“België voert een politiek van likmevestje”

Voor de Belgische werkgevers moet Nederland wel het walhalla lijken: amper 30 procent van de werknemers is lid van een vakbond, de pensioenleeftijd wordt opgetrokken tot 67 jaar, in de ondernemingsraden zitten ook niet-vakbondsleden,… Het gras mag aan de overkant dan wel groener zijn, hier en daar zijn er toch ook roestvlekken. Dat leert een dubbelinterview met Unizo-topman Karel Van Eetvelt en zijn Nederlandse tegenhanger Loek Hermans.

België, eind 2009. De sociale partners slagen er maar niet in tot een kaderakkoord te komen over de harmonisering van de statuten van arbeiders en bedienden. De socialistische vakbond ABVV voert de druk op, eist hogere opzegtermijnen voor arbeiders, betoogt in Brussel en krijgt van de federale regering gedaan dat arbeiders bij individueel ontslag in de eerste helft van 2010 een extra ontslagpremie ontvangen van 1666 euro. Daarvan betaalt de RVA twee derde en de werkgever een derde. De werkgevers, Unizo voorop, reageren razend en hebben het over een “ontslagboete”.

Nederland, najaar 2009. De sociale partners slagen er maar niet in tot een akkoord te komen over de verhoging van de pensioenleeftijd van 65 tot 67 jaar. De regering hakt de knoop dan maar door. De pensioenleeftijd stijgt in twee stappen: in 2020 naar 66 jaar en in 2025 naar 67 jaar. Vooral de werkgevers zijn vragende partij.

Wat leren we hieruit? Als in Nederland de werkgevers bij de regering lobbyen, krijgen ze hun zin; als in België de vakbonden op bedeltocht gaan bij de regering, halen zij hun slag thuis.

Een karikatuur? Niet echt. Het sociale klimaat boven de Moerdijk is minder verziekt. Dat blijkt uit een dubbelgesprek met Unizo-baas Karel van Eetvelt en zijn Nederlandse collega Loek Hermans, voorzitter van MKB-Nederland (Midden- en Kleinbedrijf).

“Als we er met de vakbonden niet uitkomen, lobbyen we bij het kabinet. Daar besefte men zeer goed dat het met de wettelijke pensioenleeftijd zo niet verder kon”, legt Hermans uit. “Wij kunnen ons zeer goed vinden in de beslissing om de pensioenleeftijd te verhogen. Bovendien kregen we het van de regering gedaan dat de leeftijd voor de uitkering van de aanvullende – zelf gespaarde – bedrijfspensioenen met twee jaar verhoogd wordt. Dat scheelt twee jaar en een paar miljard aan uitkeringen. Met het geld dat zo wordt bespaard, kunnen de bedrijfspensioenfondsen hun geslonken buffers aanvullen. Aanvankelijk waren de vakbonden er fors tegen, maar uiteindelijk evolueerden ze wel in onze richting.”

“Dat is een fundamenteel verschil met België”, reageert Karel Van Eetvelt. “De socialistische vakbond heeft een zeer radicale en conservatieve achterban en de jongste jaren zijn we er bijna nooit in geslaagd om ergens een fundamenteel akkoord over te sluiten omdat die vakbond het been stijf houdt. De wettelijke pensioenleeftijd verhogen? Alleen al dat voorstel op tafel leggen en het land ligt dagenlang plat. Of neem nu die ontslagpremie van 1666 euro. Dit is zeer pijnlijk voor de bedrijven. Na het afspringen van het overleg over de verhoging van de opzegvergoeding hebben wij ook aan politiek lobbywerk gedaan, maar naar de werkgevers wordt hier niet geluisterd.”

Loek Hermans: “Politici beseffen blijkbaar niet dat ze het bedrijfsleven wurgen met zulke maatregelen. De Nederlandse sociaaldemocraten beseffen dat er zonder een gezond bedrijfsleven niets terecht kan komen van al hun leuke ideetjes.”

Van Eetvelt (schamper): “Dat is bij ons ook zo, zolang men Nederlands praat tenminste.”

Critici verwijten Unizo een calimerocomplex: alleen maar klagen over de lasten waarmee de ondernemers worden opgezadeld.

KAREL VAN EETVELT. “Maar die lasten zijn er wel. Handelaars moeten de identiteit van hun klanten controleren. Fiscale controleurs kamperen drie dagen in een bedrijf en komen er openlijk voor uit dat ze op zoek zijn naar fraudeurs. Bedrijven zorgen voor banen, er wordt veel van ons verwacht maar tegelijk is er een groot wantrouwen. Dat leidt tot frustratie bij de ondernemers. In België wordt te veel het idee gecultiveerd dat er een massa zwart geld bij de bedrijven zit.”

LOEK HERMANS. “Bij ons wordt dat argument nooit gebruikt. Als er fraude is, dan is dat ook een zwakte van de overheid die niet genoeg greep heeft op de uitwassen. Maar in Nederland krijgen de 98 procent bonafide bedrijven niet de boodschap ‘we vertrouwen u geen van allen en dus gaan we er alles aan doen om extra geld binnen te halen’. Dat is een politiek van likmevestje.”

VAN EETVELT. “Die uitdrukking moet ik onthouden.”

Unizo verzet zich al jaren tegen een vakbondsvertegenwoordiging in kmo’s en het hoge aantal beschermde werknemers dat daaruit volgt. Is dat ook in Nederland een gevoelig thema?

HERMANS. “In Nederland heb je één beschermingsmaatregel. Een werkgever kan een lid van de ondernemingsraad enkel via een rechter ontslaan. Om in de ondernemingsraad te zitten, moet je trouwens geen lid zijn van een vakbond. Je moet gewoon verkozen worden, vakbondslid of niet. Al merk je wel een verschil tussen de industrie en de dienstensector. In industriebedrijven zitten er toch meer mensen met een vakbondsachtergrond. In Nederland is ook minder dan 30 procent van de werknemers bij een vakbond aangesloten.”

VAN EETVELT. “In België is dat 70 procent. Het feit dat de vakbonden werkloosheidsvergoedingen uitbetalen verklaart veel. In bepaalde sectoren krijg je hogere sociale uitkeringen als je lid bent van de vakbond, wat Europa overigens niet toelaat.”

Hoe verloopt in Nederland de samenwerking met andere werkgeversorganisaties zoals VNO-NCW?

HERMANS. “Vier jaar geleden hebben we besloten structureel samen te werken. Jarenlang loerden we naar elkaar en voerden we een harde concurrentiestrijd: wie is de eerste, de slimste, wie doet het meest? MKB bracht een nota naar buiten en VNO deed hetzelfde. Op een bepaald moment zei ik: ‘dit moet afgelopen zijn, we moeten samenwerken’. Nu zitten we in één gebouw, voeren één beleid maar behouden elk een apart hoofdbestuur. De samenwerking berust op drie pijlers: de lobbykracht versterken, het MKB-project vrijwaren en de professionaliteit van de werking verhogen.”

Een voorbeeld voor Unizo?

VAN EETVELT. “Als ik de jongste vijf jaar bekijk, dan bevinden wij ons op hetzelfde pad, al is België een complexer land. Op Vlaams niveau en in dossiers waar het mogelijk is, verloopt het lobbywerk samen met Voka. Al gebeurt dat nog niet zo structureel als in Nederland. Ik had onlangs nog overleg met de top van Voka waarbij we een lijst opstelden van wat we samen doen. Niet met als doel om te fuseren, maar om de belangen van de ondernemers beter te verdedigen. Maar voor advies aan bedrijven die internationaal actief zijn, zijn wij bijvoorbeeld concurrenten van elkaar. En dat willen we ook zo houden. Zo blijft die dienstverlening aan de bedrijven performant. Anders verval je in een soort van slecht werkende overheidsdienst.”

De kredietverlening is door de financiële crisis verslechterd. Merken de Nederlandse kmo’s dat ook?

HERMANS. “De kredietverlening is inderdaad enorm teruggelopen, maar dat was in 2002-2003 ook zo. Alleen lagen de banken toen niet onder schot. Er was in 2009 duidelijk een tekort aan kapitaal en de kredietverlening is veel duurder geworden. Als een MKB’er 9 procent rente moet betalen voor gewone investeringkredieten is dat niet haalbaar. Daarom zijn we gaan lobbyen voor een goede borgstelling voor onze kmo’s. Bij een kredietaanvraag van een miljoen euro waarbij de bank niet verder wil dan 500.000 euro, verleent de overheid voor 50 procent garantie voor het tweede half miljoen. Wij willen die garantie optrekken tot 80 procent, zoals in Duitsland.”

VAN EETVELT. “Ik ben niet jaloers op de Nederlandse collega’s. Ook wij hebben een verhoging van de kredietrentes vastgesteld, maar niet zo dramatisch als in Nederland. Voor kaskrediet varieert de rente wel tussen 8 en 12 procent, maar dat is een uitzondering.

“Wat we merken, is dat banken minder happig zijn om kredieten toe te staan en dat het ook langer duurt voor een lening wordt toegekend. Bovendien zijn de waarborgen die men vraagt aan ondernemers fors verhoogd. Nu zijn er voor Vlaamse kmo’s wel heel wat waarborgregelingen die oplopen tot 50 procent van het leenbedrag, en die regelingen zijn interessanter geworden. Maar wat als de economie aantrekt en de bedrijven weer willen investeren? Dan moeten ze kredieten zien los te krijgen op basis van hun slechte cijfers van 2009. Hoe moeilijk wordt dat niet?”

Unizo verzet zich tegen een totale deregulering van de distributiesector. De kmo-organisatie staat daarmee lijnrecht tegenover de voorstanders van meer zondagsopeningen. Leeft die discussie ook in Nederland?

HERMANS. “De reglementering in Nederland is eenvoudig. Als een gemeente beslist dat ze een toeristisch centrum is, dan mogen de winkels elke zondag open zijn. Ons bezwaar is dat er dan geen enkele rustdag meer is. En wat met de winkelier die net over de grens van zo’n toeristisch centrum woont? Die mag niet openen op zondag en lijdt dus onder oneerlijke concurrentie. MKB vindt dat de overheid de keuze moet maken tussen twee opties. Ofwel mag de ondernemer zelf beslissen wanneer hij opent. Ofwel leg je voor het hele land twaalf koopzondagen vast.”

VAN EETVELT. “Onze houding is toch wel rigider. Wij hebben ook een regeling voor toeristische kernen, maar die wordt wel centraal aangestuurd. De hele kuststreek is bijvoorbeeld toeristisch gebied.

“Een handelszaak met minder dan vijf personeelsleden mag in principe altijd open zijn. De druk om dat te veralgemenen neemt toe, maar dat is een stap achteruit voor die kleine winkeliers.”

Door Alain Mouton/foto’s Thomas De Boever

“In België wordt te veel het idee gecultiveerd dat er een massa zwart geld bij de bedrijven zit”

Karel Van Eetvelt

“Politici beseffen blijkbaar niet dat ze het bedrijfsleven kunnen wurgen”

Loek Hermans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content