Besparingen mogen niet blind gebeuren
Doortastende politieke keuzes om de banken te ondersteunen en de economie te stimuleren hebben een depressie afgewend. Nu bestaat het gevaar dat de overheid schade aanricht met botte soberheidsmaatregelen en deviezenoorlogen als gevolg.
In heel de rijke wereld staan budgettaire besparingen bovenaan de agenda. Ook al is het herstel sloom, de rijke economieën zijn van plan om in 2011 hun uitgaven te beknotten en de belastingen te verhogen met net iets meer dan 1 procent van hun gemeenschappelijk bbp, meer dan ooit. De rijke economieën beginnen het jaar met een gemiddeld deficit van meer dan 8 procent van het bbp en een bruto-overheidsschuld van meer dan 100 procent van het bbp, dat is een derde meer dan in 2007.
De schulden zijn in de moderne geschiedenis nooit sneller toegenomen, terwijl de gezondheids- en pensioenverbintenissen nog meer rode cijfers aankondigen. De opdoffer die Griekenland en Ierland kregen, toont welke kwalijke gevolgen het kan hebben als de obligatiemarkten het vertrouwen kwijtraken.
Het is duidelijk dat er iets moet gebeuren. Dat mag geen soberheid tegen elke prijs zijn. De regeringen moeten een geloofwaardig pad uitstippelen om op de middellange termijn hun deficits te verminderen zonder het zwakke herstel overmatig te verzwakken. Dat betekent: de pensioenleeftijd optrekken en de pensioenstelsels herzien; de budgettaire regels en instellingen voorzien die in de toekomst de spilzucht moeten intomen en de voorkeur geven aan besparingen boven belastingverhogingen.
Jammer genoeg voorspellen de theeblaadjes weinig goeds. In 2011 verzeilt de Amerikaanse begrotingstoestand in een patstelling. Er wordt geen vooruitgang geboekt bij het terugdringen van de begrotingsperikelen op middellange termijn, terwijl de bezorgdheid over het deficit elke kortetermijnmaatregel om de werkgelegenheid aan te zwengelen en de vraag aan te moedigen dwarsboomt. Het budgettair beleid verstrakt naarmate het stimuleringspakket van Obama afgebouwd wordt, de deelstaten hun belastingen verhogen en hun bestedingen terugschroeven, en de belastingverlaging van Bush verstrijkt.
De Europese begrotingsplannen zitten iets beter in elkaar: landen als Frankrijk en Griekenland verhogen de pensioenleeftijd, andere, zoals Groot-Brittannië en Duitsland, hebben nieuwe organisaties opgericht en regels ingevoerd om budgettaire integriteit aan te moedigen. Maar Europa riskeert overkill. De snelheid waarmee in 2011 bespaard wordt, is te groot, vooral in Groot-Brittannië en Spanje. De Europese beleidsvormers leggen onuitvoerbare nieuwe restricties op aan de schuldplichtige leden van de eurozone. Al te veel Europeanen geloven dat een strakkere begroting de groei stimuleert, ook op korte termijn. 2011 toont aan dat ze ongelijk hebben.
De collectieve besparingsinspanningen ondergraven het herstel. Allerlei combinaties van budgettaire strengheid en monetair activisme beroeren de deviezenmarkt en maakt de tweede beleidsfout van 2011 waarschijnlijker: een escalatie van de muntingrepen in zowel de rijke als de ontluikende wereld.
Mogelijk laat China toe dat de yuan omhoog wurmt, maar niet veel. Andere opkomende economieën die geconfronteerd worden met een toevloed aan kapitaal dat op zoek is naar hogere opbrengsten, bouwen oogverblindende reserves op. Verscheidene opkomende economieën voeren controles op de toevloed van kapitaal in of versterken die. Al die ingrepen voeden de handelsspanningen omdat landen elkaar ervan beschuldigen dat ze de andere het gras voor de voeten wegmaaien. Het Amerikaanse Congres keurt uiteindelijk wetgeving goed die de Chinese munt tot een onwettige vorm van subsidie uitroept.
Gezocht: groeistrategie Zelfs zonder dat soort zelfverminking heeft de bezuinigingsdrang nog een ander negatief effect. Het leidt de aandacht af van de bredere hervormingen die de rijke landen nodig hebben. Het todolijstje voor 2011 varieert. De meeste Europese landen en Japan moeten hun arbeidsmarkt en hun dienstensector liberaliseren om de productiviteitsgroei te verzekeren. De VS moeten meer doen om de nog altijd sluimerende woningcrisis aan te pakken en moeten ook hun opleidingsprogramma’s onder handen nemen zodat de hoge werkloosheid geen kans krijgt om zich in te graven. De buikriem aanhalen en neerhurken is niet genoeg. De rijke wereld heeft een groeistrategie nodig.
Zanny Minton Beddoes, redacteur economie van The Economist
De Wereld in 2011
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier