De staat houdt uitverkoop

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De verdere privatisering van de ASLK is een kind van de tijd. De Europese overheden kampen met budgettaire tekorten en een hoge schuldenlast. Daartegenover staan vaak onvoldoende rendabele staatsbedrijven op de actiefzijde. Privatiseren is het logische alternatief om de putten te vullen en die bedrijven te revitaliseren. Maar maakt een privatiseringskuur een voormalig overheidsbedrijf wel rendabeler ?

De Algemene Spaar- en Lijfrentekas ( ASLK) of Belgacom in België, het Deutsche Telekom, de Italiaanse energiegigant ENI of Renault uit Frankrijk. Het zijn maar enkele ondernemingen waar de staat de voorbije jaren een gedeelte van zijn belangen verkocht. Van Lufthansa tot France Télécom : nog een heel gamma van staatsbedrijven staat te koop. Zowat overal zet de overheid als ondernemer een stapje terug. Ze vertrouwt op het marktmechanisme om de betrokken bedrijven meer slagkracht te geven. Wereldwijd werden in ’96 voor 85 miljard dollar staatsbelangen in bedrijven verkocht. In ’97 zouden zelfs voor 100 miljard dollar overheidsactiva te koop staan. In Europa was de privatiseringsgolf in ’96 goed voor 40 miljard dollar, een recordbedrag.

Het aandeel van de publieke sector in het geheel van de ondernemingen woog in 1991 nog bijna 20 % in Frankrijk en Italië. Het gemiddelde van de Europese Unie bedroeg 12 %. In de bakermat van de privatiseringen, het Verenigd Koninkrijk, was dat aandeel al gekrompen tot een goeie 5 %. Ook de rest van Europa volgt nu in versneld tempo. De komende 5 tot 10 jaar zal in Europa 250 tot 300 miljard dollar worden versluisd van vadertje Staat naar de privé-sector. België kende traditioneel een vrij kleine nationale sector, maar heeft een eigen privatiseringsverhaal (zie kader : Op zijn Belgisch).

Europa op zoek naar efficiëntie

De uitverkoop dient niet alleen om de diepe putten van de overheidsfinanciën te helpen dichten. Europa wil ook efficiënter werken. Een privé-bedrijf dat onvoldoende aandacht schenkt aan efficiëntie stevent langzaam maar zeker af op een faillissement. Een overheidsbedrijf kon dikwijls rekenen op meer subsidies een niet langer te veroorloven post in de overheidsuitgaven. Ook regeringen beseffen inmiddels dat overheidsbedrijven onvoldoende sterk gewapend zijn om te overleven in deze concurrentiële wereld. Dat geldt vooral voor bedrijven uit de financiële sector, de telecommunicatie of de luchtvaart.

Doet een privatiseringskuur

een voormalig overheidsbedrijf ook in de praktijk rendabeler werken ? Een vuistregel is dat privatiseren op termijn een kostenverlaging van een vierde tot een derde oplevert. Zakenbank Morgan Stanley nam de proef op de som en onderzocht de prestaties van Europese ondernemingen die tussen ’89 en ’96 volledig of gedeeltelijk via de beurs werden geprivatiseerd. Gedurende deze periode boden de aandelen van geprivatiseerde ondernemingen voor de belegger een lager rendement dan andere aandelen. Begin ’96 kwam evenwel de kentering. In de periode tot maart ’97 lieten geprivatiseerde aandelen de andere ruim achter zich. Beleggers die in die periode in dergelijke aandelen investeerden, zagen hun opbrengst met ruim 15 % toenemen.

Het herstelproces is traag

Deze beursevolutie weerspiegelt de prestaties van de betrokken ondernemingen. De grafiek ( Rendement op eigen vermogen) toont dat de geprivatiseerde ondernemingen continu een lager rendement op de eigen middelen voorleggen. Het dieptepunt situeert zich in ’93, het jaar waar de recessie in Europa uitbodemt. Daarna beginnen de geprivatiseerde bedrijven echter aan een inhaalbeweging. Eind ’96 sluiten ze inzake rendement aan bij het marktgemiddelde. Peter Simon, analist bij Morgan Stanley : “In continentaal Europa slaagden vele Europese geprivatiseerde entiteiten er niet in de kosten voldoende terug te dringen in een periode van een zwakke vraag. Zo steeg sinds ’90 de verkoop per werknemer in de geprivatiseerde ondernemingen jaarlijks slechts met 1,9 %, terwijl van oudsher particuliere ondernemingen een jaarlijkse stijging van 5,7 % konden voorleggen. Pas in ’96 veranderden de zaken : toen bogen de geprivatiseerde ondernemingen de cijfers in hun voordeel om met 9,4 % tegenover 5,4 %. Hoewel in sommige landen de naweeën van de recessie nog niet verdwenen zijn. Kijk maar naar Frankrijk, waar banken nog steeds lijden onder slechte leningen en waardeverminderingen op vastgoed.”

Het aanvankelijk achterblijven

van de geprivatiseerde ondernemingen is te wijten aan het te trage herstructureringsproces. Dat toont ook het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk. Simon : “Hier deden geprivatiseerde ondernemingen het op langere termijn beter op de beurs. Geen enkel aandeel viel ooit onder zijn uitgiftekoers. Dat komt niet alleen doordat de aandelen soms significant onderprijsd werden om zich te verzekeren van de appetijt bij investeerders, maar ook omdat vóór de verkoop de ondernemingen al stevige herstructureringen hadden doorgevoerd. Na de privatisering werd nog meer orde op zaken gesteld. Bedrijven als British Steel, British Telecom en British Airways en ondernemingen uit de nutssector hebben samen al meer dan 150.000 banen geschrapt sinds hun privatisering. Die continue kostenreductie vertaalt zich in een rendement van ruim 18 % op het eigen vermogen van ontstaatste ondernemingen in het Verenigd Koninkrijk.”

Het herstructureringsproces wint op het Europese vasteland aan momentum. Simon : “De behoefte om de Europese industriële ondernemingen competitief te houden op wereldvlak leidde tot verdere kostenbesparingen in een omgeving met hoge arbeidskosten.” Stijgende productiviteitscijfers en dalende afschrijvingen krikken het rendement naar marktconforme niveaus. De voorthollende technologie laat ook toe steeds efficiënter te werken. Om ervoor te zorgen dat de Europese industrieën deze kansen met beide handen grijpen, laat Europa het marktmechanisme werken. De industriële deregulering in de luchtvaart, telecommunicatie en nutssector laat rendabeler werken als enige alternatief. Die druk zal het sterkst voelbaar zijn in sectoren en bedrijven die in het verleden het minst aan de markt werden blootgesteld en het best werden beschermd. De meeste hiervan werden gecontroleerd of gereguleerd door de overheid.

DAAN KILLEMAES

ASLK/BELGACOM De verkoop van de kroonjuwelen moet hun efficiëntie opdrijven en de staatskas vullen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content