AMATEURISME IN VLAAMS BUITENLANDBELEID

Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De oprichting van een Vlaams-Europees Verbindingsagentschap (Vleva) onder voorzitterschap van Luc Van den Brande (CD&V) lijkt een nobel initiatief. Vleva krijgt als opdracht de belangen van Vlaanderen bij de Europese Unie te behartigen. Het telt als ‘werkende leden’ onder andere Unizo, VKW en de haven van Antwerpen. Maar of de nieuwe instelling enig effect zal sorteren, valt nog af te wachten. Ook al heeft ze in theorie alle kans van slagen en komt de Vleva eigenlijk niets te laat.

Wie in Brussel geregeld de Belliardstraat afrijdt in de richting van de ring, kan er niet naast kijken: vlak voor het Europees Parlement bevindt zich links een gebouw van de deelstaat Baden-Württemberg. En vlak naast het parlement heeft ook de Freistaat Beieren een eigen optrekje. Regio’s klagen al jaren dat ze geen toegang krijgen tot de Europese cenakels. Een aantal onder hen heeft echter de koe bij de horens gevat en verricht ter plaatse stevig lobbywerk. In tegenstelling tot andere regio’s of deelstaten bleef Vlaanderen te vaak aan de zijlijn staan.

Men zag de noodzaak niet in, want “Vlaanderen is met zijn instellingen toch aanwezig in Brussel”, luidde het. Dat klopt, maar dat betekent nog niet dat de Vlaamse regering makkelijk de weg vindt naar de Europese instellingen. Een paar jaar geleden gaf Vlaams minister-president Yves Leterme (CD&V) in een gesprek met Trends toe dat zijn administratie en kabinetten vaak te laat reageerden op allerlei wetgevend werk dat vanuit Europa op ons afkwam. Pas dan schiet de lobby in actie, in plaats van te anticiperen. Het is slechts een voorbeeld dat aangeeft hoe amateuristisch het Vlaamse beleid ten aanzien van het buitenland in het algemeen en de EU in het bijzonder werkt.

De reden? Versnippering aan de top en een gebrek aan expertise. Binnen de Vlaamse regering is elke partij wel bij een of ander aspect van het buitenlandse beleid betrokken. Bert Anciaux en Spirit met cultuur, Fientje Moerman en de VLD met economie, Geert Bourgeois en de N-VA als bevoegde voor het buitenlandse beleid. Ook Leterme met de CD&V wil hier en daar zijn zegje doen. En dan is er nog het kabinet van Bourgeois zelf, waar de voorbije maanden interne spanningen heersten. Topdiplomaten of mensen met enige internationale ervaring vind je ook al niet op het kabinet. Velen onder hen zijn sterk in vrijwilligerswerk van het type ANV (Algemeen Nederlands Verbond) en afkomstig uit kringen waar men weinig meer doet dan mijmeren over de ondergang der Nederlanden.

Die situatie is niet zonder gevolgen, ook voor ons bedrijfsleven. Nemen we het voorbeeld van de Benelux, waarin economische belangen sterk met elkaar vervlochten zijn (havens, waterwegen, IJzeren Rijn, steeds meer grensoverschrijdende fusies en overnames…). Wie in discrete gesprekken hierover van gedachten wisselt met diplomaten, merkt al snel de frustratie. Wanneer de Benelux – waarvan het verdrag in 2008 vervalt – ter sprake komt, voel je de ergernis over de onduidelijkheid die heerst. Wat Nederland met de Benelux wil en vooral niet wil, is duidelijk. Aan Vlaamse kant komt men niet verder dan een flou artistique, al wordt deze maand wel een standpunt verwacht van de Vlaamse regering. Zonder een duidelijk standpunt aan de top rond belangrijke dossiers, zijn vehikels als Vleva voorbestemd om een dode mus te blijven en heeft de Belgische diplomatie argumenten in handen om het Vlaamse niveau als overbodig te beschouwen.

Alain Mouton

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content