Thuiswerk: de strijd tussen werkgever en werknemer

© Getty Images

Nu de strijd om telewerk steeds ­heviger wordt, begint de realiteit ook bij de verhuurders door te dringen.

Toen covid-19 de meesten onder ons dwong om vanuit de logeerkamer of aan de keukentafel te werken, kwam de grootste verschuiving in het beroepsleven in decennia op gang. Zoals met elke grote verschuiving, banen de ­gevolgen zich een weg door ­bedrijfshiërarchieën en het ­financiële systeem. In 2024 begint de realiteit door te dringen, voor werknemers, bazen én ­verhuurders.

Werkgevers en hun werknemers zijn het niet helemaal eens over de vraag waar het werk gedaan moet worden. Volgens een onderzoek van WFH Research werken fulltimers met minstens een middelbaar diploma in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Canada gemiddeld anderhalve dag per week thuis. Ze willen die tijd verdubbelen. Daar denken de werkgevers anders over. Zij willen hun werknemers opnieuw vaker op kantoor zien.

Niemand verwacht een terugkeer naar vijf dagen per week. De meest waarschijnlijke uitkomst is dat bazen en werknemers elkaar vinden in het midden. Maar veel hangt af van de vraag of de stijgende rente de economie verzwakt. Als de werkloosheid begint te stijgen en werknemers niet langer schaars zijn, zullen bazen harder onderhandelen.

Leegstand

De verschuiving naar telewerk heeft tot nu een merkwaardig klein effect gehad op de vastgoedsector. Kantoren zijn zeker minder druk dan vroeger. ­Volgens Kastle, een bedrijf dat inlogsystemen voor kantoren beheert, is de bezettingsgraad in de Verenigde Staten ongeveer de helft van wat die voor de pandemie was. Toch maakt de lange looptijd van kantoorcontracten dat de leegstand, hoewel stijgend, vrij laag is. Goldman Sachs schat dat in het komende jaar 12 procent van de huurcontracten vernieuwd moet worden, meer dan twee keer zoveel als in 2023. De bank denkt dat telewerk ertoe kan leiden dat 4,3 miljoen vierkante meter kantoorruimte in de Verenigde Staten leegstaat. Terwijl er veel vraag zal blijven naar chique kantoren die voldoen aan strengere milieunormen, zullen in oudere gebouwen ruimtes leeg komen te staan.

Slecht nieuws dus voor de verhuurders. Hun herfinancieringskosten zijn mee gestegen met de rente. In de Verenigde Staten zijn de meeste leningen voor commercieel vastgoed verschuldigd aan kleinere kredietverstrekkers, die vooral onder druk staan na het faillissement van ­Silicon Valley Bank. De financieringskosten voor minder gewilde kantoorruimte zullen waarschijnlijk nog hoger uitvallen.

We verwachten dat meer van die gebouwen met korting worden verkocht, zodat ze kunnen worden opgeknapt of gesloopt. Van de gebouwen die voldoende licht en sanitair hebben, kunnen woningen worden gemaakt. Hoewel dat waarschijnlijk niet financieel haalbaar is voor de meeste ongewenste kantoren, stijgt het aantal verbouwingen in plaatsen als Londen en New York. In Manhattan is 25 Water Street, waar vroeger een krant en een bank waren gevestigd, omgebouwd tot een woonblok met 1.300 appartementen, een spa, een zwembad en een flexwerkplek.

Rachana ShanbhogueDe auteur is redacteur business van
The Economist

Partner Content