De tank van Tack
“Je kunt niet met een lege benzinetank rijden. Je moet maken dat ondernemingen geld hebben om hun beleid te voeren. Je moet ook durven te investeren in fundamenteel onderzoek dat niet onmiddellijk opbrengt, waarvan je misschien pas binnen zeven jaar resultaat hebt”, zegt kersvers Manager van het Jaar Luc Tack (lees blz. 16). De durf om berekende risico’s te nemen, de bereidheid om te investeren en het geduld om te werken op lange termijn: die eigenschappen maken van Tack niet alleen een uitstekend bedrijfsleider, maar ook een sleutelfiguur van het economische herstel. Beste beleidsmakers, koester die ondernemers en verspil je politieke kapitaal niet aan het bedenken van extra vermogensbelastingen. De denksporen om risicokapitaal fiscaal aan te moedigen verdienen alle lof, maar ze zijn moeilijk te rijmen met een extra vermogenswinstbelasting. Met een beleid waarbij de linkerhand afneemt wat de rechterhand geeft, schieten we niets op.
Nieuwe investeringen zijn broodnodig. Er wordt veel te weinig bij stilgestaan dat de westerse economie al jarenlang wordt geteisterd door een manifest gebrek aan bedrijfsinvesteringen. Ook in dit land blijven die investeringen hangen op 85 procent van het pre-crisisniveau, al mag er enige beterschap worden verwacht omdat de bedrijven stilaan op hun normale capaciteit draaien, waardoor er uitbreidingsinvesteringen op de agenda komen. Dat is niets te vroeg, want een periode van zes jaar van onderinvesteringen blijft niet ongestraft. Een afbrokkelende kapitaalvoorraad ondermijnt de potentiële groei, en we hadden al niets op overschot. Bovendien is een echt herstel uitgesloten zolang de bedrijven op hun centen zitten.
In het bijzonder lezenswaardige boek The Road to Recovery gaat de econoom Andrew Smithers op zoek naar de diepere oorzaken van de investeringsdroogte in het Westen. Smithers wijst, zeker in de Angelsaksische landen, op de perverse effecten van de bonuscultuur bij topmanagers. Omdat veel van die managers rijkelijk worden vergoed via aandelenopties, hebben ze er een groot belang bij de beurskoers van hun bedrijf op korte termijn de hoogte in te stuwen, kwestie van hun opties te kunnen verzilveren.
Ze hanteren twee technieken om de koers omhoog te jagen. Een eerste techniek is op korte termijn hun prijzen relatief hoog te houden. Op lange termijn is zo’n beleid schadelijk voor het marktaandeel, de omzet en winstgevendheid, maar dat zal die managers worst wezen. Zij hebben dan al lang gecasht. Een tweede manier om de koers op te drijven is eigen aandelen in te kopen, waardoor de winst per aandeel en dus ook de koers stijgt. De managers gebruiken de bedrijfscashflow dus niet om het bedrijf toekomstkansen te geven, maar om zichzelf te verrijken. Ze tanken geen benzine, maar ze lozen die. Daar rijd je sneller van op korte termijn, maar daarna val je stil. Voor Smithers is de verloningsstructuur de belangrijkste oorzaak van het zwakke herstel. De cijfers spreken boekdelen. De bedrijfs-investeringen in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zaten de voorbije decennia in een dalende trend. De bedrijven kopen massaal aandelen en de gepubliceerde winsten zijn nog nooit zo hoog geweest.
In continentaal Europa loopt het zo’n vaart niet. Alhoewel. De bedrijfsinvesteringen staan dus ook hier nog altijd op een laag pitje. En opmerkelijk: in 2013 en 2012 daalde het maatschappelijk kapitaal van de Belgische bedrijven met ongeveer 50 miljard euro, na een sterke stijging de jaren daarvoor. De kentering is wellicht te wijten aan de afnemende aantrekkelijkheid van de notionele-intrestaftrek. Het basistarief is gedaald van 4,4 procent in 2010 naar 2,6 procent dit jaar. Dat komt neer op een forse stijging van de vennootschapsbelasting. De extra vermogenswinstbelasting waarvan CD&V droomt, is dus al lang een feit.
Bovendien toont onderzoek van de Vlerick Business School aan dat aandelenopties bij Belgische beursgenoteerde bedrijven een populaire vorm van verloning blijven door het voordelige fiscale regime voor opties. Of hoe de fiscus op die manier het kortetermijndenken beloont en investeringen ontmoedigt. Een hogere belasting op aandelenopties is dus niet alleen een ideaal compromis voor de discussie over een vermogenswinstbelasting, het is ook een efficiënte relancemaatregel.
Gelukkig beschikt Vlaanderen dankzij zijn diepgewortelde familiekapitalisme over het ideale antigif tegen het kortetermijndenken. Familiale ondernemingen en ondernemingen met referentieaandeelhouders werken bijna per definitie op lange termijn. Ze weten, net zoals Luc Tack, heel goed dat je met een lege tank niet ver komt.
DAAN KILLEMAES, Hoofdredacteur
Een hogere belasting op aandelenopties is een efficiënte relancemaatregel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier