Wat verandert er voor uw spaarcenten in 2016?

© iStock
Ilse De Witte
Ilse De Witte Redacteur bij Trends

De fiscale druk op spaarders en beleggers stijgt volgend jaar alweer. En vanaf 2016 weet de Belgische fiscus nog meer over uw buitenlandse rekeningen en levensverzekeringen dan over uw binnenlandse vermogen.

In 2016 komen heel wat veranderingen op ons af. In eigen land springt de taxshift het meest in het oog. Daarnaast is er de roep om meer fiscale transparantie in binnen- en buitenland. We zetten de belangrijkste veranderingen op een rij die een weerslag hebben op uw spaargeld.

1. Meer belastingen op rente, dividenden én meerwaarde

Op 1 januari 2016 verhoogt de roerende voorheffing voor de zoveelste keer in korte tijd. Het tarief gaat van 25 naar 27 procent”

“De belangrijkste wijziging is de bijkomende verhoging van de fiscale druk”, zegt Pieter De Ryck, beleggingsstrateeg van de private bank Van Lanschot. “Op 1 januari 2016 verhoogt de roerende voorheffing voor de zoveelste keer in korte tijd. Het tarief gaat van 25 naar 27 procent.”

Het tarief van 27 procent geldt voor alle intresten, behalve voor de intresten op gereglementeerde spaarboekjes en de coupons van de zogenoemde Leterme-staatsbon die eind 2011 werd uitgegeven. De intresten van volksleningen daarentegen genieten niet langer een gunstig belastingtarief.

U betaalt voortaan bij de verkoop van beleggingsfondsen met minstens 25 procent obligaties ook 27 procent op de meerwaarde van de obligaties in de portefeuille (intresten plus koersevolutie).

Ook op alle dividenden draagt u voortaan 27 procent roerende voorheffing af. Er geldt niet langer een verlaagde voorheffing voor de winstuitkeringen van vastgoedvennootschappen zoals Aedifica, Home Invest Belgium en Care Property Invest, die het grootste deel van hun middelen investeren in residenties.

“Normaal treedt op 1 januari ook de speculatiebelasting in werking”, voegt De Ryck toe. Die meerwaardebelasting van 33 procent is enkel van toepassing voor wie aandelen – en sommige aan aandelen gelinkte producten – verkoopt binnen de zes maanden na de aankoop. Beleggers die voor de lange termijn investeren, worden door die heffing niet geviseerd.

2. Fiscus krijgt zicht op buitenlandse rekeningen en levensverzekeringen

Vanaf 2016 weet de Belgische fiscus nog meer over uw buitenlandse rekeningen, effectenrekeningen en levensverzekeringen dan over uw binnenlandse vermogen. Landen wisselen automatisch alle betalingen van intresten en dividenden, de opbrengsten van de verkoop van effecten en de saldi op het einde van het kalenderjaar uit.

De Belgische banken moeten elk jaar, ten laatste op 31 maart, uw naam en uw rekeningen of andere contracten doorspelen aan het CentraalAanspreekPunt (CAP). Er worden geen saldi doorgegeven aan het CAP. De fiscus kan de databank enkel raadplegen bij een vermoeden van belastingontduiking.

Er worden ook gegevens over buitenlandse beleggingsverzekeringen uitgewisseld. “Zo verliezen Luxemburgse tak23-producten vanaf 1 januari 2016 hun discretie naar de belastingcontroleur van de woonstaat van de verzekeringnemer of de begunstigde”, schrijft Dirk Coveliers, Estate Planning & Wealth Structuring van Degroof Petercam in het magazine Beste Belegger.

3. Van bank veranderen wordt gemakkelijker

Zichtrekeningen vergelijken zou gemakkelijker moeten worden. Een Europese richtlijn die een soort standaardisering van de tarievenlijst oplegt, moet voor het einde van 2016 omgezet worden in Belgische wetgeving. Er zijn nu al een aantal vergelijkingswebsites, zoals www.bankshopper.be, die voor u het grootste deel van het werk verrichten.

Eind 2016 wordt het ook gemakkelijker om van bank te veranderen. Er komt een uitbreiding van de zogenoemde bankoverstapdienst. U hoeft niet langer zelf uw werkgever of andere organisaties die regelmatig geld op uw rekening storten ervan te verwittigen dat u van bank bent veranderd. Uw nieuwe bank zal die betalers laten weten dat u een nieuw rekeningnummer hebt, zodat ze dat kunnen aanpassen op hun domiciliëring.

4. Plafonds voor sparen en pensioensparen verhogen niet

De intresten op spaarboekjes blijven – net zoals in 2015 – tot 1880 euro vrijgesteld van roerende voorheffing. De regering heeft het plafond voor de vrijstelling voor de inkomstenjaren 2015 tot en met 2018 bevroren op het niveau van 2014. In andere jaren wordt dat fiscale grensbedrag aangepast aan de inflatie.

Ook voor een hele reeks belastingverminderingen, waaronder pensioensparen, is er vier jaar lang geen indexering. Het maximumbedrag voor pensioensparen blijft in 2016 daarom 940 euro. Van elke storting tot 940 euro kunt u 30 procent of 282 euro terugkrijgen via uw belastingafrekening. U moet belastingen betalen om die vermindering te kunnen genieten. Daarom is pensioensparen interessant zodra u begint te werken.

Net zoals in 2015 int de fiscus volgend jaar 1 procent belasting op uw pensioenspaarverzekering of -fonds. Die heffing wordt berekend op het bedrag dat u eind 2014 had gespaard. De overheid neemt vijf jaar na elkaar een voorschot op de eindbelasting die u normaal op uw 60ste betaalt. Het is een begrotingsmaatregel om de rekeningen te doen kloppen. In ruil verlaagde de regering de eindbelasting van 10 naar 8 procent. De betaalde voorschotten worden afgetrokken van de eindbelasting die moet betalen.

5. Opbouwen van een Europees beschermingsfonds

Uw spaargeld is tot 100.000 euro per bank en per klant beschermd. De Belgische banken dragen daarvoor elk jaar geld af aan het Bijzondere Beschermingsfonds. Vanaf 2016 moeten alle banken in de eurozone bijdragen storten aan het eengemaakte beschermingsfonds: het Single Resolution Fund. De bedoeling is binnen de acht jaar voldoende geld te hebben om 1 procent van alle deposito’s te dekken die onder de beschermingsregeling vallen. “Dat zou een bedrag van ongeveer 55 miljard vertegenwoordigen”, zegt de Belgische bankenfederatie Febelfin.

Volgens Febelfin is het de bedoeling dat de bijdragen van de banken aan het Europese beschermingsfonds die aan de nationale fondsen vervangen. “In België blijven de twee contributies (nationaal en Europees) naast elkaar bestaan, wat de totale contributies van de Belgische banken verder doet oplopen.”

Partner Content