Arbitragehof verwijst Vlaamse CAO’s naar prullenbak

Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Het Arbitragehof vernietigt het decreet dat de Vlaamse regering de bevoegdheid gaf om CAO’s algemeen bindend te verklaren. De zogenaamde ‘Vlaamse CAO’s’ worden dus naar de prullenbak verwezen, waardoor de ruimte om een eigen Vlaams arbeidsmarktbeleid te voeren, aanzienlijk wordt beperkt.

Te midden van de heisa rond de uitbreiding van de activiteiten van DHL in Zaventem en de uitgestelde beleidsverklaring van premier Guy Verhofstadt (VLD), kreeg een recent arrest van het Arbitragehof niet de aandacht die het verdiende. Het hoogste rechtscollege van ons land maakte vorige week woensdag bekend dat de Vlaamse regering niet bevoegd is om bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten tussen werkgevers en vakbonden te bekrachtigen wanneer die tot haar bevoegdheden behoren.

Het Vlaams Parlement had eind 2002 een decreet in die zin goedgekeurd. Het decreet over het algemeen bindend verklaren van CAO’s hield onder meer in dat collectieve afspraken over Vlaamse materies niet alleen zouden gelden voor de werkgevers die zo’n CAO ondertekenden, maar – als de minister dat wenste – ook voor alle werkgevers die de CAO niet ondertekenden. Het gaat over Vlaamse bevoegdheden als permanente vorming, kinderopvang, beroepsopleiding, mobiliteit en outplacement.

“Het decreet was het ideale instrument voor de Vlaamse minister van Werk om een eigen werkgelegenheidsbeleid te voeren,” zegt specialist arbeidsrecht professor Roger Blanpain ( KU Leuven), die overigens de Vlaamse regering in deze materie adviseerde. “Op het vlak van arbeidsmarktbeleid beschikken de regionale regeringen al over weinig bevoegdheden en de beperkte manoeuvreerruimte wordt nu nog een stuk kleiner. Als het decreet niet naar de prullenmand was verwezen, kon Vlaanderen bijvoorbeeld inzake opleidingsbeleid een eigen dynamiek ontwikkelen.”

Doos van Pandora dichtgelast

Volgens het arrest van het Arbitragehof kan de Vlaamse overheid niet zelf bepaalde delen van een CAO bekrachtigen omdat het algemeen verbindend verklaren van CAO’s tot het arbeidsrecht behoort en dat is een federale materie. “Het arrest van het Arbitragehof is duidelijk een politieke beslissing,” fulmineert Blanpain. “De Raad van State had twee jaar geleden geen probleem met het ontwerpdecreet, maar de federale en de Waalse regering eisten de vernietiging van het decreet. De Vlaamse regering krijgt hier gewoon de kans niet om haar eigen bevoegdheden uit te oefenen.” De Vlaamse overheid kan bijvoorbeeld niet met een CAO zwaaien die alle Vlaamse werkgevers verplicht een bedrag te storten aan een paritair beheerd vormingsfonds.

Blanpain wordt in zijn analyse bijgetreden door zijn collega Marc De Vos, professor arbeidsrecht aan de Universiteit Gent en de VUB. “Eigenlijk wordt elke vorm van Vlaams collectief overleg definitief in de kiem gesmoord,” zegt hij. “Een pseudo-rechtscollege, want dat is het Arbitragehof eigenlijk, heeft de doos van Pandora dichtgelast. Veronderstel eens dat het decreet niet zou zijn vernietigd. Dat zou het hele CAO-recht op de helling hebben gezet en had genoopt tot een aanpassing aan de Vlaamse regelgeving. En daar zijn de Franstaligen als de dood voor.”

Vlaamse symboliek?

Blanpain benadrukt dat zijn pleidooi voor ‘Vlaamse CAO’s’ niets te maken heeft met Vlaamse symboliek: “Onder het motto ‘verschillende problemen vragen verschillende oplossingen’ zijn Vlaamse CAO’s een absolute noodzaak.” Dat het hier om zeer concrete situaties gaat, bewijst de discussie die meer dan een jaar geleden rond het tijdskrediet werd gevoerd. Toen verzette de Waalse regering zich tegen bijkomende Vlaamse premies die zouden worden toegekend aan wie tijdskrediet opnam. Als CAO’s algemeen bindend konden worden verklaard, hoefde de Vlaamse regering geen rekening meer te houden met de bezwaren aan de andere kant van de taalgrens.

Het arrest van het Arbitragehof legt ook een hypotheek op het Vlaamse regeerakkoord. Dat gaat ervan uit dat CAO’s algemeen bindend worden verklaard. We moeten ons eveneens de vraag stellen of nieuwe Vlaamse bevoegdheden – zoals de opleiding in bedrijven – in de praktijk zullen bijdragen tot het voeren van een eigen Vlaams arbeidsmarktbeleid. Wat met nieuwe bevoegdheden als je niet over de juridische hefbomen beschikt om er een beleid mee te voeren?

Op het kabinet van Vlaams minister van Werk Frank Vandenbroucke (SP.A) heerste overigens enige verwondering over de uitspraak van het Arbitragehof. De sociale partners houden zich voorlopig op de vlakte. “Iedereen is het arrest momenteel aan het bestuderen,” zegt Johan Bortier, gedelegeerd bestuurder ad interim bij Unizo. “Hopelijk komt er snel een werkbare regeling. Ik denk dan aan een nieuw decreet dat totstandkomt in overleg met de sociale partners en dat rekening houdt met de bezwaren van het Arbitragehof.”

De vraag is of een nieuw decreet wel mogelijk is, want het Arbitagehof heeft met zijn arrest zeer weinig ruimte gelaten. Dat er over Vlaamse bevoegdheden toch nog sociale akkoorden kunnen worden afgesloten (convenanten, protocollen), is een magere troost. Het zijn weliswaar afspraken tussen werkgevers, vakbonden en de Vlaamse regering, maar ze hebben niet de juridische waarde van een CAO.

Alain Mouton

“Eigenlijk wordt elke vorm van Vlaams collectief overleg definitief in de kiem gesmoord.” [Prof. Marc De Vos]

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content