Dromen zijn bedrog
Niet aangegeven voordelen van alle aard kunnen een vennootschap erg zuur opbreken.
Bedrijfsleiders – zaakvoerders bijvoorbeeld of bestuurders van vennootschappen enzovoort – zijn belastbaar op de voordelen van alle aard die zij vanwege hun vennootschap ontvangen. De voorbeelden zijn legio: een bedrijfswagen die ter beschikking van de bedrijfsleider wordt gesteld en waarmee hij zich ook buiten de werkuren verplaatst; premies van privé-verzekeringen die door de vennootschap ten laste genomen worden; de persoonlijke socialezekerheidsbijdragen van de bedrijfsleider die door de vennootschap worden betaald; een huis of appartement dat gratis ter beschikking van de bedrijfsleider wordt gesteld; privé-vakantiereizen die door de vennootschap worden betaald…
Aangifte.
In de praktijk komt het geregeld voor dat vennootschappen de aldus toegekende voordelen van alle aard niet, of slechts gedeeltelijk aangeven. Dat kan uit onwetendheid zijn, of uit vergetelheid. Maar het is geen geheim dat sommigen dit ook heel bewust doen, en van het aangeven van zulke voordelen een soort kat-en-muisspel maken: zolang de belastingcontroleur niets merkt, is er geen vuiltje aan de lucht. Een vorig regeringsleider parafraserend zou je kunnen stellen dat zij vinden dat fiscale problemen slechts moeten worden opgelost, zodra ze zich stellen; dit is, in dit geval, zodra de belastingcontroleur vervelende vragen begint te stellen.
Zo’n benadering kan in het verleden misschien lonend zijn geweest; tegenwoordig is zij bijzonder gevaarlijk. Als een vennootschap voordelen toekent die voor de genieter het karakter hebben van beroepsinkomsten, dan moet zij daarvan melding maken op de individuele fiches en samenvattende opgaven die zij bij de belastingadministratie moet indienen. Doet zij dit niet, dan riskeert zij de beruchte geheime-commissielonenaanslag. Die bedraagt op dit ogenblik 309%.
Voldoende reden dus om voorzichtig te zijn, en om uit te kijken naar oplossingen ingeval zich ongelukken hebben voorgedaan.
Oude rotten in het vak zullen allicht opmerken dat die problemen heel eenvoudig kunnen worden opgelost. Uit hun jarenlange praktijk weten zij dat veel belastingcontroleurs, tenminste in hun herinnering, bereid waren de ogen te sluiten zodra de vennootschap zich bereid verklaarde om de uitgaven die met het verstrekken van het voordeel gepaard gingen, aan haar eigen fiscaal resultaat toe te voegen.
Voorbeeld.
Een vennootschap neemt verscheidene privé-uitgaven van haar bestuurders ten laste. Kostprijs (bijvoorbeeld) 2 miljoen frank. Normaal gezien moet zij dit voordeel van alle aard vermelden op de individuele fiches en samenvattende opgaven die zij in verband met de bezoldigingen van haar bedrijfsleiders moet indienen; zodat de bedrijfsleiders vervolgens ook op deze voordelen worden belast.
Doet zij dit niet, dan kost haar dat 6.180.000 frank geheime-commissielonenaanslag (309%). Volgens de voormelde techniek zou zij daaraan kunnen ontsnappen door de 2 miljoen frank toe te voegen aan haar eigen fiscaal resultaat. Weliswaar moet daarop dan vennootschapsbelasting worden betaald. Maar de schade blijft dan wel beperkt: ongeveer 40% op 2 miljoen is nog altijd minder dan 1 miljoen frank.
Anders dan de geheime-commmissielonenaanslag is de eigenlijke vennootschapsbelasting niet als beroepskost aftrekbaar. Maar (minder dan) 1 miljoen frank niet aftrekbare vennootschapsbelasting weegt hoe dan ook veel minder dan 6.180.000 frank wel aftrekbare geheime-commissielonenaanslag.
Helaas! Deze in het verleden veelvuldig toegepaste oplossing blijkt tegenwoordig op zeer veel controlekantoren te botsen op een krachtdadig njet. De oorzaak is heel eenvoudig: het wetboek laat geen ruimte voor deze oplossing. Voordelen van alle aard die door een vennootschap worden toegestaan, zijn belastbaar in hoofde van de genieter; en die belastbaarheid kan niet ongedaan worden gemaakt door de uitgaven die met die voordelen gepaard gaan, aan het belastbaar resultaat van de vennootschap toe te voegen, of anders gezegd, door deze uitgaven als verworpen uitgaven in hoofde van de vennootschap te belasten.
Enkele jaren geleden heeft de (toenmalige) minister van Financiën dat uitdrukkelijk in herinnering gebracht. De marsorders van de belastingadministratie laten dan ook geen ruimte meer om in die richting een oplossing te zoeken.
Betalen.
Een andere denkpiste bestaat in het doen betalen van de bedrijfsleider. Als een bedrijfsleider een voordeel van alle aard verkrijgt van 100 frank en hij voor dat voordeel ook 100 frank moet betalen, dan is er geen voordeel meer, en moet er ook niets meer op de individuele fiches en samenvattende opgaven worden vermeld, en is de dreiging van de geheime-commissielonenaanslag meteen ook bezworen.
Betalen kan op verschillende manieren. De vennootschap kan van haar bedrijfsleiders eisen dat zij effectief een prijs betalen. Maar zij kan ook anders tewerk gaan. Zij kan de schuld die de bedrijfsleider heeft, als zodanig boeken op diens rekening-courant. Het voordeel daarvan is dat hic et nunc niets effectief betaald moet worden, en dat de schuld als het ware vooruitgeschoven wordt in de tijd. Zij zal pas effectief voldaan moeten worden op het ogenblik dat de rekening-courant vereffend wordt.
Een ander voordeel is, en was, dat de belastingadministratie gedurende jaar en dag aanvaard heeft dat het probleem van de niet aangegeven voordelen van alle aard op deze manier opgelost kan worden.
Schuld.
Een vennootschap heeft bijvoorbeeld voor 100.000 frank voordelen van alle aard aan haar bedrijfsleider toegestaan; maar heeft om een of andere reden verwaarloosd daarvan melding te maken op de individuele fiches en samenvattende opgaven. Dus dreigt opnieuw de geheime-commissielonenaanslag. De oplossing: schrijf de voordelen alsnog in als een schuld van de bedrijfsleider ten opzichte van de vennootschap, op diens rekening-courant.
In het verleden aanvaardde de belastingadministratie dat deze oplossing nog toegepast kon worden, zelfs na afsluiting van het boekjaar, en zelfs nadat de taxatieambtenaar het bestaan van de voordelen van alle aard bij een controle had vastgesteld.
Maar ook deze oplossing heeft blijkbaar haar beste tijd gehad. Enkele jaren geleden kondigde – alweer – de (toenmalige) minister van Financiën aan dat de belastingadministratie deze manier van handelen aan een grondig onderzoek zou onderwerpen, en dat daaruit de gepaste conclusies getrokken zouden worden.
Dit onderzoek is inmiddels voorbij. Het resultaat is bekend ( V. & A., Kamer, 1999-2000, nr. 31, 22 mei 2000, p. 3624). In twee woorden gezegd: de oplossing wordt niet afgeschaft, maar wel sterk aan banden gelegd.
Als het van de huidige minister van Financiën, Didier Reynders ( PRL), afhangt, zal men de techniek van de rekening-courant niet meer kunnen gebruiken in die gevallen waarin vennootschappen systematisch nalaten om de voordelen van alle aard die zij aan hun bedrijfsleiders verstrekken, op individuele fiches en samenvattende opgaven te vermelden.
Kat.
Anders gezegd, de tijd is voorbij dat vennootschappen zich kunnen permitteren de kat uit de boom te kijken, en te doen alsof hun neus bloedt zolang de belastingcontroleur de voordelen van alle aard niet heeft opgemerkt. Wie zo’n houding aanneemt, moet voortaan niet verrast zijn als hij te maken krijgt met een weigering om de zaak te laten regulariseren door de voordelen alsnog als een schuld op te nemen in de rekening-courant van de bedrijfsleider. De instructies van de belastingambtenaren laten op dit punt ook veel minder ruimte dan in het verleden.
In welke gevallen kan men dan nog wel terugvallen op deze oplossing? Minister Reynders geeft het voorbeeld van een vennootschap die de voordelen van alle aard wel op individuele fiches en samenvattende opgaven heeft vermeld, maar nadien geconfronteerd wordt met een betwisting over de omvang van de aldus vermelde voordelen van alle aard.
Neem bijvoorbeeld een vennootschap die een bedrijfswagen ter beschikking stelt van één van haar bedrijfsleiders, en stel dat deze wagen ook voor privé-doeleinden wordt gebruikt. Stel voorts dat de vennootschap dit privé-gebruik geraamd heeft op 8000 kilometer, en dat zij het daarmee overeenstemmende voordeel van alle aard ook als zodanig op de individuele fiche en op de samenvattende opgave heeft vermeld. Achteraf ontstaat evenwel discussie over het juiste aantal gereden privé-kilometers.
Volgens de belastingcontroleur moet het bijvoorbeeld niet 8000 maar wel 10.000 kilometer zijn. Als de vennootschap daarmee akkoord gaat, kan zij de zaak alsnog regulariseren door het voordeel dat overeenstemt met 2000 extra kilometer als schuld te boeken op de rekening-courant van de betrokken bedrijfsleider.
Sluw.
Moet men hieruit sluw besluiten dat het er voortaan op aankomt, de voordelen weliswaar aan te geven, maar ze systematisch te onderschatten? Dat moet eenieder voor zichzelf uitmaken. Maar aan de wijsheid dat dromen vaak bedrog zijn, mag zeker niet lichtzinnig worden voorbijgegaan.
jan van dyck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier