Welke landen lijden onder de lage olieprijzen?

Terwijl de consumenten profiteren van de goedkope olieprijzen, zitten sommige landen met de handen in het haar. Onder andere Rusland en Iran kijken lijdzaam toe.

27 november liepen de gemoederen hoog op toen de Organisatie van Olie Exporterende Landen besloot (OPEC) om de dalende olieprijzen te handhaven. Terwijl Saoedi-Arabië voorstander was om de productie niet te verminderen, waren onder andere Venezuela en Iran niet te spreken over de beslissing van het oliekartel. De handhaving van de olieproductie is een grote streep door de rekening van verschillende olieproducerende landen.

Venezuela

De dalende olieprijzen baren de Venezolaanse president zware kopzorgen. De economie van het land is voor een groot deel afhankelijk van olie-inkomsten. Het land heeft namelijk één van de grootste oliereserves wereldwijd.

Als gevolg van de beslissing van OPEC dreigt de economische groei te dalen met 3 procent van het bbp en lijkt een inflatie imminent.

De Venezolaanse president, Nicolas Maduro heeft besloten om verschillende OPEC-landen te bezoeken in de hoop de dalende olieprijs binnen de perken te houden.

Iran

Net nu Iran aan het herstellen is van een jarenlange recessie dreigt de oliecrisis het land opnieuw de dieperik in te duwen. Iran zou, volgens het Internationaal Monetair Fonds, dit jaar een economische groei kennen van 2,3 procent. Althans voor er sprake was van de dalende olieprijzen.

Een vat olie moet over de toonbank gaan voor 100 dollar zodat het land haar budget in evenwicht kan houden. Momenteel kost een vat olie (Brent) 55 dollar. In juni 2014 was dat nog 115 dollar.

Daarenboven bemoeilijken westerse sancties de olie-export van Iran.

Rusland

Poetin moet het hoofd bieden aan verschillende problemen die de Russische economie bedreigen, maar de dalende olieprijs is één van zijn grootste kopzorgen.

Economisten hebben eind vorig ingeschat dat het bruto binnenlands product van Rusland met 4,5 procent zou dalen in 2015 als een vat olie 60 dollar kost. Dat is 5 dollar meer dan de huidige verkoopprijs.

Door de dalende olieprijs kwam de roebel in zware problemen. Ondanks verscheidene maatregelen die de Russische president heeft genomen, waaronder een renteverhoging, blijft de munteenheid in een neerwaartse spiraal zitten. Om het land te steunen heeft de Russische staatsbank VTB het land vorige week 100 miljard overheidssteun gegeven.

Saoedië-Arabië

Saoedi-Arabië mag dan een voorstander zijn van de handhaving van de olieproductie, toch lijdt het land onder die beslissing. Volgens recente berekeningen zal het land te maken krijgen met een begrotingstekort van 14 procent van het bbp bij de huidige olieprijzen.

Niettegenstaande de ongunstige situatie is de regering vastberaden om door te bijten. Het koninkrijk kan namelijk een beroep doen op een voorraad vreemde valuta, ter waarde van 740 miljard dollar (621 miljard euro).

De Verenigde Staten

Op het eerste zicht lijkt de VS te profiteren van de lage olieprijzen. Momenteel kost een gallon (3,7 liter) benzine 2,47 dollar. Door de lage benzineprijzen kunnen de Amerikanen meer geld spenderen, wat de economie ten goede komt.

Toch is niet alles rozengeur en maneschijn in de VS. Olieproducerende staten zoals Texas en North Dokota zien hun inkomsten dalen. De lage buitenlandse prijzen zetten de binnenlandse prijzen onder druk. (NS)