Belastingvermindering na de afbetaling van uw woonkrediet, kan dat nog?
De regering raakt dan toch niet aan het federale belastingvoordeel voor tweede verblijven. Dat opent mogelijkheden voor wie binnenkort zijn woonkrediet heeft afbetaald en toch van een belastingvermindering wil blijven genieten.
Wie een nieuwe hypothecaire lening afsluit voor de aanschaf of de bouw van zijn gezinswoning, kan geen aanspraak meer maken op een belastingvermindering in het kader van de woonbonus. In Wallonië is dat voordeel al sinds 1 januari 2016 vervangen door de chèque habitat of wooncheque. Die combineert een forfaitair belastingvoordeel per kind ten laste met een variabel deel per persoon, dat afhankelijk is van het inkomen.
Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ruilde de woonbonus een jaar later in voor een systeem met een verhoogde vrijstelling van de registratierechten. Vlaanderen was de laatste regio om het systeem te schrappen en te vervangen door een lagere registratiebelasting voor de enige gezinswoning. Dat gebeurde op 1 januari 2020.
De afschaffing van de woonbonus in de drie gewesten is enkel van toepassing op nieuwe woonkredieten. Voor kredieten die afgesloten zijn vóór de invoeringsdatum van het nieuwe regime, behouden de woningeigenaars het fiscale voordeel gedurende de nog resterende looptijd.
Zolang uw ‘oude’ hypotheeklening blijft lopen, hoeft u zich dus geen zorgen te maken over het verlies van een belastingvermindering. Maar wanneer de einddatum van uw kredietovereenkomst in zicht komt, doet u er goed aan eens na te denken over de opties.
Een heropname
U zou kunnen overwegen (een deel van) het terugbetaalde kapitaal opnieuw op te nemen, bijvoorbeeld voor de renovatie van uw woning. Dat kan bij de meeste kredietgevers. Bij sommige banken kunt u zelfs een nog groter bedrag heropnemen. Omdat zo’n wederopname binnen het lopende krediet gebeurt, hoeft u niet opnieuw naar de notaris. U betaalt dus geen tweede keer notaris-, akte- of hypotheekkosten. De bank rekent u mogelijk wel dossierkosten aan.
De looptijd van zo’n heropname kiest u in principe zelf. Die hoeft niet dezelfde te zijn als de resterende termijn van het lopende krediet. Maar kunt u op die manier het voordeel van de woonbonus met enkele jaren verlengen? Helaas: de fiscus beschouwt een heropname van een lopend krediet als een nieuwe lening. Dat betekent dat u daarvoor geen belastingvermindering meer kunt krijgen in het kader van de woonbonus.
Wat bij een herfinanciering of pandwissel?
Wanneer u een hypotheeklening laat herfinancieren met het oog op een gunstigere rentevoet, dan wijzigt er in principe niets aan het fiscaal voordeel. “Zo’n herfinanciering wordt beschouwd als een voortzetting van het oorspronkelijke krediet”, weet Bart Chiau, professor aan de UGent en senior expert bij de financiëledienstverlener NN. “Met andere woorden: de woonbonus blijft dan van toepassing. Dat is evengoed het geval wanneer u uw bestaande lening herfinanciert bij een andere bank.”
Let wel, het voordeel van de woonbonus geldt enkel en alleen als de herfinanciering betrekking heeft op het openstaande saldo van de oude lening. Leent u om een of andere reden méér dan het bedrag dat nog openstaat, dan wordt de bijkomend geleende som beschouwd als een nieuwe lening. Die komt niet langer in aanmerking voor de woonbonus. De duurtijd van uw krediet bij een herfinanciering verlengen, om zo een langer fiscaal voordeel te genieten, is niet mogelijk.
Weet wel dat bij een pandwissel of hypotheekoverdracht het bestaande fiscale voordeel behouden blijft. “Zo’n pandwissel is bedoeld voor wie zijn woning verkoopt en een nieuwe woonst koopt”, legt Bart Chiau uit. “De hypothecaire inschrijving op het eerste pand wordt dan overgedragen naar de nieuwe woning. Dat is handig wanneer de voorwaarden van de oorspronkelijke lening interessanter zijn dan die van een nieuw krediet.
Een tweede verblijf
Een andere optie is de aanschaf van een tweede verblijf. Want er zijn nog altijd het federale belastingvoordeel en de federale intrestaftrek voor langetermijnsparen. Wanneer u vandaag een nieuw hypothecair krediet afsluit voor een vastgoedinvestering – dus een investering in een niet-gezinswoning – komt u daarvoor in aanmerking.
“De betaalde intresten leveren u een belastingvoordeel op via de federale gewone intrestaftrek”, zegt Bart Chiau. “Uw tweede verblijf wordt belast op basis van het netto belastbaar onroerend inkomen (het geïndexeerde kadastraal inkomen plus 40%, indien u het pand niet verhuurt of het louter privé verhuurt). Die belasting kunt u evenwel verminderen of zelfs volledig neutraliseren door daar de betaalde intresten van af te trekken.”
In de fiscale korf voor het langetermijnsparen mag u in het inkomstenjaar 2021 tot 2.350 euro (de maximumgrens is afhankelijk van uw inkomen) aan kapitaalaflossingen en premies voor de gekoppelde schuldsaldoverzekering inbrengen. De belastingvermindering bedraagt dan 30 procent, wat de maximale besparing per belastingplichtige op (2.350 x 30 procent =) 705 euro brengt.
Het zag er even naar uit dat het federale belastingvoordeel voor tweede verblijven zou verdwijnen. De groenen, de socialisten en de christendemocraten hadden daar eerder dit jaar op aangedrongen. Vorige maand maakte de regering evenwel bekend voorlopig niet aan de bestaande regeling te zullen raken. Bart Chiau vreest echter dat het voordeel bij een volgende begrotingscontrole alsnog kan sneuvelen.
Een levensverzekering
In de fiscale korf voor het langetermijnsparen kunt u ook de stortingen in het kader van een individuele levensverzekering kwijt. Meer bepaald: de premies voor het langetermijnsparen met het oog op een extralegale pensioenopbouw. Een voorwaarde is dat u het contract aangaat vóór de leeftijd van 65 jaar, en dat de overeenkomst minstens tien jaar loopt. Ook bijdragen na uw 65ste komen dus in aanmerking.
“Er gelden weliswaar enkele voorwaarden”, merkt Bart Chiau op. “Uzelf dient, als diegene die het contract voor langetermijnsparen aangaat, de verzekerde te zijn. De begunstigde mag enkel uw echtgenoot of wettelijk samenwonende partner of een bloedverwant tot de tweede graad zijn: (groot)ouder, (klein)kind, broer of zus.”
“Houd sowieso rekening met de hierboven aangehaalde maximumgrens van 2.350 euro voor de hele fiscale korf. Daardoor zult u in de praktijk wellicht een keuze moeten maken van wat u daar precies in onderbrengt: ofwel de kapitaalaflossingen en de premies voor de schuldsaldoverzekering van een krediet voor een tweede verblijf, ofwel de stortingen voor uw individuele levensverzekering.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier