ACOD betaalde tot 1994 zwarte lonen
Tot 1994 betaalde de ACOD, de overheidsvakbond van het ABVV,
zwarte lonen uit. Een ex-werknemer verklaart dat aan Trends en toont bewijzen. ACOD-topman Frans Fermon ontkent. Ook betaalt de ACOD tot op vandaag geen RSZ op de lonen van gedetacheerde werknemers. Dankzij het mistige juridisch statuut van vakbonden.
De ex-werknemer van de socialistische overheidsvakbond ACOD wenst anoniem te blijven, we noemen hem Jan Peters. Hij treedt in 1983 in dienst van de ACOD, gedetacheerd vanuit een overheidsdienst. Voor detachering van overheidspersoneel bestaat een wettelijke regeling. De werknemer blijft officieel in dienst van de overheid. Zijn loon wordt door de overheid gewoon verder betaald en de nieuwe werkgever – in dit geval de ACOD – betaalt dit loon terug aan de overheidsdienst. Doorgaans betaalt de nieuwe werkgever de werknemer een aanvullende vergoeding. Wanneer de werknemer terugkeert naar zijn oorspronkelijke werkgever, heeft hij recht op alle promoties en anciënniteitstoeslagen die hij zou gekregen hebben als hij was gebleven.
Het loon van Jan Peters als secretaris van de ACOD bedraagt ongeveer het dubbele van zijn overheidswedde. Hij krijgt dus een stevig supplement. “Van dat supplement werd een klein deel officieel betaald en de rest in het zwart,” verklaart Jan Peters aan Trends. “Het ging in 1983 over ongeveer 17.000 frank ( nvdr – 420 euro) en dat is opgelopen tot ruim 30.000 frank ( nvdr – 745 euro) in 1994. We hadden een fiche met het zwarte loon erop. Dat document liet je tekenen door de voorzitter en daarmee ging je naar de kassa die je zwart uitbetaalde. In ruil kreeg je een formulier dat je tekende voor ontvangst. In heel die periode hebben de opeenvolgende voorzitters van de Vlaamse ACOD – Peter Steenhaut, Eugène Lambrecht en Frans Fermon – getekend.”
Loonlast te zwaar?
Trends is in het bezit van een fiche voor ontvangst. Frans Fermon, vandaag nog steeds voorzitter van de Vlaamse ACOD, ontkent: “Ik heb nooit zo’n fiche getekend. Er waren geen zwarte betalingen bij ons. Ik betwist dat zeer formeel.”
Volgens Jan Peters kregen nochtans ook de andere secretarissen bij de ACOD zulke zwarte betalingen. Hij spreekt zelfs over 150 à 200 mensen. Om de geringere pensioenopbouw te compenseren, kregen de ACOD’ers voor elk dienstjaar een ‘zwart pensioen’ van 750 frank (18,5 euro). Sommige werknemers vroegen de ACOD-top de zwarte betalingen te officialiseren. Het antwoord: “Dan wordt de loonlast te zwaar.”
Schandaal bij BBTK Antwerpen
In 1994 breekt bij de socialistische bediendebond BBTK Antwerpen een fraudeschandaal uit. De gerechtelijke politie vindt een circuit van zwarte betalingen aan de toplui. “Van de ene dag op de andere werden onze zwarte betalingen omgezet in officieel loon,” zegt Jan Peters.
Frans Fermon heeft een ander verhaal: “We hebben na BBTK Antwerpen iedereen geverifieerd in onze organisatie. Er waren een aantal punten waar we getwijfeld hebben aan de correcte toepassing van de wetgeving, en die hebben we onmiddellijk in orde gebracht. We wilden een strikte toepassing van de wetgeving. Er was echter nergens sprake van zwart geld. De praktijken van Antwerpen waren niet algemeen van toepassing in de vakbond.”
Trends is in het bezit van de loonfiches van Jan Peters, die een bewijs vormen van deze omzetting van zwart naar officieel. In 1993 heeft hij een bruto belastbaar inkomen van ruim 1.477.000 frank (36.550 euro). In 1994 – na de regularisatie van de zwarte be- talingen – is dat ruim 2.066.000 frank (51.225 euro). Dat blijkt ook uit de ‘berekeningsnota’s’ van de inkomstenbelastingen van Jan Peters voor 1993 en 1994, die we bij dit artikel afdrukken.
Het brutoloon veert op met 14.675 euro. In de voorgaande jaren en het jaar daarop maakt het loon van Jan Peters niet zulke uitzonderlijke sprongen. Jan Peters werkte de hele periode voltijds.
ACOD vrijgesteld van RSZ
De zwarte betalingen zijn in 1994 gestopt, maar tot op vandaag betaalt de ACOD geen sociale-zekerheidsbijdragen op de aanvullende vergoeding voor alle werknemers die gedetacheerd zijn vanuit de overheid. “We passen de wettelijke bepalingen toe,” zegt Frans Fermon. “Er zijn al een paar uitspraken in de rechtbank geweest waarbij de procedure steeds in ons voordeel is afgelopen.” Dat klopt, maar is het niet juist de vakbond die steeds ijvert voor een zo goed mogelijke inning van de sociale-zekerheidsbijdragen?
Ook uit een klacht die Jan Peters heeft ingediend bij de sociale inspectie in Brussel blijkt dat de vakbond, puur wettelijk, recht in zijn schoenen staat. Sociaal inspecteur Van Beethoven van de Brusselse inspectie verklaart in een antwoord op die klacht dat uit “onderzoek is gebleken dat er te weinig elementen voorhanden zijn om een arbeidsovereenkomst tussen (Jan Peters) en de ACOD te bewijzen. Bovendien blijkt uit het arrest van het arbeidshof van Luik van 11 februari 1998 dat er tussen de gedetacheerde ambtenaar en de syndicale organisatie waarbij hij gedetacheerd is, geen arbeidsovereenkomst bestaat.” Geen overeenkomst en dus zijn de aanvullende vergoedingen geen loon en dus zijn er geen bijdragen verschuldigd.
Een sociaal inspecteur geeft ons meer achtergrond: “De RSZ-wetgeving bepaalt dat voor een ambtenaar die wordt gedetacheerd naar een ministerieel kabinet, de aanvullende vergoeding die hij van het kabinet ontvangt vrijgesteld is van RSZ. De vakbonden worden hier niet genoemd, dus in principe moeten zij wel RSZ betalen. Maar sommigen geven de aanvullende vergoeding toch niet aan, omdat je de vakbond niet voor de rechtbank kan dagen. De vakbond is een ‘feitelijke vereniging’ en dus niet strafrechtelijk aansprakelijk. Je kan bij de vakbond ook geen werkgever aanduiden. De secretarissen worden aangesteld door een congres van enkele honderden mensen. Als ik wil bewijzen dat er een arbeidsovereenkomst bestaat tussen vakbond en gedetacheerde – en dat er dus RSZ betaald moet worden – dan moet ik een gezagsrelatie aantonen. Ik moet dan werkgever en werknemer horen. Maar hoe kan ik in de praktijk al die congresleden ondervragen?”
Politieke druk?
Kris Maes, partner bij het advocatenbureau Nelissen-Grade en advocaat van Jan Peters, wou zich hier niet meteen bij neerleggen. Hij schreef – nadat hij het antwoord van de Brusselse sociale inspectie had gekregen – ook een brief naar het auditoraat-generaal van het arbeidshof. “De procureur-generaal antwoordde zonder enige verdere opmerking dat het verslag van het onderzoek door de Brusselse sociale inspectie werd gevoegd bij het dossier,” zegt Kris Maes. “Ik concludeer daaruit dat er achter de schermen mogelijk politieke druk wordt uitgeoefend om de overheidsvakbonden te beschermen.”
Jan Peters heeft zich ook al gewend tot Frank Vandenbroucke ( SP.A) – op dat moment minister van Sociale Zaken – en SP.A-voorzitter Steve Stevaert. Vandenbroucke beloofde de zaak te laten onderzoeken, maar Jan Peters heeft er niets meer van gehoord.
De overheid loopt veel geld mis
Van dat soort praktijken zijn zowel de werknemers als de overheid de dupe. De gedetacheerde werknemers zijn wel in orde met de sociale zekerheid, omdat de overheidsdienst waaruit ze gedetacheerd zijn hun loon blijft doorbetalen en op dat loon worden wél sociale bijdragen betaald. Maar door het ontbreken van bijdragen op het supplement, heeft de werknemer een onvolledige pensioenopbouw.
De sociale zekerheid loopt vele euro’s mis. Laten we een ruwe raming maken. We gaan uit van 150 gedetacheerden en een gemiddeld supplement dat de ACOD betaalt van bruto 20.000 euro per jaar. Dat betekent een jaarlijkse loonmassa van 3 miljoen euro. Met een RSZ-bijdrage van 46,51 % (11,05 % werknemersbijdrage en 35,46 % werkgeversbijdrage) zou dat bijna 1,4 miljoen euro per jaar opbrengen. Toegegeven, met dat bedrag dicht je geen bressen in de sociale zekerheid, maar alle beetjes helpen.
Rechtszaak tegen een spook
De problemen waar de sociale inspectie tegen botst om vat te krijgen op de vakbond, spelen ook Jan Peters parten. In 1997 wordt de detachering stopgezet. Hij betwist de afscheidsregeling en vraagt voor de arbeidsrechtbank een vergoeding van 240.000 euro. De rechtbank heeft die eis in 1998 verworpen met volgende redenen. Jan Peters heeft Frans Fermon gedagvaard als zijn werkgever. Maar volgens de rechtbank heeft Fermon in deze zaak geen mandaat. En ze oordeelt zelfs dat het in dit geval onmogelijk is iemand als lasthebber (iemand die wel rechterlijk aansprakelijk gesteld kan worden) aan te duiden.
In mensentaal: Jan Peters heeft een klacht ingediend tegen een spook. De vakbond lijkt een orgaan te zijn dat buiten de rechtsstaat staat. Jan Peters wacht nu op behandeling bij het hof van beroep.
Guido Muelenaer
“Van dat supplement dat door de vakbond werd uitgekeerd, werd een klein deel officieel betaald en de rest in het zwart.” Jan Peters, ex-werknemer ACOD
“Er waren geen zwarte betalingen bij ons. Ik betwist dat zeer formeel.” Frans Fermon, voorzitter Vlaamse ACOD
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier