Belgen passen zich aan. De schelm van Latijns-Amerika
Dronken van het drugsgeld zwijmelt Colombia onder hoge inflatie en onmogelijke intrestvoeten. Toch draait de ekonomie, als een Latijnse salsa dan. Wie hier zaken wil doen, moet even wennen. Het relaas van de Belgen ter plekke.
Locatie : Bogota (Colombia).
Colombia mag dan wel een kwalijke reputatie hebben als drugsproducent, maar dat belet buitenlandse investeerders blijkbaar niet om forse geldstromen in de ekonomie van dat land te pompen. In 1994 investeerde het buitenland voor 2 miljard dollar in Colombia, een verdubbeling tegenover het jaar ervoor. Ongetwijfeld schaadt drugsgeld de ekonomie. “Zo kan het witwassen de konkurrentie ontregelen in bepaalde ekonomische sektoren, ” zegt een in Colombia werkende Belgische manager (die anoniem wil blijven). Hij illustreert zijn stelling : “Op zoek naar een verrechtvaardiging voor hun geld, zetten drugsbazen een fabriek op waarbij rendabiliteit op de tweede plaats komt. Het produkt moet zo vlug mogelijk op de markt, met offertes tegen te lage prijzen. Dat doet een prijzenoorlog ontstaan, de winst zakt ineen zodat de sektor niet meer wil investeren. “
Nauw verbonden met de narco-wereld zijn de verschillende guerrilla-bewegingen die ook hun tol eisen. “Ons transport over land werd regelmatig overvallen door de guerrilla, ” zegt de Vlaming Joris Deruwe (34 j.), direkteur van Seaboard Colombia, dochter van de Amerikaanse scheepvaartmultinational Seaboard Marine. “Een tijdje terug stal de guerrilla een buldozer die we op een oplegger vervoerden. Sindsdien doen we uitsluitend maritiem transport. Klanten vertellen mij hoe ze belastingen betalen aan de guerrilla opdat hun bedrijf met rust gelaten zou worden. De guerrilla heeft hier hele gebieden onder kontrole, ook daar waar coca voor de produktie van cocaïne en papavers voor opium en heroïne geteeld worden. De drugsbazen moeten dus voor hun grondstoffen terecht bij de guerrilla die daar aardig mee verdient. Met ideologie heeft het al lang niets meer te maken. “
Klagen doen de Belgische managers in Colombia nochtans niet, het is alleen even wennen. “Als je pas uit België komt, wil je alles netjes en efficiënt organizeren, ” zegt Joris Deruwe, “maar zo gaat dat hier niet. Reken niet op discipline. Anderhalf uur te laat komen op een afspraak is doodgewoon, betalingstermijnen zijn erg rekbaar. Na jaren van beloven is mijn derde telefoonlijn er nog altijd niet. Maar de omgang met elkaar in de zakenwereld is veel losser, en dat heeft zijn voordelen vergeleken met het strikte en stroeve Europa. “
EKONOMISCHE GROEI.
Ondanks de verkeerschaos en de gebrekkige telekommunikatie die investeerders afschrikken zakenlui kunnen op een voor- of namiddag met veel geluk één bezoek afleggen draait de ekonomie in Bogota, én in Colombia als geheel. Vorig jaar boekte het land een reële groei van 5,7 %. Voor ’95 wordt 6 % verwacht, de hoogste score in 17 jaar. De sterkst groeiende sektoren waren in ’94 de bouw (12 %), de verwerkende nijverheid (5 %) en de financiële sektor, met flamboyante effektenbeurzen in Bogota en Medellin (17 %). Berekend in dollars, steeg de Colombiaanse goederenexport in ’94 met 15,8 % (in ’93 met 2,3 %). De reële groei van de brutovorming van vast kapitaal bedroeg vorig jaar bijna 15 %, in ’93 was dat zelfs 33 %.
De Colombiaanse zakenwereld draait op een sterke relatie-kultuur. Bij een eerste kennismaking gaat de belangstelling onvermijdelijk naar familie- en vriendenrelaties. Wie die test doorstaat, wordt aanvaard. De ekonomie is in handen van een kleine kliek families en vrienden. “Toen ik mijn kantoor opende in Medellin, zette ik iemand aan het hoofd die goeie konnekties heeft. Hetzelfde geldt voor de relaties met de overheid. Heb je veel te maken met de doeane, dan zorg je dat je iemand hebt die daar deuren kan openen als er problemen zijn, ” vertelt Joris Deruwe.
De stap naar korruptie is dan niet groot meer, een dagdagelijks gegeven in Colombia. “Waarom wilden mijn klanten anders dat al hun containers in de havenstad Barranquilla afgeleverd werden en niet in Santa Marta of Cartagena, op amper enkele uren rijden daar vandaan ? ” gaat Deruwe schamper verder. “Toen de baas van de doeane in Barranquilla ontslagen werd, kon de paniek onder mijn klanten niet op. “
Dirk Schamphelaere, commercieel manager voor de transmissieprodukten van Alcatel-Bell Telephone in Colombia, weet alles van relaties. “Naast de nationale telefoonmaatschappij Telecom heb je in de grotere steden nog een dertigtal lokale carriers, ook in overheidshanden. De topfunkties in die ondernemingen zijn politieke benoemingen, een kontinue stoeltjesdans. Bouwde je met veel gezwoeg een netwerk op, kan je kort daarna opnieuw beginnen. ” Volgens Philippe Vander Elst (25 j.), manager van De Smet Colombia, dochter van de Edegemse multinational Extraction De Smet die machines produceert voor de aanmaak van voedingsoliën, moet je bij onderhandelingen altijd wat teater maken, wat niet wegneemt dat Colombianen zeer business-minded zijn. Toch hebben ze verrassende trekjes. “Ik heb hier maar één probleem”, zegt Vander Elst, “overtuigen dat onze produkten duur zijn omdat ze kwaliteit bieden. Als het om een kogelpen ging, zou dat niet zo moeilijk zijn, maar onze machines zijn hoogtechnologisch. “
Christian Kaczorowski, vertegenwoordiger van Glaverbel, vertelt iets in dezelfde lijn : “Als ik geduldig de technische karakteristieken van onze verschillende glassoorten heb uitgelegd bijvoorbeeld glas dat in staat is om de warmte buiten te houden, wat de airconditioningkosten verlaagt maakt de klant een keuze die ik totaal niet verwachtte. Waarom die soort, vraag ik dan. Antwoord : omdat de kleur ervan zo mooi is. “
Een mooie illustratie van de Colombiaanse schelmen-mentaliteit is de openbare aanbesteding, volgens Dirk Schamphelaere. “Hier krijg je automatisch inzage in de offertes van je konkurrenten. De dag na de indiening circuleren al anonieme brieven in de overheidsadministratie die op de tekorten in jouw offerte wijzen. Dat maakt de strijd bikkelhard en de prijzen vlijmscherp. Win je de aanbesteding, krijg je het projekt nog niet. Dan starten de onderhandelingen. De overheid zegt dan : “Deze groep produkten is goedkoper bij uw konkurrent. ” Kan je dat niet tegen dezelfde prijs leveren, dan starten de onderhandelingen met het tweede gerangschikte bedrijf in de aanbesteding. “
INFLATIE.
Ondanks de relatief goede ekonomische prestaties van Colombia is er één beest dat de Colombiaanse overheid maar niet bedwongen krijgt : de inflatie, die al enkele jaren rond de 23 % schommelt. De officiële uitleg van de Unidad de Anàlisis Macroeconómico van het Colombiaanse Planbureau is inflatie-inertie : alle overeenkomsten waarin prijzen vastgelegd worden salarissen, handelskontrakten, en zo meer anticiperen op de prijsstijgingen en bestendigen zo de inflatie. De Colombianen weten wel beter. Nu de traditionele toevluchtsoorden voor de opbrengsten van de Colombiaanse drugskartels steeds scherper toezien op witwaspraktijken, krijgt Colombia al enkele jaren een toevloed van vuile dollars te verwerken, wat de geldbasis opblaast en de inflatie aanwakkert.
Over de hoeveelheid drugsgeld die de Colombiaanse ekonomie jaarlijks moet slikken, lopen de schattingen uiteen. “De Amerikanen spreken over 10 miljard dollar, maar dat bedrag is gewoon ondenkbaar voor dit land, ” lacht Fernando Mesa, ekonomist van het Colombiaanse Planbureau. “Volgens mij kan het niet meer dan een half miljard dollar zijn. En het gaat niet alleen om pure kapitaal-invoer. Het kan overal in verborgen zitten, overfaktureren van export bijvoorbeeld. “
De overheid voert een wanhopig restriktief monetair beleid, met een gemiddelde intrestvoet die nu al 40 % bedraagt. Gevolg : aangetrokken door de vette opbrengsten, komt er nog meer geld het land binnen. De vraag naar Colombiaanse peso’s tegen dollars was in ’94 zo groot dat de peso in reële termen met liefst 12 % revalueerde tegenover de dollar. Deze artificieel sterke wisselkoers deed de Colombianen gretig kopen in het buitenland wat de handelsbalans in ’94 voor 2,3 miljard dollar in het deficit stortte. De overheid van haar kant verstroefde het monetaire beleid opnieuw, door onder meer de buitenlandse leningen aan banden te leggen.
Met overaanbod van vreemde deviezen, die de devaluatie van de peso achterop doet hinken op de inflatie (wat een revaluatie in reële termen geeft) kampt Colombia al enkele jaren. Tegen een voor Colombia representatieve muntenkorf bedroeg de reële revaluatie 2,1 % in ’93 en zelfs 10,4 % in ’94. Grote verliezer is de konkurrentiepositie. Producenten met kosten in peso en opbrengsten in deviezen beginnen uit te kijken naar andere vestigingslanden. De reële devaluatie van 2 % die het Planbureau voor volgend jaar voorspelt, komt goed op tijd.
SOCIAAL PAKT.
In een poging om de Colombiaanse ekonomie in het gareel te krijgen, sloten regering, patroons en vakbonden vorig jaar een sociaal pakt. De beide eersten beloofden hun prijsverhogingen voor dit jaar te beperken tot 18 %, de vakbonden aanvaardden dat de loonstijgingen de produktiviteitsevolutie volgen.
De Colombiaanse loonsverschillen zijn overigens veel groter dan de Belgische, volgens Joris Deruwe. “De schoonmaakster verdient hier het minimumloon, 120.000 peso’s (4200 Belgische frank) per maand. Mijn geschoolde sekretaresse krijgt vijfmaal zoveel, mijn commerciële manager zestienmaal zoveel. Degelijk onderwijs is hier duur, mensen met goede diploma’s zijn schaars. Je kan ze wel vinden, als je genoeg betaalt. “
Het zwakt het vertrouwen van de buitenlandse investeerders niet af, die zich vooral toespitsen op de petroleumsektor. De petroleuminvesteringen niet meegerekend, is de VS de voornaamste buitenlandse investeerder met 404,7 miljoen dollar in de periode ’92-’94, gevolgd door Panama met 138,1 miljoen dollar en Groot-Brittannië met 123 miljoen dollar. België bengelt achteraan met 136.000 dollar, terwijl het kleinere Luxemburg een mooie 6de plaats haalt met 44 miljoen dollar. Al moet gezegd dat vanuit dit laatste land veel investeringsfondsen opereren van Belgische banken.
Sedert Colombia in ’91 zijn invoer liberalizeerde, is de Belgische goederenexport naar dit land weliswaar verdubbeld : die bedroeg in 1993 2,2 miljard frank. België exporteert vooral chemische en metaalprodukten, machines, elektrisch materieel, textiel en transportgoederen. Het toenemend aantal vrijhandelsakkoorden tussen Latijns-Amerikaanse landen (zoals het Andes Pakt) en de zwakke dollar zullen het de Belgen zeker niet gemakkelijker maken. De verdubbeling van de Belgische uitvoer is eigenlijk meer te wijten aan de goede Colombiaanse konjunktuur dan aan het dynamisme van onze bedrijven. Die weten met moeite waar Colombia ligt. Maar dat zal de Colombiaanse salsa niet drukken.
JOZEF VANGELDER
JORIS DERUWE (SEABORD COLOMBIA) “De zakenwereld in Colombia draait meer dan elders op goede konnekties. “
PHILIPPE VANDER ELST (EXTRACTION DE SMET) “Colombianen zijn erg business-minded. “
CHRISTIAN KACZOROWSKI (GLAVERBEL) “Glitter primeert op kwaliteit. “
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier