuur naar bedrijven te brengen.”

IGNACE SCHOPS “We moeten duidelijk maken dat de boer niet bedreigd is.”
IGNACE SCHOPS “We moeten duidelijk maken dat de boer niet bedreigd is.” © ID

U probeert steeds te vertrekken vanuit de leefwereld van de mensen met wie u spreekt. Waarom is dat zo belangrijk?

SCHOPS. “We moeten over de tegenstellingen heen stappen. Ook een bedrijfsleider wil dat zijn kinderen opgroeien op een gezonde plek. Ik houd altijd bij waar politici met vakantie gaan in de zomer. Ze gaan naar de meest schitterende plaatsen met veel prachtige natuur en cultuur. Dan mogen we toch verwachten dat we de natuur hier ook beschermen? Het probleem is tijd. Er zijn nog periodes geweest met systemische veranderingen in korte tijd. Denk aan het moonshot (nu in het Engels een synoniem voor een bijzonder ambitieus plan, nvdr) van de Amerikaanse president Kennedy, om binnen de tien jaar een mens op de maan te zetten. In mijn boek pleit ik voor een earthshot. De overheid moet voor de basisinfrastructuur zorgen, bijvoorbeeld om snel te evolueren naar een maatschappij met hernieuwbare energie en veel biodiversiteit. We zijn in Vlaanderen in een periode dat we tegen de grenzen van de open ruimte aanlopen. Iedereen botst tegen iedereen. Of het nu over Ventilus gaat of over stikstof, de milieu- en hygiënische kwaliteiten komen onder druk. Hoe ga je daarmee om? Vasthouden aan de landbouw die we hadden? Terwijl we goed weten dat we naar een ander landbouwmodel gaan. We moeten duidelijk maken dat de boer niet bedreigd is. In dat nieuwe model wordt juist meer welzijn binnengebracht in de boerengemeenschap. Boeren hebben het moeilijk. Door de leningen die ze zijn aangegaan en door de schaalvergroting kunnen ze vaak niet eens vakantie nemen. Ik ben ervan overtuigd dat we dat kunnen keren als alle betrokken partijen samenwerken.”

We moeten af van het idee dat we rond een bedrijf een draad zetten. Anders naar zo’n natuurgebied kijken kan heel wat economische voordelen hebben

Waarom is de toegang tot het Nationaal Park gratis?

SCHOPS. “In Vlaanderen hebben 2 miljoen mensen de middelen niet om met vakantie te gaan. Wandelen is belangrijk voor mensen en je hebt er alleen een paar schoenen voor nodig. Er zijn nationale parken met gesloten grenzen waar je toegangsgeld betaalt. Ons park is open zonder toegangsgeld, omdat de natuur voor iedereen is. Er zijn manieren om op een andere manier geld in het systeem te brengen. Ik kon ooit praten met Muhammad Yunus van Grameen Bank. Hij is de grondlegger van de microkredieten (kleine investeringen van een paar euro’s in lokale ondernemers die voor een grote hefboom zorgen, nvdr). Ik begon na te denken hoe ik die microkredieten kon vertalen naar een West-Europese omgeving. Met een microkrediet van 5 of 10 euro kun je niet veel in Europa. Ik ging daarom snel over naar het omgekeerde, micro-opbrengsten. Denk aan de hotelsector rondom natuurgebieden. Er is onderzoek gedaan naar de bereidwilligheid om te betalen voor de natuur. Er zijn twee basissystemen, opt-out en opt-in. Bij een overnachting nabij een natuurpark die 100 euro kost, kun je via opt-in een euro toevoegen, zodat je 101 betaalt. Of je betaalt 101 en hebt via opt-out de mogelijkheid om die euro toch niet te betalen. Dat soort systemen bekijken we nu. Je kunt daar verder in gaan. Bij elke koffie of pint die nabij het park wordt gedronken, zou je een eurocent kunnen aanrekenen voor het park. Door de digitalisering van het betalingssystemen is dat heel makkelijk. Er is één groot probleem: dat hotel wil niet worden belast op 101, maar op 100 euro. Ook dat kunnen we oplossen.”

Wat is het belang van de Europese Natura 2000-wetgeving, die nu wordt bekritiseerd?

SCHOPS. “Sinds de jaren zeventig groeide het aantal natuurreservaten exponentieel, en toch zag je dat de biodiversiteit steeds meer in elkaar begon te stuiken. Hoe is die paradox te verklaren? We zijn de natuur gaan beschermen door ze op te sluiten in reservaten. Alle ruimte tussen die reservaten was vogelvrij. Nu komen we tot het besef dat de natuur doodgaat als die reservaten niet met elkaar verbonden zijn. De natuur is zo niet meer in staat genetische informatie uit te wisselen. We hebben ook geleerd dat de hele wereld met elkaar verbonden is via schimmels in de bodem. Om iets te doen aan de achteruitgang van de biodiversiteit heeft Europa de Habitat-richtlijn en de Vogelrichtlijn gecreëerd, die samen Natura 2000 vormen. Met Natura 2000 beschermt de Europese Unie bestaande hoogwaardige natuur. Nu is ze er dus achter dat we die reservaten moeten verbinden met de rest van het landschap. Daarom heeft Europa, net als de rest van de wereld, de biodiversiteitsstrategie goedgekeurd.”

Hoe komt het dat Vlaanderen nog maar één nationaal park heeft en Nederland 21?

SCHOPS. “We hebben veel achterstand in te halen. Het eerste nationale park is het Amerikaanse Yellowstone Park, waar de Belgische priester Kuppens aan ten grondslag ligt. Hij zag de schoonheid van de natuur en wilde die intrinsieke kwaliteit beschermen. De natuurbeweging is in die periode ontstaan uit de romantiek. Doordat Nederland niet betrokken was bij de Eerste Wereldoorlog, kon die natuurbeweging zich daar ontwikkelen. Bovendien trokken Belgische biologen liever naar Congo om er olifanten of apen te bestuderen. De eerste Vlaamse minister van Leefmilieu kwam er pas in 1981. We hebben bijna een eeuw achterstand op Nederland. Nationale parken zijn de kraamkamers voor het doen herleven van de natuur. In Wallonië zijn er nu gelukkig twee nieuwe nationale parken aangekondigd. Ook in Vlaanderen zijn er drie of vier op komst.”

8 miljard bezoekers krijgen nationale parken wereldwijd in één jaar, wat tot 600 miljard dollar kan opbrengen.

Bio

· Geboren in 1964 in Heusden-Zolder als zoon van een mijnwerker

· Opleiding informatica en natuur- en milieubehoud

· Sinds 2004 directeur van Regionaal Landschap Kempen en Maasland

· Wint in 2008 de Goldman Environmental Prize, de ‘groene Nobelpijs’

· Ondervoorzitter Klimaatzaak, Ashoka Fellow, lid Climate Leadership Corps van Al Gore en lid van de Club van Rome

· Van 2014 tot 2021 directeur Europarc Federation

· Wordt in 2022 voorzitter Bond Beter Leefmilieu en publiceert Gered door de boomkikker

Biodiversiteit in vier vragen

1 Wat is het probleem? Biodiversiteit is de biologische verscheidenheid aan dier- en plantensoorten op aarde. Die biodiversiteit is dramatisch aan het afnemen, in die mate dat er wordt gesproken over de zesde uitstervingsgolf. Voor het einde van deze eeuw riskeren een half tot één miljoen planten- en diersoorten uit te sterven.

2 Wat is de impact op de economie? Het Global Risks-rapport voor 2022 van het Wereld Economisch Forum toont aan dat de respondenten geen actie ondernemen voor het klimaat, extreem weer en biodiversiteitsverlies zien als de belangrijkste drie risico’s voor de komende tien jaar. Vorig jaar pakte de Wereldbank uit met de paper Economic Case For Nature. Die zegt dat de wereldeconomie in 2030 tot 2,7 biljoen dollar per jaar verliest als de snelle achteruitgang van ecosystemen niet wordt teruggedraaid en landen niet meer moeite doen om natuur te beschermen en te herstellen. Volgens het rapport staan meerdere ecosysteemdiensten op instorten.

3 Wat zijn ecosysteemdiensten? Dat zijn de gratis diensten die de natuur aan de samenleving levert en waar ook de economie niet zonder kan. Er zijn drie soorten ecosysteemdiensten. Producten zoals voedsel, drinkwater of hout, processen zoals waterzuivering en bestuiving door insecten, en culturele ecosysteemdiensten zoals ontspanning, rust of meditatie in de natuur. Het beste voorbeeld is wellicht de dramatische achteruitgang van bijenvolkeren door onder meer het gebruik van pesticiden, klimaatverandering, ziekten en intensieve landbouw. De productie van appels, komkommers of kersen hangt heel sterk af van bestuiving. Als de bijen verdwijnen, zou voeding duurder worden en de voedselzekerheid achteruitgaan.

4 Wat is de link tussen biodiversiteit en klimaat? De strijd tegen biodiversiteitsverlies en de strijd tegen de klimaatopwarming kunnen niet los van elkaar worden gezien. Biodiversiteit zorgt ervoor dat onze maatschappij weerbaarder is tegen overstromingen en droogte. Veel dier- en plantensoorten kunnen zich niet snel genoeg aanpassen aan de klimaatverandering. Daardoor verschralen habitats, terwijl die net nodig zijn om de uitstoot van broeikasgassen mee op te vangen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content