Belgische economie blijft zich laven aan Duitse groei
Zolang de muziek speelt, kan België onbezorgd dansen op het ritme van Duitse schlagers. Dat feestje vormt ook in 2011 een alibi om moeilijke maar noodzakelijke maatregelen uit te stellen. Maar o wee, als de muziek stopt.
De Belgische economie neemt in 2011 definitief afscheid van de zwaarste naoorlogse recessie. Want de diepe krater die de crisis in ons welvaartspeil sloeg, zal in de loop van het jaar helemaal weggewerkt worden.
Er is nog voor ongeveer 1 procent van het bruto binnenlands product (bbp) schade goed te maken, en daarom zullen we ons in de loop van 2011 opnieuw rijker mogen voelen dan ooit te voren. In de donkere winter van 2008 had iedereen meteen met beide handen getekend voor het herstelscenario dat we nu beleven.
Duitsland
Die verrassend sterke remonte danken we natuurlijk deels aan het behoorlijk verbluffende Duitse herstel. Als toeleveraar van de Duitse exportmachine profiteert onze economie traditioneel goed in een eerste fase van elk herstel. Ook in 2011 kunnen we ons wagonnetje aan de Duitse locomotief koppelen, al zal die tijdelijk wat vaart minderen. Intussen zit het herstel opnieuw wat steviger in het zadel en daarom leert dat herstel in 2011 op eigen benen staan. Niet langer tijdelijke en kunstmatige groeibronnen als de heraanleg van de voorraden en een expansief budgettair beleid stuwen de economie vooruit, maar aantrekkende bedrijfsinvesteringen en consumptie nemen steeds meer die rol over.
Zowat alle vertrouwensindicatoren staan op groen om het herstel in 2011 een zelfvoedend karakter te geven. We zullen elkaar dus verder uit het slop trekken. Bovendien durft het derde jaar na een zware financiële crisis wel eens positief te verrassen. Je slaat daarom geen mal figuur als je elkaar voor volgend jaar een economische groei boven het trendgemiddelde toewenst – voor zover zich iemand dergelijk wensbetuigingen in het hoofd haalt.
Niet te vergeten is ook dat België niet af te rekenen kreeg met de implosie van een vastgoed- en bijhorende schuldenzeepbel. De financiële gezondheid van bedrijven en gezinnen was een stootkussen in volle crisis en kan nu dienstdoen als springplank.
Vergiftigd geschenkToch is de aantrekkende economie in de Belgische realiteit een vergiftigd geschenk. De druk om de huishouding structureel op orde te zetten blijft ook in 2011 de grote afwezige, of het moet zijn dat Standard & Poor’s ons in de loop van het jaar de wacht aanzegt door de kredietwaardigheid van België te verlagen omdat het land dieper wegzinkt in het politieke moeras. Maar naar stilaan slechte traditie zal de federale (aftredende) regering een begroting in elkaar flansen die de schijn hoog houdt, en net voldoet om de markten te kalmeren. Structurele besparingen en pijnlijke maatregelen zullen minstens nog een jaartje opgeschoven worden. 2011 wordt dus een jaar van typisch Belgische koterij op sociaal, budgettair en economisch vlak. Tot het laatste kot op een dag echt onleefbaar wordt.
Politici op de dansvloer
2011 wordt daarom opnieuw een jaar waarin België groei en comfort leent van toekomstige generaties. De concurrentiekracht wordt niet hersteld, we verliezen marktaandelen op buitenlands markten, de vergrijzing wordt niet voorbereid, onze onderzoeksuitgaven beloven weinig beterschap, en de werkgelegenheidsgraad blijft te laag. Kortom, het groeipotentieel op langere termijn krijgt geen noodzakelijke opknapbeurt. Het gevoel van hoogdringendheid ontbreekt om de politici op die dansvloer te krijgen, zeker in een land waar stilaan een meerderheid van de bevolking belang heeft bij het status-quo – toch op korte termijn. En het gaat hic et nunc toch goed nietwaar?
Pensioen
Vergeten zal worden dat niet alleen de fel geplaagde eurolanden, maar ook heel wat buurlanden de tering naar de nering zetten en de toekomst wel voorbereiden, door bijvoorbeeld de pensioenleeftijd te verhogen. We zullen volgend jaar dus met de glimlach onze relatieve positie achteruit zien gaan.
Nieuwe regering?
Wie kan België wakker schudden? Een nieuwe krachtige regering? Er zal nog veel water door Schelde en Maas moeten vloeien vooraleer de politieke constellatie daar rijp voor is. Intussen zal het niet uitmaken of we een regering van lopende zaken of een nieuwe slappe compromisregering krijgen. Zeilen in mooi weer kan iedereen, en de goede of slechte conjunctuur wordt niet binnen de landsgrenzen gemaakt. Het IMF dan maar? Maar zolang België geen behoefte heeft aan noodfinanciering, kunnen de maatpakken uit Washington enkel goede raad geven. En met de spaarijver en het financieringsvermogen van zijn inwoners kan het land nog wel even op eigen kracht voort.
OnheilOf forceert onheil toch nog onze arm in 2011? Een verrassend sterke conjunctuur hoort zoals gezegd bij de mogelijkheden, maar van stabiele en duurzame groei is nog geen sprake. Het afbouwen van de westerse schuldenzeepbel blijft een heikele onderneming. Dendert de wereldeconomie van de rails, dan ontspoort ook onvermijdelijk de Belgische economie. Bovendien zitten de westerse beleidsmakers door hun conventionele budgettaire en monetaire munitie heen, waardoor we de volgende recessie alleen maar kunnen uitzweten. Die neergang zal dan genadeloos de zwakheden van het Belgische bestel blootleggen, en dan moet de regering de tering naar de nering zetten op een moment dat dit het meeste pijn doet. Nu ja, een Belgische regering die in betere tijden reserves aanlegt, die moet nog uitgevonden worden. 2011 zal die primeur niet brengen.
Eurocrisis
Ook de eurocrisis is nog niet voorbij. Bij een verdere escalatie kan België sneller in het vizier van de markten komen, en als de geest uit de fles is, kan alleen een geloofwaardig beleid op lange termijn de rust doen terug keer. Maar het zou wrang smaken als speculanten uit London, en niet interne democratische krachten, het proces van herstructurering op gang trekken. Een nieuwe Europese schuldencrisis en twijfels over de financiële slagkracht van de Belgische overheid zou ook de Belgische bankencrisis nieuw leven in blazen. De garanties die België schreef op Dexia en KBC kunnen dan een scheut Ierse ellende over ons heen gieten. In elk geval, de Mathot-doctrine (de problemen kwamen vanzelf en zullen vanzelf verdwijnen) zal op termijn geen succesvolle strategie zijn. België zal dat pas ontdekken als de muziek stopt, in 2011 of later.
Daan Killemaes
De Wereld in 2011
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier