De Nieuwe Zijderoute: worden Belgische ondernemingen de grote winnaars van het Chinese project?
De Nieuwe Zijderoute kan in omgekeerde richting een vlasroute worden, waarbij België als grote winnaar uit de bus komt. “Die 1,4 miljard Chinezen hebben toch ook van alles nodig.”
Reeks: De Nieuwe Zijderoute
Journalist Jasper Vekeman trekt dit jaar met de fiets langs de zijderoute, het netwerk van wegen waarlangs eeuwenlang de handel tussen het Oosten en Europa verliep. Onderweg brengt hij voor Trends verslag uit over de Nieuwe Zijderoute, ook bekend als het Belt & Road Initiative.
De Nieuwe Zijderoute is een verzameling Chinese investeringsprojecten die Azië, Afrika en Europa over land en zee moeten verbinden en economisch beter op elkaar doen aansluiten. Met dit prestigeproject van president Xi Jinping plant China voor 1000 miljard dollar investeringen in meer dan zeventig landen. China probeert op die manier zijn invloed in Europa, de Kaukasus en Centraal-Azië te verankeren en te verstevigen.
In deze vijfde aflevering komt de Chinese wereld in Kazachstan en Oezbekistan aan bod.
Op 7 september 2013 gaf de Chinese president Xi Jinping een speech aan de Nazarbayev University in de Kazachse hoofdstad Astana. Het was de start van wat toen nog een economic belt along the Silk Road heette. Xi is niet bepaald Barack Obama als het op bevlogen toespraken aankomt, dus besparen we u de precieze bewoordingen. Alleen dit: “Het zal een grootse onderneming worden die de bevolking van alle landen langs de route ten goede komt”, aldus de nog maar pas benoemde roerganger.
Bijna dag op dag zes jaar later zijn we op dezelfde plaats. We hebben er afgesproken met Patrick Duparcq, een Vlaming die decaan is van de Business School aan de universiteit. “Sinds die dag krijgen we veel Chinezen op bezoek. Het is bijna een bedevaartsoord. Ze willen allemaal de plaats zien waar Xi zijn speech heeft gegeven”, vertelt hij tijdens zijn rondleiding in de nieuwe campus die alle Belgische universiteiten doet verbleken.
De Nieuwe Zijderoute, ondertussen al eens omgedoopt in One Belt One Road (OBOR) en later in het Belt & Road Initiative (BRI), legt de Business School geen windeieren. “Het is een van onze populairste opleidingen voor executives. We geven een overzicht van wat het BRI betekent voor de economie en wat de kansen zijn. Volgend jaar komen zelfs 45 MBA-studenten van de Harvard Business School een speciaal programma over het BRI volgen.”
België wint
Het succes van de opleidingen is het beste bewijs dat de zakenwereld de Nieuwe Zijderoute stilaan serieus neemt. En dat ondernemers geloven dat ze de trein niet mogen missen. Maar is die overtuiging terecht? De economische denktank Bruegel onderzocht in 2016 wat Europa te winnen heeft op het gebied van handel. Heel veel, zo blijkt. Het rapport concludeerde dat de Europese Unie zelfs de grote winnaar kan zijn. Die slotsom is logisch: Europa profiteert van de verbetering van de infrastructuur en hoeft er niet eens voor te betalen.
Onze export naar China is al 6 miljard euro waard. Dat kan veel meer worden.
Het onderzoek schuift alle politieke overwegingen terzijde en kijkt louter naar het effect van de Nieuwe Zijderoute op de transportkosten. Over zee verliep de handel al efficiënt, wat maakt dat de kosten maar met 5 procent dalen. Op het spoorvervoer is de impact groter. Een ritje tussen China en Europa kan tot de helft goedkoper, onder meer omdat de trein er maar twaalf in plaats van achttien dagen over doet. De denktank gaat verder met een berekening per land hoeveel de handel kan toenemen door die daling. Bovenaan in het lijstje winnaars prijkt België met een toename van de handel van bijna 10 procent (zie grafiek).
Let op, Bruegel hanteert een theoretisch model. Bij gebrek aan regeringen in ons land om op die kans in te spelen, zal het aan ondernemers zijn om dat potentieel te realiseren.
Centraal-Azië op de kaart
Bij de Nieuwe Zijderoute denkt men steevast aan China. “We zijn te geobsedeerd door dat eindpunt”, vindt Patrick Duparcq. “De nieuwe Zijderoute gaat niet alleen over China, maar ook over alle markten daartussen: Rusland, de Kaukasus en Centraal-Azië. In Kazachstan zijn ze bijvoorbeeld gek op Belgisch bier, maar er zijn nog veel producten die hier kunnen worden verkocht omdat de infrastructuur er is.”
De Nieuwe Zijderoute zet een regio op de kaart die volgens Duparcq te lang over het hoofd is gezien. “Hier wonen samengeteld 100 miljoen mensen. Dat is niet hetzelfde als de 1,4 miljard Chinezen, maar toch ook niet niets. Dit is een groeimarkt. Hier wordt bijvoorbeeld veel gebouwd, vooral door Turkse bedrijven. Dat zouden toch ook Belgische kunnen zijn?”
Om te weten wat ondernemers staat te wachten in deze regio, lopen we langs bij de vertegenwoordigers van Flanders Investment & Trade (FIT). In het economische hart van Kazachstan, Almaty, is dat Aizhan Mussakanova. In de Oezbeekse hoofdstad Tasjkent zit Pim Sterckx. Oezbekistan en Kazachstan springen er ook uit als het op kansen voor Belgische ondernemingen aankomt (zie kaders).
Een van de punten die ze aanhalen is dat alle grenzen in de regio onlangs zijn geopend. “Dat maakt de consumentenmarkt interessant, want nu lukt het misschien wel om een container te vullen”, stelt Sterckx. “Een halve container voor Oezbekistan en een halve voor Tadzjikistan bijvoorbeeld, dat is voor veel bedrijven wel realistisch.”
Mussakanova wijst op de cultuurverschillen. “In het Westen is alles droog en zakelijk. Een paar mails volstaan om een deal te sluiten. Zo werkt het hier niet. Mensen willen uw gezicht zien. Ze willen weten wie achter een bedrijf schuilt. En als het niet lukt geregeld persoonlijk te komen, moet je op zoek naar een lokale partner.”
Daar schuilt de belangrijkste valkuil. Sterckx: “Het is belangrijk daar voldoende tijd in te investeren. Je kunt niet drie dagen naar Tasjkent komen en meteen een goede partner vinden.” Mussakanova voegt daar nog het communicatieprobleem aan toe. “Het is niet makkelijk mensen te vinden die Engels kunnen. De meesten spreken alleen Russisch. Met een tolk werken is niet vanzelfsprekend. Die geeft niet altijd de nuances door.”
We zijn benieuwd naar de ervaring van een Belgisch bedrijf en lopen binnen bij het verkoopkantoor van Reynaers Aluminium in Almaty. De raamprofielen van de Belgische groep zijn onder meer te zien in het hoogste gebouw van de stad. “Ons sterkste argument is de garantie op kwaliteit. Wat goedkoop is, komt meestal uit China. De mensen hier hebben meer vertrouwen in Europese merken”, vertelt de logistiek manager Marina Shulga.
Uitgestoken hand
Alle interessante tussenstations ten spijt, aan het einde van de Nieuwe Zijderoute lonkt toch die gigantische Chinese markt. Het Belt & Road Initiative moet worden gezien als een teken dat China vragende partij is om zaken te doen. Peking steekt de hand uit. Maar moet de Belgische ondernemer die grijpen? We leggen de vraag voor aan Wim Govaerts, een Vlaamse ondernemer met vijftien jaar ervaring in China. Hij is op vakantie met zijn familie in Samarkand als we met hem afspreken. “Ik vind dat we die hand moeten aannemen. Zeker als je ziet hoeveel andere landen meedoen. Er is geen tweede initiatief zoals de Nieuwe Zijderoute. Ik snap de achterdocht wel. Maar elke vorm van isolationisme of protectionisme leidt toch alleen maar tot welvaartsverlies.”
Voor veel Vlaamse ondernemingen blijft de stap groot. Te groot misschien. China is niet alleen letterlijk ver weg, het blijft een communistische dictatuur waar de greep van de staatsbedrijven op de economie de voorbije jaren opnieuw is toegenomen. De terughoudendheid is daarom verstaanbaar. Govaerts wijst erop dat Chinese bedrijven omgekeerd wel springen. “Die zijn meestal ook nog nooit in Europa geweest. Toch doen ze het gewoon. Dat is daar de mindset.”
Duparcq, een specialist in digitale marketing en het voorspellen van technologische trends, neemt het voorbeeld van Alibaba, de Chinese e-commercereus. “Die verkoopt producten over de hele wereld en belooft in vijf tot zeven dagen te leveren. Europese bedrijven moeten ook op die manier verkopen in China. Als ze dat niet doen, zullen ze onder de voet worden gelopen. Dat is de realiteit. We moeten concurrentieel blijven.”
Valsspelen
Natuurlijk komt de Chinese markt met heel wat uitdagingen. Ondernemer Wim Govaerts vertelt dat je bijvoorbeeld nooit weet wat achter de schermen speelt, ook niet als je de mensen daar al jaren kent. “Vaak wordt een deal gemaakt of gekraakt voor redenen die je nooit te weten komt.”
China wordt algemeen beticht van valsspelen. Het verplicht bedrijven technologie over te dragen en het legt allerlei beperkingen op die Chinese bedrijven elders in wereld niet tegenkomen. De frustratie daarover is de reden waarom de Amerikaanse president Donald Trump in een handelsoorlog is beland met Peking.
Duparcq vindt de kritiek terecht, maar “de manier waarop Trump China aanpakt is duidelijk niet de juiste”. “Ik ben overtuigd dat we het kind niet met het badwater moeten weggooien”, zegt hij over de Nieuwe Zijderoute. “Ja, we moeten voorzichtig zijn. Maar dit is een ongelooflijke kans om onze producten in China te verkopen. Als je die vanuit België in tien of twaalf dagen ter plaatse kan krijgen – veel sneller dan over zee, terwijl de kosten nog zullen dalen – dan is dat een echte kans.” België telde over 2018 een handelstekort van 1,8 miljard euro met China. Ook al is de uitvoer met 6 miljard nu al behoorlijk, er keren toch nog een pak lege containers vanuit ons land terug. Hoe krijgen we die gevuld? Of met andere woorden: hoe kan de Nieuwe Zijderoute ooit een evenwaardige vlasroute worden? Govaerts werkte als aankoopdirecteur voor een Vlaams bedrijf in China en is nu de marketingdirecteur van een Chinees bedrijf in ons land. Hij kent beide markten en gelooft dat het kan. Die 6 miljard euro export naar China is bijvoorbeeld minder dan wat we uitvoeren naar Polen. Volgens Govaerts is het vooral zaak de juiste niche te vinden: “Die 1,4 miljard Chinezen hebben toch ook van alles nodig.”
Kansen voor Belgische ondernemingen
Kazachstan – Land in volle ontwikkeling
Denis Van den Weghe is ereconsul voor ons land in de Kazachse stad Almaty, ondernemer en onlangs benoemd als onafhankelijk directeur in de raad van bestuur van de nationale investeringsmaatschappij KazakInvest. “Hun doel is de economie te diversifiëren, met de nadruk op de landbouw. Dit is een van de grootste landen ter wereld, maar de landbouw is onderontwikkeld. Veel boeren gebruiken verouderde Sovjet-technieken. In België behoren we tot de top in efficiëntie. Die troef kunnen we uitspelen.” Hij denkt ook aan de medische sector en farma. “Dit land is nog in ontwikkeling. Ook in die sectoren kunnen we een rol spelen. Het zijn prioriteiten van de overheid, die veel incentives heeft klaarliggen.” Voorts is er de energiesector. “De olie- en gassector is al groot, maar nu wordt ook veel geïnvesteerd in hernieuwbare energie. Daar liggen mogelijkheden, want pas enkele jaren is er een gegarandeerde afname op het net.” Van den Weghe ziet voordelen in Kazachstan door zijn centrale ligging. “Kom naar hier en exporteer van hieruit naar China, Rusland, India en de rest van Centraal-Azië. Een markt van 3 miljard mensen ligt hier vlakbij.” Het land is lid van de Euraziatische unie, een vrijhandelszone met 185 miljoen inwoners en geleid door Rusland. “Vanuit België moet je maar één grens over tussen Polen en Wit-Rusland en je bent hier”, klinkt het. In zijn kantoor – statieportretten en driekleur aan de muur – houdt hij een warm pleidooi voor Kazachstan. “Er is hier nog heel veel te doen. België is een ondernemersland, een land van durvers. Die moeten gaan waar er nog iets te doen is. Als je een leiderspositie in je niche wilt veroveren, moet je dat nu doen, en niet over vijf of tien jaar als iedereen hier al zit.”
China – Diensten en schoonheid
Wim Govaerts, marketingdirecteur voor een Chinees bedrijf en gastdocent over China aan Thomas More, vindt dat wij dat land best wat te bieden hebben. Hij denkt dat het makkelijkste is diensten aan bedrijven te leveren. “Daarmee kunnen we onze sterktes in onderhandelen, coördineren en onze talenkennis uitspelen. Niet toevallig zitten er veel Belgen op centrale posities bij bedrijven. Vlaamse ondernemers hebben doorgaans een open blik en zijn bereid bepaalde zaken te aanvaarden zoals ze zijn. Die houding wordt erg op prijs gesteld in China.”
Als het op producten voor de Chinese consument aankomt, denkt hij vooral aan kwaliteit en design. “Alles wat te maken heeft met schoonheid en de juiste verhoudingen, smaakvolle materialen, kleuren en vormen. De Italianen zijn er meester in, maar wij kunnen daar ook wat van. De Chinezen maken nog altijd weinig smaakvolle nieuwe dingen zelf.” De stap naar China hoeft niet zo groot te zijn. “Alles in China is te koop via het internet. Je hoeft helemaal geen winkels te openen. Als je een tof product hebt, kan je dat op het internet aanbieden. Het logistiek netwerk is er fantastisch uitgebouwd.”
Oezbekistan – De grootste consumentenmarkt
“De periode tussen 2005 en 2015 was heel moeilijk met weinig financiële stabiliteit en dubbele wisselkoersen. Oezbekistan was toen weinig aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders”, zegt Pim Sterckx, die in de hoofdstad Tasjkent werkt voor de logistieke groep Gosselin en het overheidsagentschap FIT. “Met de nieuwe president is heel wat veranderd. Die financiële stabiliteit is er nu wel. De houding tegenover ondernemers en bedrijven is helemaal anders.” Het land probeert snel te hervormen en beleeft een bloeiperiode. “Oezbekistan is met 35 miljoen inwoners, het dubbele van Kazachstan, de grootste markt in de regio”, stipt Sterckx aan. Hij denkt dat ook de landbouw kansen biedt. “Hier gaat heel veel verloren. Ze zijn op zoek naar expertise in inpakken, bewaren, opslag en logistiek.” En er is een grote textielsector. “Picanol en Vandewiele zitten hier al heel lang. Ze zijn de moeilijke jaren doorgekomen omdat hun kwaliteit hen onderscheidt van Chinese en Turkse concurrenten.”
Met de fiets langs de zijderoute
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier