Afdeling pc’s verpatst, duizenden banen op de tocht, aandeel struikelt… Wat nu, IBM?
Het Amerikaanse IBM werpt zich steeds vaker op als leverancier van de meest uiteenlopende bedrijfsdiensten. Zo hoopt Big Blue de malaise in de informaticasector te ontwijken. Een strategie die voorlopig niet van de grond komt, getuige het verwachte verlies van meer dan 10.000 banen in Europa.
Consternatie en ongeloof: eind 2004 kondigde de Chinese computerbouwer Lenovo aan de pc-divisie van de Amerikaanse informaticareus IBM te willen overnemen. Prompt speculeerden sommige Amerikaanse politici over de mogelijke sinistere gevolgen van zo’n deal. Is dit geen manier om Chinese spionnen te laten infiltreren in Amerikaanse bedrijven én overheidsgebouwen? Kan China nu het orderboekje van de regering én het leger inkijken? De transactie werd besproken in het Committee on Foreign Investment in the United States, een instelling waarin de ministeries van Financiën en Defensie het voor het zeggen hebben. Na enkele weken – net voor de deadline – zette die dan toch het licht op groen voor de overname, al werden er een aantal voorwaarden opgelegd. Zo mag Lenovo nooit te weten komen welke overheidsinstellingen bij IBM klant zijn en moeten in gedeelde kantoorzones de IBM-ruimtes strikt gescheiden worden van de Lenovo-ruimtes. Om te vermijden dat er tijdens de middagpauze toevallig staatsgeheimen verklapt worden.
De commotie illustreert de hoge symboolwaarde die IBM in eigen land heeft. Het informaticabedrijf uit Armonk, een slaperig stadje ten noorden van New York, staat in de geschiedenisboeken als uitvinder van de thuiscomputer en behoort daardoor tot het handjevol bedrijven dat de VS technologisch op de wereldkaart zette. Big Blue, zoals het bedrijf vaak genoemd wordt, is een uithangbord voor het Amerikaanse vernuft. Dat net de Chinezen, de gewillige monteurs van al die innovatie, met het hart van IBM gaan lopen, dát steekt.
Waarom de pc-divisie verkocht werd
Emotionele argumenten genoeg dus om de verkoop van de pc-divisie een vergissing te noemen. Economische argumenten zijn er des te minder. Nadat de deal officieel werd aangekondigd, moest IBM wel met cijfers over de afdeling naar buiten komen. Daaruit bleek hoe verlieslatend de verkoop van bureaucomputers en laptops wel geworden was: de jongste jaren liep het gecumuleerde verlies op tot 973 miljoen dollar (760 miljoen euro). Of zoals IBM het zelf stelt: “De afdeling heeft een jarenlange geschiedenis van recurrente verliezen en een negatief werkkapitaal.” Erg gul is Lenovo dan ook niet geweest. Voor een omzet van een goede 10 miljard dollar per jaar werd slechts 1,75 miljard dollar neergeteld, minder dan analisten hadden verwacht.
IBM mag bij velen dan wel synoniem staan voor de personal computer (pc), dat betekent niet dat het bedrijf met de verkoop van die afdeling de handdoek in de ring gooit. Het is hooguit een volgende logische stap in de transformatie van fabrikant naar dienstverlener, een strategie die IBM sinds eind jaren negentig met veel enthousiasme volgt. Volgens velen heeft die koerswijziging, ingezet door voormalig CEO Lou Gerstner, de Amerikaanse gigant zelfs van de ondergang gered. Gerstner geloofde in totaaloplossingen, waarbij de leverancier van chips en floppy’s ging meedenken met zijn grote bedrijfsklanten. Het motto: vertel ons waar je als bedrijf naartoe wilt en wij zoeken de juiste technologische oplossing. Voor Gerstner moesten die puzzelstukjes wél uit eigen huis komen, dus bleef de productie van pc’s belangrijk, winst of geen winst.
Het nieuwe paradepaardje: diensten
Opvolger Sam Palmisano, die sinds begin 2002 de touwtjes in handen heeft bij Big Blue, zette die strategie consequent verder. Zo sterk zelfs, dat informatica steeds sterker naar de achtergrond verschuift. IBM aast vandaag vooral op outsourcingcontracten, waarbij bedrijven een deel van hun takenpakket uitbesteden en het bijhorende personeel naar de loonlijst van IBM verschuift. Dat alles met de belofte van lagere kosten en hogere efficiëntie. Een voorbeeld in België is InBev. De Leuvense brouwer verhuist op 1 juni 2005 zijn hele informaticadivisie naar IBM. In totaal zijn zo’n 250 personen betrokken, verspreid over vestigingen in 27 landen.
Bij InBev gaat het om het overnemen van informaticadiensten, maar Big Blue draait evenmin zijn hand om voor het runnen van een personeelsdienst, het bijhouden van de boekhouding of het verlenen van assistentie aan klanten. Zelfs wie in de knoop zit met verzekeringsclaims, kan bij IBM terecht. Palmisano heeft het over Business Performance Transformation Services, al blijft de kern van de boodschap: wij doen goedkoper wat u zelf niet meer wilt doen.
IBM steunt voor zijn nieuwe koers op een aantal strategische overnames, met voorop de aankoop van PwC Consulting, de adviesarm van PricewaterhouseCoopers. In 2002 betaalde Big Blue er 3,5 miljard dollar (2,73 miljard euro) voor. De vroegere bedrijfsnaam verdween en de nieuwe aanwinst ging deel uitmaken van IBM Global Services. Diensten – zowel bedrijfsadvies, technische interventies als herstellingen – zijn nu goed voor 48 % van de omzet (36 van de 75 miljard euro in 2004), 9 % méér dan in 1998. Daarnaast verkocht IBM in 2004 voor 24,3 miljard euro aan hardware – niet alleen pc’s, maar ook grote servers en chips (zie kader) – en voor 11,8 miljard euro aan software.
Ontgoocheling bij beleggers
Wérkt de nieuwe strategie? De jongste kwartaalcijfers ontgoochelen. Toen Palmisano half april 2005 aankondigde dat de financiële resultaten voor de eerste drie maanden van 2005 onder de verwachtingen lagen, viel het aandeel op enkele uren tijd ruim 5 % terug. De winst was tegenover dezelfde periode van vorig jaar weliswaar met 3 % gestegen, maar dat had vooral te maken met de ondertussen sterk verzwakte dollar. Zonder valuta-effect bleef nog slechts 1 % winstgroei over.
Niet de cijfers shockeerden, wel de achterliggende verklaring. IBM gaf immers aan dat de divisie Global Services, het nieuwe groeivehikel, er niet in geslaagd was een aantal belangrijke contracten af te sluiten voor het einde van het kwartaal. Vooral de zwakke economische toestand in Frankrijk, Duitsland, Italië en Japan – samen goed voor een kwart van de omzet van IBM – had het bedrijf parten gespeeld. Financieel directeur Michael Loughridge stak de hand in eigen boezem: “We weten dat we onze strategie niet goed hebben weten uit te voeren.” En hij twijfelde of het om een eenmalig effect of een trend ging. Het is niet de eerste keer dat IBM moeite heeft met zijn outsourcingstrategie: in september 2004 werd een groot contract met zakenbank JP Morgan Chase voor de gegevensverwerking van de bank al na twee van de zeven jaar beëindigd. De totale waarde van de deal had 3,9 miljard euro moeten bedragen. Dat maakte het niet alleen het grootste contract ooit voor IBM, maar uiteraard ook een uithangbord voor de dienstenafdeling.
Banen op de tocht
Ondertussen sneuvelt een groot aantal banen bij Big Blue, vooral in Europa. Definitieve cijfers worden pas begin juni 2005 bekendgemaakt, maar nu al is duidelijk dat er tussen de 10.000 en 13.000 jobs op de tocht staan. “Gezien de strenge arbeidswetgeving in Europa, gaat het meestal om vertrek op vrijwillige basis,” aldus Loughridge in een mededeling. Vooral de afdeling Global Services wordt hervormd, onder meer door arbeidsplaatsen te verschuiven naar lagelonenlanden. Groot-Brittannië lijkt het hardst getroffen. Op de Europese hoofdzetel in de buurt van Parijs verdwijnen ook zeker 200 banen.
Of er bij IBM België, waar zo’n 2300 mensen werken, gesnoeid wordt, is nog niet duidelijk. “Door de hervormingen binnen de Europese structuur rapporteren we voortaan aan Madrid in plaats van Parijs. Bedoeling is om een minder logge hiërarchie te creëren en zo dichter bij de klant te staan. Of we ook de gevolgen gaan dragen van de besparingsronde, kan ik niet zeggen, er wordt momenteel nog volop gepraat en geëvalueerd,” aldus woordvoerder Philippe Borremans. Hij wijst erop dat ook in België ongeveer de helft van het personeel werkt voor Global Services. “Anderzijds hebben we een aantal typisch lokale specialiteiten, onder andere dienstverlening aan KMO’s met 50 werknemers of minder.”
Volgens financieel directeur Loughridge kan IBM door de maatregel tijdens de tweede helft van dit jaar 230 tot 390 miljoen euro besparen en alsnog de financiële doelstellingen halen. In 2006 zouden de besparingen al oplopen tot ten minste 470 miljoen euro, misschien zelfs tot 780 miljoen euro. Ondertussen werd ook besloten het dividend per aandeel op te trekken van 18 naar 20 dollarcent en opnieuw voor 5 miljard dollar eigen aandelen in te kopen. De beleggers lieten zich niet paaien en merkten op dat IBM voor alles nood heeft aan meer groei, een onderwerp waarover het management zedig zwijgt. Het aandeel, dat begin april 2005 nog rond de 90 dollar schommelde, zakte bij het bekendmaken van de besparingsronde naar een goede 75 dollar.
Raphael Cockx
Wellicht wil IBM in Europa 10.000 tot 13.000 banen schrappen.
Het Chinese Lenovo betaalde 1,75 miljard dollar voor de pc-divisie van IBM.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier